Nieuwsflits
6|01 Nummer 6, 7 juni 2001
Congres Kennis beter delen
ADHD en verslaving
Vijftienduizend leerlingen geslaagd voor niet-roken
Onderzoek naar opvang langdurig verslaafden
Risico bestrijdingsmiddelen bij nederwiet beperkt
Dienstverlening helpdesks LOP en LSP gewaardeerd
Voorlichtingsmap voor `KOPP-kinderen'
Het MGv in juni
Oratie Giel Hutschemaekers
Erratum - Psychische ongeschiktheid
Colofon
Homepage
Congres Kennis beter delen
Op 1 en 2 november organiseren Trimbos-instituut, ZON en KNMG samen
met vele organisaties in de gezondheidszorg Kennis beter delen, het
eerste nationale congres over implementatie in de gezondheidszorg. Aan
de orde komen onder andere het gebruik van richtlijnen en protocollen
in de gezondheidszorg, de rol van de moderne informatietechnologie,
best practices van implementatie, excellent implementatie-onderzoek,
en de rol van de gebruiker bij de invoering van vernieuwingen. Kennis
beter delen is een interactief congres. Het programma bestaat uit een
mix van workshops, presentaties, interactieve postersessies, lezingen
en masterclasses. Het congres is interessant voor projectleiders,
kwaliteitsfunctionarissen, beleidsmakers en onderzoekers die zich
inzetten voor nieuwe kennis en vormen van zorgvernieuwing. Het congres
richt zich op alle sectoren van de gezondheidszorg.
Meer informatie over het congres is te vinden op
www.zon.nl/kennisbeterdelen.
Recentelijk is een uitgebreide folder verschenen met daarin de
hoofdlijnen van het programma, een omschrijving van de 27 workshops en
masterclasses, praktische informatie en een inschrijfkaart. De folder
is op te vragen bij congresbureau Cygnea, telefoon (0182) 320 126.
E-mail: info@Cygnea.nl
* Henk Verburg (030) 297 11 00
ADHD en verslaving
ADHD komt frequent voor onder verslaafden. Dat is één van de
conclusies uit het literatuuronderzoek dat Geert van de Glind, Anne
Eland en Mark Janssen van het Trimbos-instituut hebben uitgevoerd.
Gekeken is naar de samenhang tussen ADHD en verslavingsproblemen. De
resultaten van dit onderzoek zijn gepubliceerd in het juninummer van
het MGv.
Lang werd gedacht dat een aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit
(ADHD) na de kindertijd vanzelf over zou gaan. Dat blijkt niet het
geval te zijn: een groot gedeelte van de kinderen met ADHD blijft als
volwassene in meer of mindere mate last houden van ADHD. Naar
schatting heeft meer dan de helft van deze volwassenen problemen met
gebruik van drugs of alcohol.
De relatie ADHD en verslavingsproblemen is onderzocht op basis van
vier aannames: ADHD komt bij veel verslaafden voor; gebruik van
middelen kan dienen om de gevolgen van de ADHD te dempen
(zelfmedicatie); er bestaan goede behandelmethodes; de behandeling van
ADHD bij verslaafden kan leiden tot verbetering van de behandeling van
verslavingsproblemen.
De volgende conclusies werden gevonden:
* ADHD bij volwassenen komt frequent voor (volgens schattingen
tussen de 0,3 en 1% van de volwassenen).
* ADHD blijkt een risicofactor te zijn voor het ontwikkelen van
verslavingsproblemen. In onderzoek naar het voorkomen van ADHD
onder verslaafden worden telkens hoge percentages gevonden: 15 tot
zelfs 50% van de verslaafden wordt gediagnosticeerd met ADHD.
* Onderzoek naar medicamenteuze behandeling van ADHD bij volwassenen
maakt duidelijk dat die behandeling een positieve invloed heeft op
de symptomen van ADHD. Dit onderzoek is echter nog beperkt.
Medicamenteuze behandeling van verslaafden met ADHD gebeurt tot nu
toe incidenteel.
De positieve invloed van medicijnen, en dan vooral van Ritalin, op de
symptomen van ADHD pleit voor behandeling van verslaafden met dit
middel. Omdat Ritalin onder de opiumwet valt, staat het verstrekken
ervan aan verslaafden ter discussie. Zo wordt in het onlangs
verschenen rapport van de Gezondheidsraad over ADHD als advies gegeven
Ritalin alleen in onderzoeksprogramma's voor te schrijven aan
verslaafden. In de literatuur zijn geen aanwijzingen gevonden voor het
op grote schaal misbruik maken van Ritalin door cliënten voor wie dit
medicijn bestemd is. Wel is duidelijk dat zeker in de verslavingszorg
zorgvuldig dient te worden omgegaan met diagnostiek en behandeling van
ADHD.
