Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

http://www.minlnv.nl

MIN LNV:Wijz. reg. betreff. het bijeenbrengen van dieren 2000

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,

Gelet op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224) en op artikel 11 van Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (PbEG L 121);
Gelet op de artikelen 18, eerste en tweede lid, 30, eerste en vierde lid, en 31 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

BESLUIT:

Artikel I
De Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel c komt te luiden:
c. varkensverzamelcentrum: plaats in Nederland ten behoeve van de verzameling van varkens;

2. De onderdelen d tot en met x worden verletterd e tot en met y.
3. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende: d. runderverzamelcentrum: plaats in Nederland ten behoeve van het bijeenbrengen van runderen.

4. Onderdeel e (nieuw) komt te luiden:
e. eerste verzameling: eerste aanvoer van varkens onderscheidenlijk runderen op een varkensverzamelcentrum onderscheidenlijk runderverzamelcentrum nadat dit is ontvolkt, gereinigd en ontsmet;
5. In onderdeel i (nieuw) wordt .verzamelcentrum. vervangen door: varkensverzamelcentrum onderscheidenlijk runderverzamelcentrum;
6. Onderdeel o (nieuw) komt te luiden:
o. blokperiode: tijdseenheid van ten hoogste 24 uur te rekenen vanaf het tijdstip van eerste verzameling, met dien verstande dat op een runderverzamelcentrum de tijdseenheid ten hoogste 144 uur bedraagt indien de betreffende runderen zijn bestemd voor de export; 6. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel y door een puntkomma worden onderdelen toegevoegd, luidende: z. fokrunderen: drachtige vaarzen, die kennelijk zijn bestemd voor de fokkerij in een land, niet zijnde Nederland;
aa. slachtrunderen: runderen, die kennelijk zijn bestemd om te worden geslacht;
bb. mesterij: bedrijf waar uitsluitend evenhoevigen worden gehouden die zijn bestemd om te worden afgevoerd naar een slachthuis.

B


1. De paragrafen 3, 4 en 5 worden vernummerd 4, 5 en 6.
2. Na paragraaf 2 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
. 3: Verzamelen van runderen

Artikel 9a

1. Het is verboden runderen afkomstig van verschillende plaatsen op een plaats bijeen te brengen.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op het bijeenbrengen van runderen op een runderverzamelcentrum dat op grond van artikel 9b door de Minister is erkend.

3. Het eerste lid is niet van toepassing op het bijeenbrengen van runderen op een vervoermiddel, mits vervolgens lossing van het gehele vervoermiddel geschiedt op één bedrijf, waaronder wordt begrepen een runderverzamelcentrum, of één slachthuis.

4. Het bijeenbrengen van runderen als bedoeld in het derde lid geschiedt aan de openbare weg, grenzend aan het bedrijf van afvoer.
5. Het eerste lid is niet van toepassing op het bijeenbrengen van runderen op een slachthuis.

6. Het is verboden runderen af te voeren van een slachthuis.
Artikel 9b

1. Een runderverzamelcentrum wordt door de Minister erkend indien voldaan wordt aan de eisen, bedoeld in artikel 9c.
2. Een runderverzamelcentrum staat onder toezicht van de Rijksdienst.

