CBS

Inflatie in mei onverminderd hoog

De inflatie is in mei 2001 uitgekomen op 4,9 procent. Dat is gelijk aan de uitkomst voor april en het hoogste niveau sinds oktober 1982. De energieprijzen hebben in mei minder aan de inflatie bijgedragen dan in de vorige maand, terwijl de bijdrage van met name voedingsmiddelen is toegenomen. Dit blijkt uit het consumentenprijsindexcijfer van het CBS. Naast het nationale consumentenprijsindexcijfer stelt het CBS ook het Europees geharmoniseerde consumentenprijsindexcijfer voor Nederland samen. Het daarvan afgeleide inflatiecijfer is in mei licht gestegen tot 5,4 procent en is daarmee 0,1 procentpunt hoger dan in april. Het aprilcijfer was het hoogste van de Europese Unie.

Invloed energie en voeding
De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex ten opzichte van de overeenkomstige periode in het voorgaande jaar. De inflatie is in mei 2001 uitgekomen op 4,9 procent, hetzelfde niveau als in april. Wel tekent het CBS hierbij aan dat de inflatie in het voorjaar van 2000 een sterk stijgende tendens vertoonde. Zo bedroeg de inflatie 2,1 procent in april 2000 en 2,4 procent in mei 2000. De stijging was toen vooral toe te schrijven aan oplopende energieprijzen. Mede daarom komt de prijsstijging van energie in mei 2001 ten opzichte van mei 2000 lager uit dan de overeenkomstige prijsstijging in april. Anderzijds is de prijsstijging van voedingsmiddelen en de horeca in mei 2001 ten opzichte van mei 2000 sterker geweest dan in april. In vrijwel alle bestedingscategorieën liggen de prijzen hoger dan een jaar geleden. De prijzen van voedingsmiddelen stegen met 9,0 procent het sterkst. In april was het overeenkomstige cijfer 8,6 procent. De grootste stijgingen in deze bestedingscategorie deden zich voor bij groenten en aardappelen, vlees en vis. Hoewel de bijdrage van energieproducten aan de inflatie iets gedaald is, blijft deze hoog. Elektriciteit en gas zijn in een jaar tijd 13,9 procent duurder geworden. Autobrandstoffen zijn nu bijna 6 procent duurder dan een jaar geleden. In april was dat nog 9,3 procent.

Prijzen in mei 0,3 procent gestegen
Tussen april en mei 2001 zijn de consumentenprijzen gemiddeld 0,3 procent gestegen. Voedingsmiddelen werden 0,9 procent duurder. Vooral groenten, aardappelen en fruit gingen in prijs omhoog. Ook de autobrandstoffen werden deze maand duurder, zij het in mindere mate dan in de vorige maand.

Afgeleide consumentenprijsindex
De afgeleide index voor werknemersgezinnen met een laag inkomen lag in mei, net als in april, gemiddeld 4,0 procent hoger dan een jaar eerder. Deze index wordt vaak gebruikt voor het aanpassen van overheidstarieven, CAO's en andere contracten. In de afgeleide index zijn de effecten van onder andere de verhoging van de BTW en van de ecotaks van afgelopen januari geëlimineerd.

Nederlandse inflatie blijft ver boven Europees gemiddelde Het CBS stelt niet alleen de nationale consumentenprijsindex samen, maar ook de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex voor Nederland. Deze index maakt deel uit van het inflatiecijfer van de Eurozone dat een officieel richtsnoer vormt voor het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank. In mei 2001 is de inflatie in Nederland volgens de geharmoniseerde index opgelopen tot 5,4 procent. In april 2001 was de inflatie in Nederland volgens de Europese maatstaf 5,3 procent. Daarmee had Nederland binnen de Europese Unie het hoogste inflatiecijfer. De uitkomsten over mei voor de Eurozone en voor alle landen van de Europese Unie zullen op 18 juni door Eurostat worden gepubliceerd. In april bedroeg de inflatie in de Eurozone gemiddeld 2,9 procent. Na Nederland kende Portugal de hoogste inflatie met 4,6 procent. Daarop volgden Ierland en Spanje met inflatiecijfers van respectievelijk 4,3 en 4,0 procent.

Technische toelichting
De uitkomst van de consumentenprijsindex (CPI) over de maand april 2001 is nu definitief. De totaalindices zijn onveranderd, met uitzondering van de consumentenprijsindex voor werknemersgezinnen met een laag inkomen, die met 0,1 procentpunt naar beneden is bijgesteld. De aanpassing betreft een verlaging van de index voor elektriciteit, gas en andere brandstoffen met 0,3 procentpunt vanwege dataproblemen als gevolg van het loslaten van vaste tariefstructuren voor energie. De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex ten opzichte van de overeenkomstige periode in het voorgaande jaar. De consumentenprijsindex geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten, zoals dit in 1995 gemiddeld werd aangeschaft door huishoudens in Nederland. De gemiddelde prijsverandering heeft betrekking op het consumptiepakket van alle huishoudens. De geharmoniseerde indices dienen speciaal voor het vergelijken van de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie. Zie hiervoor ook de persmededeling 'Geharmoniseerde Index van Consumentenprijzen' van 7 maart 1997. De consumentenprijsindex voor de monetaire unie (EURO-12, CPIMU) geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de landen die deelnemen aan de Economische en Monetaire Unie, ofwel de Eurozone. Tot december 2000 waren dat 11 lidstaten. Vanaf januari 2001 heeft de CPIMU betrekking op de Eurozone inclusief het nieuw toegetreden Griekenland. De EU-15 geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer van de 15 lidstaten van de Europese Unie. Het belangrijkste verschil tussen de geharmoniseerde index en de nationale consumentenprijsindex betreft de consumptiepakketten waarop zij betrekking hebben. Wonen in een eigen huis (huurwaarde), consumptiegebonden belastingen (onroerendezaakbelasting, motorrijtuigenbelasting e.d.) en contributies aan sportverenigingen, maatschappelijke organisaties e.d. worden bijvoorbeeld wel meegenomen in de nationale index, maar niet in de geharmoniseerde. Anderzijds is bij de geharmoniseerde index een groter deel van de kosten van de gezondheidszorg inbegrepen dan in de nationale index. Een ander verschil tussen beide indices is dat in de nationale index de prijsstijgingen van de particuliere consumptie van Nederlanders in het buitenland wordt meegenomen. Daarentegen weegt in de geharmoniseerde index de particuliere consumptie van buitenlanders in Nederland mee. De dekking van de geharmoniseerde index is zowel per januari 2000 als per januari 2001 uitgebreid. Deze uitbreidingen zijn toegelicht in de persberichten van 11 februari 2000 en van 9 februari 2001. In de afgeleide consumentenprijsindices van het CBS is het effect van veranderingen in de tarieven van de productgebonden belastingen en subsidies en van de consumptiegebonden belastingen uit de prijsontwikkeling geëlimineerd. De consumentenprijsindex voor werknemersgezinnen met een laag inkomen is gebaseerd op het pakket goederen en diensten dat in 1995 werd aangeschaft door werknemersgezinnen met een bruto gezinsinkomen beneden de mediaan van de inkomensverdeling van de werknemersgezinnen. De afgeleide reeks voor werknemersgezinnen met een laag inkomen wordt op dit moment vaak gebruikt voor het aanpassen van overheidstarieven, CAO's en andere contracten.