Onderzoek naar andere dan neurobiologische oorzaken en alternatieve
vormen van behandeling zijn uiterst schaars. Het lijkt van belang hier
meer aandacht aan te besteden.
* Geurt van de Glind, Anne Eland (030) 297 11 00
Vijftienduizend leerlingen geslaagd voor niet-roken
Een klas van de scholengemeenschap Het Assink in Neede is woensdag 31
mei landelijk winnaar geworden van de klassikale niet-rokenwedstrijd
Operatie Tegengif. Het was voor de derde keer dat deze wedstrijd werd
gehouden. Operatie Tegengif is onderdeel van het Europese project The
Smokefree Class Competition en wordt in Nederland uitgevoerd door het
Trimbos-instituut en Stivoro (Stichting Volksgezondheid en Roken). In
totaal deden veertien landen in Europa mee.
In Nederland hadden 1.832 eerste en tweede klassen uit het voortgezet
onderwijs zich opgegeven voor de wedstrijd. Om in aanmerking te komen
voor de prijs mocht er door 90% van de klas gedurende een half jaar
niet worden gerookt en moest een orginele klassenfoto worden
ingezonden rond het thema `niet-roken'. Meer dan vijfhonderd klassen
ofwel zo'n vijftienduizend leerlingen hebben de eindstreep gehaald.
Op 31 mei (Wereld Niet Roken Dag) vonden op verschillende plaatsen in
het land (en in Europa) de prijsuitreikingen plaats. Zo werd in acht
provincies een provinciale winnaar gekozen door Instellingen voor
Verslavingszorg en de GGD. Deze winnaars kregen een geldprijs van 500
gulden. In het Danspaleis in Haaksbergen speelde zich de landelijke
prijsuitreiking van Operatie Tegengif af. De winnaar, klas 1E2N van
Het Assink uit Neede ontving een geldprijs van 2000 gulden, en per
leerling een individueel certificaat en een T-shirt met de opdruk van
de winnende klassenfoto. Een klassikale afspraak om zes maanden niet
te roken, werkt preventief tegen roken. Het effect van zo'n afspraak
ebt wel weg als er geen vervolgactiviteiten zijn. Dit blijkt uit het
evaluatieonderzoek dat TNO Preventie en Gezondheid (TNO-PG) heeft
uitgevoerd naar de eerste campagne (1999/2000) van Operatie Tegengif.
M. Crone, S. Reijneveld, F. van Leerdam, R. Spruijt, M. Willemsen:
Preventie van (het beginnen met) roken bij jongeren uit het IVBO, VBO,
MAVO. Uitgave: TNO Preventie en Gezondheid, Leiden 2001.
* Rudi Loof (030) 297 11 00
Onderzoek naar opvang langdurig verslaafden
Langdurig verslaafden kampen met complexe, meervoudige problemen,
waaronder ernstige gezondheids- en psychische problemen, terwijl een
deel van deze groep vanwege de veroorzaakte overlast voor gevoelens
van onveiligheid en onrust in de samenleving zorgt. De opvang van
langdurig verslaafden staat daarom hoog op de agenda van
verslavingszorginstellingen en overheden, en steeds vaker op die van
de maatschappelijke opvang en politie. Door recente ontwikkelingen in
de maatschappij is de afstemming tussen maatschappelijke opvang,
politie, GGZ en verslavingszorg hoogst actueel. Vooralsnog is er
weinig inzicht in de afstemming van taken tussen maatschappelijke
opvang, politie, GGZ en verslavingszorg. Hierin moet worden voorzien
door het project Passende en samenhangende zorg voor langdurig
verslaafden bij laagdrempelige opvangvoorzieningen, dat in oktober
2000 door het Trimbos-instituut is gestart binnen het Programma Opvang
en Maatschappelijke Zorg.
Doelgroep van het project zijn de langdurig verslaafden bij
laagdrempelige opvangvoorzieningen als dak- en thuislozeninternaten,
sociale pensions en dag- en nachtopvang. De groep langdurig
verslaafden is een zeer heterogene groep. Zij verschillen van elkaar
in gebruik van middelen, psychische stoornissen, criminaliteit, en
mate van overlast die zij veroorzaken. Het project richt zich zowel op
alcohol- als drugsverslaving.