Artikel 9c
De eisen, bedoeld in artikel 9b, zijn:
a. het runderverzamelcentrum is gemakkelijk bereikbaar via verharde wegen en ligt niet in een gebied ten aanzien waarvan op grond van de regelgeving van de Raad van de Europese Unie of de Commissie van de Europese Gemeenschappen of op grond van nationale regelgeving maatregelen zijn genomen, houdende de instelling van een verbod om dieren uit het betrokken gebied uit te voeren of in de handel te brengen;
b. het runderverzamelcentrum maakt geen deel uit van een bedrijf waar vee is gehuisvest, van een slachthuis, van een verzamelplaats ten behoeve van het verzamelen van andere dieren dan runderen. De gebouwen van het runderverzamelcentrum zijn gelegen op een minimale afstand van 100 meter van gebouwen behorende bij één of meer van de bovengenoemde bedrijven. Het runderverzamelcentrum is zodanig omheind, dat vrije toegang tot het runderverzamelcentrum niet mogelijk is; c. het runderverzamelcentrum beschikt over een door de directeur van de Rijksdienst goedgekeurd opleidingsplan op grond waarvan het personeel dat op het centrum verantwoordelijk is voor de dieren door de aanbieder wordt opgeleid in de zorg voor en het welzijn van de dieren alsmede in de wettelijke eisen die ter zake van het runderverzamelcentrum worden gesteld;
d. het gehele terrein van het runderverzamelcentrum waar met smetstof verontreinigd materiaal vanaf transportmiddelen op de grond terecht kan komen, is verhard. De plaats waar runderen in- en uitgeladen worden is voorzien van een verharde en voor water ondoordringbare terreinbedekking. Het gehele verharde terrein van het runderverzamelcentrum is in goede staat van onderhoud en zonder glooiingen;
e. alle materialen waarmee de runderen op het runderverzamelcentrum in aanraking kunnen komen zijn uitsluitend van duurzaam en ondoordringbaar materiaal gemaakt dat gemakkelijk en grondig kan worden gereinigd en ontsmet. De materialen worden goed onderhouden en eventuele reparaties worden onmiddellijk uitgevoerd. Het gebruik van corroderende materialen is niet toegestaan. Hout is slechts toegestaan, wanneer dit is ingebed in kunststof of hars; f. het runderverzamelcentrum beschikt over laad- en losruimten waar de runderen worden in- en uitgeladen. De laad- en losvoorzieningen zijn zodanig dat laad- en loswerkzaamheden ongehinderd kunnen plaatsvinden;
g. behoudens wanneer ten genoegen van de Rijksdienst kan worden aangetoond dat de bedrijfsvoering van het runderverzamelcentrum zodanig is dat aankomende en vertrekkende runderen niet met elkaar in contact komen, is het runderverzamelcentrum zodanig ingericht dat bij het in- en uitladen aankomende en vertrekkende runderen niet met elkaar in contact komen;
h. op het runderverzamelcentrum zijn één of meerdere stalruimten aanwezig voor het onderbrengen van de runderen. Voorzieningen zijn in de stalruimten aanwezig voor het voeren en drenken van de runderen; i. in de onmiddellijke nabijheid van de uitlaadruimte, is een aparte, afsluitbare stalling voor zieke of van een dierziekte verdachte runderen aanwezig dan wel een stalruimte waarin een voorziening is getroffen voor de afzondering van runderen zodanig dat de daartoe bestemde ruimte fysiek door middel van geheel gesloten wanden gescheiden is van de overige stallingsvoorzieningen binnen de stalruimte;
j. op het runderverzamelcentrum is een voor runderen ontoegankelijke ruimte aanwezig voor opslag van voeder en strooisel, gescheiden van de ruimte waar runderen kunnen verblijven alsmede een afsluitbare, lekvrije, voor vogels of ongedierte ontoegankelijke en goed reinigbare voorziening aanwezig voor de opslag van kadavers. Deze voorziening is zodanig op een verharde plaats gesitueerd dat het vanaf de openbare verharde weg binnen het bereik ligt van de laadkraan van het vervoermiddel van degene die het materiaal ophaalt; k. in de nabijheid van de stalruimte is een voorziening aanwezig voor de opslag van mest en indien een stalruimte geheel of gedeeltelijk wordt ingestrooid, is tevens in de nabijheid van de stalruimte een voorziening aanwezig voor de opslag van het gebruikte strooisel; l. indien het runderverzamelcentrum gebruikt wordt voor de export van runderen is op het centrum ten behoeve van de Rijksdienst een stoel, een telefoon en een afsluitbaar bureau aanwezig of een afsluitbare ruimte, ingericht met ten minste een tafel. Indien de Rijksdienst een onafhankelijke telefoonaansluiting wenst, komt deze voor rekening van de Rijksdienst. In of in de nabijheid van de kantoorruimte bevindt zich een toilet met gelegenheid tot handen wassen; m. het runderverzamelcentrum beschikt over een geschikt opvangsysteem voor het afvalwater dat zorg draagt dat het afvalwater kan afvloeien of op andere wijze wordt verwijderd;
n. bij de laad- en losruimte en in de stalruimte is een voor inspectie en keuringen passende verlichting met een minimale lichtsterkte van 300 lux aanwezig;
o. de in- en uitgangen van de stalruimte zijn afsluitbaar. Bij de in- en uitgangen zijn ten behoeve van schoeisel deugdelijke ontsmettingsbakken aanwezig. De inhoud van de ontsmettingsbakken wordt tenminste bij de aanvang van een blokperiode ververst met ontsmettingsmiddelen. De inhoud van de ontsmettingsbakken is zodanig dat te allen tijde afdoende ontsmetting mogelijk is; p. er is zoveel stalruimte aanwezig dat de aan- en afvoer van runderen per blokperiode ongestoord kan verlopen; q. de op het runderverzamelcentrum aanwezige stalruimte en de laad- en losplaatsen zijn voorzien van een gesloten dakbedekking, windkerende wanden en een klimaatsregelingssysteem zodanig dat de stalruimte en de laad- en losplaatsen onder alle klimatologische omstandigheden deugdelijk en efficiënt gereinigd en ontsmet kunnen worden;
r. het vloeroppervlak van de stalruimte bestaat geheel uit voor water ondoordringbaar materiaal. De wanden van deze ruimten bestaan, voorzover deze niet hoger zijn dan 2,5 meter boven het vloeroppervlak, geheel, dan wel, voorzover deze hoger zijn dan 2,5 meter boven het vloeroppervlak, tot een hoogte van 2,5 meter uit voor water ondoordringbaar en niet poreus materiaal, zodat deze steeds gereinigd en ontsmet kunnen worden;
s. op het terrein zijn één of meerdere wasplaatsen aanwezig voor de reiniging en ontsmetting van vervoermiddelen. De wasplaatsen zijn geregistreerd op grond van artikel 23, eerste lid, van de Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000; t. op het terrein zijn één of meerdere reinigings- en ontsmettingsinstallaties of -inrichtingen aanwezig voor de reiniging en ontsmetting van het terrein, de stalruimten en overige voorzieningen. Deze installaties en inrichtingen voldoen aan de volgende voorwaarden:

