PERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE REGERING VERGADERING VAN 8 JUNI 2001

Akkoord zonevreemde woningen

Vlaams minister van Economie, Ruimtelijke ordening en Media Dirk VAN MECHELEN heeft gisteren verder overleg gepleegd met vertegenwoordigers van de vier meerderheids- partijen van de Vlaamse regering inzake de problematiek van zonevreemde woningen. Er werd in de vooravond een politiek akkoord bereikt om een definitief en rechtszeker oplossingskader te bieden aan alle eigenaars van zonevreemde woningen. Daarvoor zullen amendementen wor- den ingediend bij het voorontwerp van decreet van 30/3/2001, dat thans als voorstel van decreet door de meerderheidsfracties werd ingediend bij het Vlaamse Parlement. De Vlaamse regering heeft ondertusen haar instemming betuigd met deze amendementen.

Het bereikt akkoord is een evenwichtig en gezond compro- mis, dat het ingediende voorstel van decreet verder uit- bouwt en verfijnt (zoals trouwens reeds voorzien was in de regeringsbeslissing van 6/10/2000) en dat uitgaat van de volgende krachtlijnen.

Rechtszekerheid voor alle zonevreemde woningen

Het beheer van een onroerend goed als de goede huisvader is een onmiskenbaar basisrecht. Aan alle eigenaars van zonevreemde woningen of gebouwen wordt dan ook de perma- nente garantie gegeven om deze woningen of gebouwen te onderhouden of in stand te houden, zelfs indien deze werken betrekking hebben op constructieve ingrepen en indien deze woningen of gebouwen gelegen zijn in ruimte- lijk kwetsbare gebieden. Dit laat bijv. toe om zelfs in een natuurgebied het dakgebinte te herstellen of een verzakte muur herop te bouwen.

Terugkoopplicht bij miskenning van de basisrechten

In hoogst uitzonderlijke gevallen waar dit recht niet kan worden gegeven, wordt voorzien dat de eigenaar kan eisen dat het perceel, met inbegrip van alle op dat perceel staande gebouwen, wordt teruggekocht door de Vlaamse overheid tegen een marktconforme waarde.

Maximale mogelijkheden in ruimtelijk niet-kwetsbare gebieden

In de ruimtelijk niet-kwetsbare gebieden wordt tevens een maximale woon- en rechtszekerheid geboden. Hierbij wordt van het principe uitgegaan dat het normale en legale woningen betreft, die volgens vergelijkbare regels mogen verbouwd, uitgebreid of herbouwd worden als de woningen, die door de gewestplannen zijn ingekleurd in een woon- gebied.

Daartoe wordt de regeling die door de vorige regering was opgesteld en in tijd beperkt was tot en met 17/6/2004, volledig geschrapt en wordt een nieuwe, permanente rege- ling ingeschreven in het nieuwe decreet op de ruimtelijke ordening. Door het niet-in-tijd-beperken van deze regeling wordt de grootste rechtszekerheid geboden aan de eigenaars van zonevreemde woningen.

Daarnaast bevat de nieuwe regeling nog belangrijke wijzi- gingen :

- Voorheen was opgelegd dat het bouwvolume slechts mocht worden opgetrokken tot max. 700m3. Deze bovengrens wordt nu vastgelegd op max. 850m3 nuttige ruimte. Dit stemt overeen met het volume van een normale, gemiddelde woning.

- Een aantal beperkingen, zoals het feit dat men in het geval het herbouwen eigenaar moest zijn voor 1 januari 1999, worden geschrapt.

- In plaats van te werken met een 'positieve' lijst (nl. een lijst van bestemmingsgebieden waar de werken wel kun- nen worden toegestaan), wordt er voortaan gewerkt met een 'negatieve' lijst (nl. een lijst van bestemmingsgebieden waar de gevraagde werken niet kunnen worden toegestaan). Dit houdt in principe een verruiming van het aantal bestemmingsgebieden in, maar stemt meer overeen met de filosofie van de decreetgever, nl. een grotere bescher- ming bieden aan de ruimtelijk kwetsbare gebieden.