Doel van het project is de bepaling van taken die in combinatie garant
staan voor passende en samenhangende zorg voor langdurig verslaafden
in laagdrempelige opvangvoorzieningen, en voorts de afstemming van
deze taken tussen maatschappelijke opvang, politie, GGZ en
verslavingszorg. De activiteiten worden in drie fasen uitgevoerd. In
de eerste fase wordt bepaald wat de taken zijn van passende en
samenhangende zorg en de cliëntkenmerken. Met behulp van verschillende
methoden wordt samen met deskundigen een lijst van taken samengesteld.
Deze takenlijst en de lijst met cliëntkenmerken dienen als basis voor
een onder werkers van opvangvoorzieningen,
verslavingszorginstellingen, politie en GGZ te houden enquête in een
aantal gemeenten. Vervolgens worden in deze gemeenten focusgroepen
opgezet die, met de resultaten van de enquête in de hand, moeten
discussiëren over taakverdeling en afstemming, en over factoren die
dit positief dan wel negatief beïnvloeden. De eerste fase wordt
afgesloten met een landelijke bijeenkomst.
De resultaten en bevindingen moeten in de tweede fase resulteren in
een handleiding over passende en samenhangende zorg. Deze biedt
concrete handvatten voor managers en werkers bij de verbetering van de
uitvoering en organisatie van de lokale opvang van langdurig
verslaafden. In de derde fase staat de implementatie centraal. De
bevindingen van het project worden verspreid onder betrokkenen en ook
in deskundigheidsbevordering geïntegreerd.
Naar verwachting zal de eerste fase in november 2001 worden afgerond
met een landelijke bijeenkomst voor een toetsing van de resultaten. De
tweede fase zal ongeveer vier maanden later worden afgesloten met een
concept-handleiding. Tenslotte vindt in de volgende vier maanden de
implementatie van de resultaten plaats. Het project loopt tot 1 juli
2002.
* Ireen de Graaf, Judith Wolf (030) 297 11 00
Risico bestrijdingsmiddelen bij nederwiet beperkt
Uit onderzoek naar het gebruik van bestrijdingsmiddelen bij nederwiet
is gebleken dat de aangetroffen hoeveelheden pesticiden zo laag zijn,
dat van een risico voor de volksgezondheid geen sprake is. Wel is bij
het merendeel van de monsters een vervuiling aangetoond. Dat blijkt
uit onderzoek dat is gefinancierd door minister Borst en in opdracht
van het Trimbos-instituut en de Jellinek is uitgevoerd door het
Rijks-Kwaliteitsinstituut voor Land- en Tuinbouwproducten
(RIKILT-DLO).
Het betreft onderzoek in vijfendertig monsters nederwiet afkomstig uit
diverse koffieshops in Amsterdam. In achttien monsters werden één of
meerdere bestrijdingsmiddelen aangetoond. In totaal werden vier
middelen aangetroffen te weten: Furalaxyl (een middel dat slechts
toegelaten is in de sierteelt) en Propamocarb, Abamectine en Parathion
(middelen die vooral gebruikt worden bij consumptiegewassen). Uit het
aantal positieve monsters blijkt dat telers de gifspuit
klaarblijkelijk frequent hanteren. Met name het gehalte aan Furalaxyl
is relatief hoog in vergelijking met de andere middelen.
Ook is gekeken naar de giftigheid van deze vier stoffen. Hierbij is
uitgegaan van een worst case-scenario, namelijk dat de stoffen
volledig en onveranderd door de gebruiker worden opgenomen. Uit het
onderzoek blijkt dat het niet aannemelijk is dat de aangetroffen
hoeveelheden gevaarlijk zijn voor gebruikers. De consumptie omvat
slechts geringe hoeveelheden en de veiligheidsmarges worden niet
overschreden. Het is echter niet ondenkbaar dat de cannabistelers die
de bestrijdingsmiddelen toepassen zelf wel risico lopen. De teelt
vindt namelijk meestal in besloten ruimten plaats.
Het lijkt zinvol om het onderzoek, dat nu alleen is uitgevoerd in
monsters afkomstig uit Amsterdam op landelijk niveau te herhalen en
daarbij ook cannabis uit het buitenland te betrekken.
Het onderzoek richtte zich slechts op de eventuele aanwezigheid van
bestrijdingsmiddelen in nederwiet zelf en niet in de gassen die
vrijkomen bij het roken. Een vervolgonderzoek zou zich ook kunnen
richten op het ontstaan van deze gassen. Ook is het raadzaam om telers
te wijzen op de risico's die men loopt bij het toepassen van
bestrijdingsmiddelen.