- ten behoeve van reiniging en ontsmetting is levering van warm water van tenminste 70 .C en koud water, beide met voldoende hoge druk mogelijk;

- bij besproeiing onder hoge druk kan een detergens worden aangebracht die het oppervlak reinigt;

- door verneveling of anderszins kan ontsmettingsmiddel op het gereinigde oppervlak worden aangebracht en

- efficiënte en deugdelijke reiniging en ontsmetting van het gehele verharde terrein als bedoeld in de onderdelen d en r, moet mogelijk zijn;
u. het bij reiniging en ontsmetting gebruikte water dient op regelmatige afstanden af te vloeien naar de gierkelder of naar de met roosters afgedekte kolken;
v. voor de mogelijkheid tot controle op reiniging en ontsmetting geldt een minimale lichtsterkte van 300 lux;
w. op het runderverzamelcentrum zijn een in- en uitslagregister dan wel een elektronische informatiedrager met gegevens over de in- en uitslag aanwezig waarin onmiddellijk na aankomst onderscheidenlijk voor vertrek van de runderen onder vermelding van het aantal runderen, de datum van aankomst en vertrek, het herkomstbedrijf en de eigenaar en het bestemmingsadres van de runderen worden bijgehouden door middel van registratie van de identificatie van alle runderen die het runderverzamelcentrum passeren, zodanig dat een directe koppeling tussen de in- en uitslag per rund mogelijk is. De voor aan- en afvoer gebruikte vervoermiddelen worden eveneens onmiddellijk na aankomst onderscheidenlijk vertrek onder vermelding van de registratienummers van de vervoerders alsmede van het vervoermiddel in het register dan wel in de elektronische informatiedrager bijgehouden alsmede bij export van de runderen het serienummer van het gezondheidscertificaat. De houder van het runderverzamelcentrum administreert zodanig, dat de officiële dierenarts aan de hand van het register alle op het runderverzamelcentrum aangevoerde, aanwezige en afgeleverde runderen, de vervoerders en de vervoermiddelen waarmee de runderen werden getransporteerd, kan traceren. De gegevens bedoeld in dit onderdeel worden minimaal drie jaren bewaard;
x. op het runderverzamelcentrum is een logboek aanwezig waarin door of namens de eigenaar van het runderverzamelcentrum de volgende gegevens worden bijgehouden:

- type, concentratie en hoeveelheid van de ter ontsmetting gebruikte ontsmettingsmiddelen;

- datum en tijdstip van door de Rijksdienst uitgevoerde inspecties;
- beschrijving van die gevallen waarin door de Rijksdienst is geconstateerd dat niet aan de in deze regeling gestelde eisen of andere op het runderverzamelcentrum, onderscheidenlijk de eigenaar van het runderverzamelcentrum van toepassing zijnde regelgeving is voldaan, alsmede de in verband met die constateringen door de Rijksdienst gegeven instructies, en

- de datum waarop de opheffing van de geconstateerde tekortkomingen zal zijn voorzien.

Artikel 9d
Een runderverzamelcentrum, dat erkend is op grond van artikel 9b, voldoet aan de volgende eisen:
a. op het runderverzamelcentrum wordt binnen een blokperiode uitsluitend één van de volgende categorieën runderen bijeengebracht:
1) fokrunderen;

2) slachtrunderen, ouder dan 8 maanden, of
3) runderen, jonger dan 8 maanden;
b. de faciliteiten van het verzamelcentrum worden gebruikt overeenkomstig hun functie;
c. op het runderverzamelcentrum zijn, met inachtneming van onderdeel a, geen andere soorten dieren dan runderen aanwezig; d. gedurende een blokperiode worden uitsluitend runderen bijeengebracht met eenzelfde gezondheidsstatus; e. de aanbieder controleert bij aanvoer van de runderen dat zij overeenkomstig Verordening (EG) nr.1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG) nr.820/97 van de Raad van de Europese Unie (PbEG L 204) zijn geïdentificeerd, hetgeen voor uit Nederland afkomstige runderen betekent dat zij overeenkomstig het bij of krachtens het Besluit identificatie en registratie van dieren bepaalde zijn geïdentificeerd alsmede dat de runderen overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de Verordening zelfcontrole op het verbod gebruik van bepaalde stoffen van het Productschap Vee en Vlees zijn aangevoerd. De aanbieder toont ten genoegen van de Rijksdienst aan dat voldaan is aan voornoemde controle.
f. slechts slachtrunderen uit andere lidstaten worden met inachtneming van onderdeel a tot een verzamelcentrum toegelaten indien zij vergezeld gaan van een voor de slachtrunderen afgegeven gezondheidscertificaat, als bedoeld in artikel 5 van richtlijn 64/432/EEG, waarvan de geldigheidsduur nog niet is verstreken; g. slechts runderen die afkomstig zijn van beslagen die officieel vrij zijn van brucellose, tuberculose en leukose worden met inachtneming van onderdeel a op het runderverzamelcentrum bijeengebracht;
h. aan het einde van de blokperiode wordt het runderverzamelcentrum ontvolkt;
i. onmiddellijk na iedere ontvolking wordt het runderverzamelcentrum gereinigd en ontsmet volgens een door de Minister goedgekeurd protocol met ontsmettingsmiddelen die voor dat doel zijn toegelaten op grond van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962. De aanbieder toont ten genoegen van de Rijksdienst aan dat voldaan is aan voornoemde reiniging en ontsmetting;
j. voorzover het runderen die zijn bestemd voor de export betreft, meldt de aanbieder de aanvang en het einde van elke blokperiode uiterlijk om 14.00 uur op de werkdag voorafgaande aan de blokperiode aan de Rijksdienst, en
k. de in- en uitgang van het verzamelcentrum worden op dagen waarop aan- en afvoer van runderen heeft plaatsgevonden na beëindiging van de werkzaamheden gereinigd en ontsmet.