- Ook voor de gebruikswijzigingen wordt voorzien dat meerdere gebruiks- of functiewijzigingen van een bestaand en vergund gebouw in de toekomst mogelijk zullen zijn via een later op te maken uitvoeringsbesluit.

Maximale rechtszekerheid m.b.t. de door overmacht getrof- fen woningen

Door overmacht kunnen zonevreemde woningen door brand of door een ramp, zoals een storm, overstroming, e.d. volle- dig of gedeeltelijk worden vernield. Ook in de zgn. heirkrachtregeling voor het herbouwen van dergelijke vernielde woningen wordt een maximale rechtszekerheid gecreëerd door het schrappen van een aantal beperkende voorwaarden (waaronder het feit dat men geen andere woning mocht bezitten binnen het Vlaamse gewest) en door het schrappen van een aantal gebieden waar het heropbouwen niet kan worden toestaan.

Bovendien bleek uit de praktijk dat de verzekeringsmaat- schappijen wel de waarde van de woning dekken, maar niet de actuele grondwaarde. De nieuwe regeling voorziet dat de Vlaamse overheid ook de grondwaarde voor de volle 100% zal vergoeden aan de eigenaar, indien deze de woning niet mag herbouwen in uitzonderlijke gevallen.

De gemeentelijke planningsdynamiek op gang houden

De voorgaande bepalingen betreffen een basisrecht en scheppen een kader, dat minimaal in de ruimtelijke uit- voeringsplannen moet worden overgenomen en in functie van de ruimtelijke afwegingen kan verfijnd of uitgebreid wor- den. De lokale besturen zijn namelijk het beste geplaatst om deze problematiek ter plaatse bij te sturen. Lokale problemen vragen gebiedsgerichte en gebiedsspeci- fieke oplossingen. Deze planningsdynamiek moet dan ook bij de gemeenten op gang worden gehouden. Gemeenten die uiterlijk op 1 mei 2006 niet beschikken over een ruimtelijk uitvoeringsplan, dat de stedenbouw- kundige voorschiften bepaalt inzake bestemming, inrich- ting en/of beheer voor de zonevreemde woningen verliezen hun rechtstreekse vergunningsbevoegdheid aan de provin- cie.

Geen planbaten verschuldigd voor zonevreemde woningen

Voor zonevreemde woningen, die zone-eigen worden gemaakt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, zijn in principe geen planbaten verschuldigd. De nieuwe regeling voorziet dan ook een vrijstelling van de planbaten voor de percelen, die thans reeds bebouwd zijn met een woning.

Deze vrijstelling geldt echter niet voor woningen met een kadastraal inkomen van meer dan 750 Euro in de volgende gevallen:

- indien er meerdere woongelegenheden kunnen worden gecreeërd, bv. de bestaande eengezinswoning wordt vervan- gen door een appartementsgebouw;

- indien de hoofdfunctie van het gebouw wordt gewijzigd, bijv. de eengezinswoning wordt vervangen door een han- delsruimte of een horeca-gebouw;

- indien de huidige toelaatbare volumenormen met meer dan 25% worden overschreden, bv. een woning van 700m3 wordt herbouwd tot 1.200m3.

Deze vrijstelling van planbaten geldt eveneens niet voor woningen, waarvan kan worden aangetoond dat in de periode van 18/5/1999 tot de inwerkingtreding van deze bepaling een speculatieve meerwaarde werd gerealiseerd.

Met dit oplossingskader hopen de meerderheidspartijen binnen de Vlaamse regering dan ook een definitieve, bil- lijke en rechtszekere regeling te hebben uitgewerkt voor de problematiek van de zonevreemde woningen.

Persinfo : kabinet Vlaams minister Dirk Van Mechelen tel. 02 553 64 11 Dirk Brusselaers - tel. 02 553 64 42 Carl De Coster - tel. 02 553 64 57