Voor telers is kweek op ecologische basis uit oogpunt van
risicobestrijding de beste keus. Als zij toch chemische
bestrijdingsmiddelen gebruiken is het wenselijk dat er voor middelen
gekozen wordt die toegelaten zijn voor consumptiegewassen die weinig
giftig zijn. Verder moeten telers rekening houden met de
toepassingsvoorschriften, veiligheidsaspecten en daarbij redelijke
wachttermijnen aanhouden vóór de oogst.
W. Traag, H. Gercek, D. Kloet, H. Wychgel, I.. Faasen, R. Kerssemaker:
Onderzoek naar residuen van bestrijdingsmiddelen in nederwiet. Uitgave
RIKILT, Wageningen 2001.
* Harald Wychgel (030) 297 11 16
Dienstverlening helpdesks LOP en LSP gewaardeerd
De dienstverlening door de helpdesks van het LOP (Landelijke
Ondersteuning Preventie ggz) en de LSP (Landelijke Steunfunctie
Preventie verslaving- en middelengebruik) wordt door preventiewerkers
gewaardeerd met een 7,7. Dat blijkt uit een telefonische enquête onder
40 van de 234 mensen die het afgelopen half jaar met een van de
helpdesks belden. Het kostte de meeste bellers weinig moeite om
contact te krijgen met de helpdesk en zij vonden dat ze binnen
redelijke termijn antwoord kregen. Slechts een enkeling is ontevreden
over de snelheid van reageren en deze bellers waarderen de
dienstverlening aanmerkelijk lager dan gemiddeld.
Preventiewerkers bellen de helpdesks om verschillende redenen. De een
begint er zijn zoektocht naar informatie, de ander belt om bevestigd
te krijgen dat de oogst van het eigen speurwerk volledig is. Bellers
met vragen over verslavingspreventie kiezen bewust voor de
LSP-helpdesk, bellers met ggz-vragen weten soms niet dat het LOP een
helpdesk heeft. Zij kennen het Trimbos-instituut of het LOP en weten
dat daar mensen zitten die hen verder kunnen helpen.
Dat het antwoord niet altijd zo volledig is als zij hopen deert de
bellers meestal niet. Zij realiseren zich dat hun vraag betrekking
heeft op nieuwe preventiethema's, waarover nog niet veel informatie
beschikbaar is. Zij vinden het belangrijk dat het antwoord zo volledig
mogelijk is en dat de helpdeskmedewerkers met hen meedenken.
LOP en LSP gebruiken de informatie uit deze enquête om de
dienstverlening aan het veld verder te verbeteren. Een van de
mogelijkheden daarvoor is om de informatie over preventieprojecten ook
elektronisch aan te bieden. Binnenkort gaat een internetsite open met
daaraan gekoppeld de mogelijkheid elektronisch vragen te stellen.
Verder zullen LOP en LSP meer aandacht besteden aan de bekendheid van
de helpdesks.
De helpdesks van LOP en LSP zijn direct bereikbaar op nummer (030) 297
11 51.
* Maarten van Doorninck (030) 297 11 00
Voorlichtingsmap voor `KOPP-kinderen'
Kinderen die goed zijn ingelicht over het ziektebeeld van hun vader of
moeder kunnen beter inschatten wat zij van hun zieke ouder kunnen
verwachten en vooral ook: wat niet. Kennis over het ziektebeeld
voorkomt teleurstelling en verwarring bij het kind en werkt
beschermend tegen het ontwikkelen van psychische problemen op latere
leeftijd.
Om die reden is de voorlichtingsmap Wat is er met papa of mama aan de
hand? ontwikkeld in opdracht van het Landelijk Preventie Platform
Kinderen van Ouders met Psychiatrische Problemen (KOPP). De map bevat
informatie voor `KOPP-kinderen' van 8-14 jaar over negen verschillende
psychiatrische stoornissen: psychiatrisch probleem algemeen,
manisch-depressief, dwangstoornis, schizofrenie, depressie,
angststoornis, psychose, eetstoornis en borderlinestoornis.
Hulpverleners kunnen één van de informatievellen uit de map kopiëren
voor kinderen die een ouder hebben met de desbetreffende stoornis.