Artikel 9e

1. De afvoer van fokrunderen, bedoeld in artikel 9d, onderdeel a, onder 1), van een op grond van artikel 9b erkend runderverzamelcentrum geschiedt rechtstreeks en uitsluitend naar een niet in Nederland gelegen bedrijf, met inachtneming van de Hoofdstukken 2 en 3 van de Regeling handel levende dieren en levende producten.
2. Voorzover aan het einde van een blokperiode het naar het oordeel van de Rijksdienst in redelijkheid niet mogelijk is gebleken de fokrunderen, bedoeld in artikel 9d, onderdeel a, onder 1), overeenkomstig het eerste lid af te voeren naar een niet in Nederland gelegen bedrijf, worden voornoemde runderen door de aanbieder afgevoerd naar een in Nederland gelegen slachthuis.

Artikel 9f

1. De afvoer van slachtrunderen, bedoeld in artikel 9d, onderdeel a, onder 2), van een op grond van artikel 9b erkend runderverzamelcentrum geschiedt rechtstreeks en uitsluitend naar een al dan niet in Nederland gelegen slachthuis.

2. De afvoer van slachtrunderen, bedoeld in artikel 9d, onderdeel a, onder 2), naar een niet in Nederland gelegen slachthuis geschiedt met inachtneming van de Hoofdstukken 2 en 3 van de Regeling handel levende dieren en levende producten.

Artikel 9g

1. De afvoer van runderen, jonger dan 8 maanden, bedoeld in artikel 9d, onderdeel a, onder 3), van een op grond van artikel 9b erkend runderverzamelcentrum geschiedt rechtstreeks en uitsluitend naar: a. hetzij een in Nederland gelegen slachthuis; b. hetzij een niet in Nederland gelegen bedrijf of slachthuis; c. hetzij een in Nederland gelegen mesterij, indien het runderen jonger dan 8 maanden betreft, die afkomstig zijn van een in Nederland gelegen bedrijf, mits deze runderen vanaf voornoemde mesterij rechtstreeks en uitsluitend naar een slachthuis worden afgevoerd.
2. De afvoer van runderen jonger dan 8 maanden, bedoeld in artikel 9d, onderdeel a, onder 3), naar een niet in Nederland gelegen bedrijf of slachthuis geschiedt met inachtneming van de Hoofdstukken 2 en 3 van de Regeling handel levende dieren en levende producten.
3. De aanvoer van runderen, jonger dan 8 maanden, op een runderverzamelcentrum geschiedt uitsluitend vanaf bedrijven die zijn gelegen in de provincie waarbinnen het runderverzamelcentrum is gesitueerd. Voorzover geen erkend verzamelcentrum voorhanden is in de provincie waarbinnen de bedrijven van afvoer zijn gelegen, is aanvoer van runderen, jonger dan 8 maanden, toegestaan op een erkend runderverzamelcentrum dat het meest nabij gelegen is.
4. De aanvoer van een rund, jonger dan 8 maanden, op een runderverzamelcentrum gaat vergezeld van een bewijs dat het betreffende rund is aangemeld krachtens het Besluit identificatie en registratie van dieren.

Artikel 9h

1. Het is een mesterij als bedoeld in artikel 9g, eerste lid, onderdeel c, verboden runderen, jonger dan 8 maanden, te ontvangen van meer dan één in Nederland gelegen erkend runderverzamelcentrum.
2. In afwijking van het eerste lid is het een mesterij toegestaan in een periode van telkens drie maanden van erkend runderverzamelcentrum te wisselen.

3. Van een wisseling als bedoeld in het tweede lid wordt schriftelijk melding gemaakt aan de Rijksdienst.

Artikel 9i

1. De Minister kan de erkenning met onmiddellijke ingang schorsen voor een bepaalde termijn indien naar het oordeel van de Minister niet wordt voldaan aan de eisen, bedoeld in de artikelen 9c tot en met 9g, en veterinaire belangen de schorsing rechtvaardigen.
2. De Minister kan de erkenning intrekken, indien: a. naar het oordeel van de Minister blijkt dat het runderverzamelcentrum niet voldoet aan de eisen, bedoeld in de artikelen 9c tot en met 9g, terwijl de exploitant van de inrichting in de gelegenheid is gesteld binnen een bepaalde termijn alsnog aan de eisen te voldoen en deze termijn inmiddels is verstreken, dan wel b. indien na afloop van de schorsing, bedoeld in het eerste lid, naar het oordeel van de Minister blijkt dat het runderverzamelcentrum nog steeds niet voldoet aan de eisen, bedoeld in de artikelen 9c tot en met 9g.

Artikel 9j
Deze regeling geldt in zoverre in afwijking van het Besluit houdende voorschriften betreffende het veeartsenijkundig toezicht op veemarkten.

Artikel II
De Regeling handel levende dieren en levende producten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2.63, tweede lid, komt te luiden:

2. Een verzamelcentrum voor runderen wordt door de Minister erkend indien voldaan is aan hetgeen hieromtrent in artikel 9b van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 is gesteld.

B

Artikel 3.4, onderdeel a, komt te luiden:
a. indien de runderen verblijven op een verzamelcentrum: . dit centrum voldoet aan de artikelen 9c tot en met 9g van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 en erkend is overeenkomstig artikel 9b van voornoemde regeling; . de runderen voldoen aan artikel 11, eerste lid, onderdeel e, van richtlijn 64/432/EEG;
. hiervan aantekening is gemaakt op het gezondheidscertificaat, bedoeld in artikel 3.2;.

C

Artikel 3.14, eerste lid, tweede gedachtestreepje komt te luiden: . rechtstreeks vervoerd naar een overeenkomstig artikel 9b van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 erkend runderverzamelcentrum en vervolgens rechtstreeks vervoerd naar een overeenkomstig artikel 2.64 toegelaten slachthuis.

D

Het opschrift van Hoofdstuk 3, Afdeling 6 komt te luiden: Handelaren in runderen.

E

De artikelen 3.16 tot en met 3.19 komen te vervallen.

F

Na artikel 7.5 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 7.5a
In afwijking van de artikelen 2.22, eerste en tweede lid, onderdeel b, vijfde gedachtestreepje, 2.33, vijfde gedachtestreepje, 7.6 en 7.7 is het binnen Nederland brengen van schapen en geiten verboden.

Artikel III
De Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. onderdeel g komt te luiden:
g. erkend runderverzamelcentrum: runderverzamelcentrum, dat op grond van artikel 9b van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 door de Minister is erkend.

2. De onderdelen h, i en k komen te vervallen.
3. Onderdeel j wordt verletterd tot onderdeel h.

B

Artikel 11 komt te vervallen.

C

Artikel 13 komt te luiden:
Artikel 13

1. Evenhoevigen, die binnen Nederland worden gebracht, worden rechtstreeks vervoerd naar en afgeleverd op één bedrijf, waaronder wordt begrepen een runderverzamelcentrum, of één slachthuis.
2. Het eerste lid is niet van toepassing voorzover evenhoevigen rechtstreeks worden vervoerd naar een land, niet zijnde Nederland.

Artikel IV

1. Een erkenning die op grond van artikel 3.16 van de Regeling handel levende dieren en levende producten door de Minister is verleend, geldt als een door de Minister op grond van artikel 9b van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 verleende erkenning.
2. Een runderverzamelcentrum dat door de Minister is erkend op grond van artikel 3.16 van de Regeling handel levende dieren en levende producten voldoet met ingang van 1 november 2001 aan de eis, bedoeld in artikel 9c, onderdeel s.

3. Van de afstandseis als bedoeld in artikel 9c, onderdeel b, van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 zijn vrijgesteld de runderverzamelcentra die op grond van artikel 3.16 van de Regeling handel levende en levende producten erkend zijn.

Artikel V

1. Deze regeling wordt op 8 juni 2001 om 19.00 uur bekendgemaakt aan de media en treedt met uitzondering van artikel 9c, onderdelen e, q, r en s, onmiddellijk daarna in werking.

2. Artikel 9c, onderdelen e, q, r en s, treedt in werking met ingang van 1 november 2001, met dien verstande dat indien een runderverzamelcentrum op 1 november 2001 niet voldoet aan de eisen, bedoeld in artikel 9c, onderdelen e, q, r en s, de door de Minister verleende erkenning van rechtswege komt te vervallen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,

Toelichting voor de Staatscourant
Onderhavige regeling strekt ertoe het verzamelen van runderen, ongeacht de bestemming, te reguleren. Het regime voor het verzamelen van runderen wordt daartoe opgenomen in en voor een groot gedeelte van de Regeling handel levende dieren en levende producten overgeheveld naar de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 in welke regeling de voorschriften ten aanzien van het verzamelen van varkens reeds zijn neergelegd.

Deze regeling bevat voorschriften, zoals die onder meer zijn aangekondigd in de brief aan de Tweede Kamer van 7 juni 2001, kenmerk VVM.01.1956. Hoofdlijn is het tot op heden veelvuldige verzamelen van dieren aanzienlijk terug te brengen en dat de inrichting van de dan resterende verzamelcentra aan stringente eisen wordt gebonden. Deze aanpassingen zijn noodzakelijk uit oogpunt van voorkoming van insleep en verspreiding van besmettelijke dierziekten, zoals mond- en klauwzeer. Op grond van deze regeling zijn naast de op 6 juni 2001 afgekondigde aanpassingen in de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten verzamelingen van meer categorieën runderen toegestaan onder strikte voorwaarden. De volgende maatregelen worden thans van kracht.

Uitgangspunt is dat het verzamelen van runderen verboden is (artikel
9a van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000). Uitzonderingen zijn opgenomen voor het verzamelen op een vervoermiddel (bijladen) mits het betreffende vervoermiddel zijn vracht lost op een enkel bedrijf, verzamelcentrum of slachthuis. Verzamelingen zijn eveneens mogelijk op een runderverzamelcentrum. De tot op heden gangbare term .veemarkt. valt eveneens onder dit begrip; het betreft een plaats waar runderen bijeengebracht worden ten behoeve van de afvoer naar een in Nederland gelegen plaats. Tevens zijn verzamelingen mogelijk op een zogeheten exportverzamelcentrum, van waaruit runderen verzonden worden naar lidstaten van de Europese Unie of derde landen. De plaats waar runderen verzameld worden (dus zowel een veemarkt als een exportverzamelcentrum) dient erkend te zijn als runderverzamelcentrum (artikel 9b). De inrichtingseisen, alsmede de eisen ten aanzien van reiniging, ontsmetting en administratie zijn nauwelijks anders dan de strenge eisen die reeds golden ten aanzien van de exportverzamelcentra. De inrichtingen waarbinnen verzameld wordt voor de binnenlandse markt dienen nu aan dezelfde eisen te voldoen. Wel is een voorziening getroffen voor de eis om extra reinigings- en ontsmettingsinstallaties voorhanden te hebben teneinde onder alle weersomstandigheden afdoende te kunnen reinigen en ontsmetten. Verzamelcentra die nog niet voorzien zijn van een dergelijke installatie krijgen tot 1 november 2001 de tijd een afdoende installatie op het centrum te laten bouwen. Indien op 1 december 2001 een dergelijke installatie niet aanwezig is, vervalt de eventueel reeds afgegeven erkenning van rechtswege.

Zodra een verzamelcentrum erkend is door de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees wordt de mogelijkheid geopend op het centrum runderen te verzamelen. Bij de verzamelingen worden drie categorieën runderen onderscheiden:
a. drachtige vaarzen;
b. slachtrunderen, ouder dan 8 maanden, en
c. kalveren.
Het is een erkend verzamelcentrum toegestaan alle categorieën op het centrum bijeen te brengen, maar voor elke categorie moet door de exploitant een afzonderlijke blokperiode worden aangewezen (.scheiding in tijd.). Met andere woorden: het is niet toegestaan om bijvoorbeeld zowel slachtrunderen als drachtige vaarzen gelijktijdig op het verzamelcentrum aanwezig te hebben. De voorheen in regelgeving neergelegde mogelijkheid om epidemiologische bedrijfseenheden op een verzamelcentrum te creëren is geschrapt en biedt dus niet de mogelijkheid om verschillende categorieën runderen gelijktijdig op een verzamelcentrum bijeen te brengen.

De voorschriften waar een erkend verzamelcentrum voorts aan moet voldoen zijn neergelegd in artikel 9d. Daarnaast gelden nog specifieke eisen per categorie rund. De aanvullende eisen zijn de volgende: Drachtige vaarzen
Drachtige vaarzen uit binnen- en buitenland mogen binnen een blokperiode van 144 uur worden verzameld op een verzamelcentrum. Afvoer van deze dieren mag alleen plaatsvinden naar een bedrijf in het buitenland. Indien aan het eind van de blokperiode een aantal dieren .overblijven. en aangetoond kan worden dat de dieren niet kunnen worden geëxporteerd, mogen de dieren worden afgevoerd naar een in Nederland gelegen slachthuis.
Slachtrunderen
Slachtrunderen uit binnen- en buitenland mogen binnen een blokperiode van 24 uur (indien het de nationale markt betreft) of 144 uur (indien het de export betreft) verzameld worden. Afvoer van deze runderen kan alleen plaatsvinden naar een slachthuis in Nederland of in het buitenland.
Kalveren
Het verzamelen van kalveren is binnen een blokperiode van 24 uur (indien het de nationale markt betreft) of 144 uur (indien het de export betreft) toegestaan. De aanvoer van kalveren mag uitsluitend plaatsvinden vanuit de provincie waarbinnen het verzamelcentrum is gelegen. De afnemer van kalveren die op een verzamelcentrum bijeengebracht zijn, mag binnen een periode van drie maanden van niet meer dan één in Nederland gelegen verzamelcentrum kalveren betrekken. De afvoermogelijkheden van kalveren vanaf een verzamelcentrum zijn beperkt; afvoer is mogelijk naar een niet in Nederland gelegen bedrijf of slachthuis of naar een in Nederland gelegen slachthuis. Uit Nederland afkomstige kalveren die bijeen worden gebracht op een verzamelcentrum mogen bovendien worden afgevoerd naar een in Nederland gelegen mesterij. Op deze mesterij mogen uitsluitend evenhoevigen (dus ook bijvoorbeeld varkens) verblijven die worden gehouden ten behoeve van de slacht. Deze maatregel is noodzakelijk teneinde de binnen de kalversector noodzakelijk selecties van kalveren op een veterinair verantwoorde wijze te laten plaatsvinden en een mogelijke insleep van besmettelijke dierziekten zoveel mogelijk tegen te gaan.

Het systeem van aan- en afvoer van kalveren op een runderverzamelcentrum zal er naar verwachting tot leiden dat een aanzienlijke beperking plaatsvindt in het aantal adressen van bestemming.

Reeds verleende erkenningen op grond van de Regeling handel levende dieren en levende producten gelden als op grond van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 verleende erkenningen. De .oude. erkenningen blijven derhalve geldig. Voorts dienen de runderen, die bestemd zijn voor de export, gecertificeerd te worden overeenkomstig de Europeesrechtelijke bepalingen zoals neergelegd in richtlijn 64/432/EEG.

De maatregelen die in deze regeling zijn neergelegd gelden bovenop de in de Veewet gebaseerde Besluit houdende voorschriften betreffende het veeartsenijkundig toezicht op veemarkten neergelegde en op dit besluit gebaseerde voorschriften.

Voorts wordt in onderhavige regeling de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten gewijzigd in die zin dat de in die regeling neergelegde voorschriften ten aanzien van runderverzamelcentra worden geschrapt aangezien het regime is overgeheveld naar paragraaf 3 van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000. Tevens is van belang dat vrachten met evenhoevigen, die afkomstig zijn uit het buitenland, uitsluitend afgeleverd mogen worden op een enkel adres.

Vanwege het verhoogde risico op insleep van besmettelijke dierziekten vanuit andere landen dan Nederland wordt thans de invoer van schapen en geiten verboden.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,


08 jun 01 18:59