Voor deze map zijn verschillende KOPP-kinderen geïnterviewd, en de
informatie is in voor kinderen begrijpelijke taal geschreven. Zo
kunnen KOPP-kinderen hun eigen specifieke situatie herkennen en weten
zij: `Ik ben niet de enige'.
De voorlichtingsmap is te bestellen bij de telefoniste van het
Trimbos-instituut, telefoon (030) 297 11 00, kosten f 25,-
bestelcode AF 0308.
* Rianne van der Zanden (030) 297 11 00
Het MGv in juni
De belangrijkste onderwerpen uit het MGv van juni 2001 zijn:
Psychotherapie in het gedrang
Eind februari bracht de Gezondheidsraad (www.gr.nl) een advies over
`Langdurige psychotherapie' uit aan de minister van VWS. De secretaris
en de voorzitter van de commissie die het advies van de
Gezondheidsraad voorbereidde, P.A. Bolhuis en R.W. Trijsburg, vatten
het samen, en bespreken de empirische studies waarop het is gebaseerd.
In de brievenrubriek begint alvast de discussie over dit advies.
Therapie via internet
De Amsterdamse klinisch psychologen Alfred Lange, Jean-Pierre van de
Ven, Bart Schrieken en Paul Emmelkamp beschrijven de door hen
ontwikkelde psychologische (zelf)-behandeling via internet.
'Interapy' blijkt niet alleen een voordelen te bieden voor
psycho-educatie, screening en effectmeting, maar ook voor de
eigenlijke behandeling - althans van psychotrauma.
ADHD, medicatie en verslaving
Geurt van de Glind, Anne Eland & Mark Janssen doen verslag van een
uitgebreid literatuuronderzoek naar het voorschrijven van Ritalin aan
verslaafden: dit blijkt nauwelijks onderbouwd door wetenschappelijk
onderzoek.
Zelfdodingspil
Het euthanasiedebat gaat een nieuwe fase in: is ook uitzichtloos
lijden 'aan de oude dag' reden voor stervenshulp? Zo ja: wie
moet die hulp dan verstrekken? Blijft hulp bij levensbeëindiging een
zaak voor de arts? Psychiater Frank van Ree geeft zijn mening, in de
brievenrubriek.
Het MGv is een uitgave van het Trimbos-instituut in samenwerking met
Bohn Stafleu Van Loghum.
Het is te bestellen bij BSL Klantenservice, Postbus 246; 3990 GA
Houten;
tel: (030) 638 37 36
fax: (030) 638 39 99
e-mail: klantenservice@bsl.nl
* David Bos (030) 297 11 00
Oratie Giel Hutschemaekers
Onder professionals. Hulpverleners en cliënten in de geestelijke
gezondheidszorg is de titel van de op 7 juni gehouden oratie van
prof.dr. Giel Hutschemaekers bij de aanvaarding van de bijzondere
leerstoel Professionalisering van geestelijke gezondheidszorg, aan de
Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Katholieke Universiteit van
Nijmegen. De leerstoel is ingesteld vanwege De Gelderse Roos,
Geestelijke Gezondheidszorg, het Nationaal Fonds Geestelijke
Volksgezondheid en het Trimbos-instituut.
Van de rede verschijnt een handelseditie, ISBN 90 58750175.
Erratum - Psychische ongeschiktheid
In de vorige Nieuwsflitsen werd melding gemaakt van het verschijnen
van het onderzoeksrapport Psychische arbeidsongeschiktheid. Een
overzicht van actuele feiten en cijfers, dat door Bureau AS/tri en het
Trimbos-instituut werd vervaardigd in opdracht van de Commissie
Psychische Arbeidsongeschiktheid (Commissie Donner 1). In het
persbericht van de Commissie Psychische Arbeidsongeschiktheid werd
helaas een onjuist ISBN-nummer vermeld. Het juiste ISBN-nummer luidt:
90.5749.782.4. Het rapport is onder dat nummer te bestellen bij
Elsevier bedrijfsinformatie bv., telefoon (0314) 358 358.
* Casper Schoemaker (030) 297 11 00
|01
Nummer , 2001
Colofon
Het Trimbos-instituut is een onafhankelijk landelijk kenniscentrum
voor de GGZ en verslavingszorg met als doel de geestelijke gezondheid
van mensen te bevorderen.
Nieuwsflitsen voorziet mensen die betrokken zijn bij de GGZ en
verslavingszorg kort en bondig van informatie over activiteiten,
diensten, producten en resultaten van het Trimbos-instituut.
Nieuwsflitsen mag vrijelijk worden gekopieerd en verspreid.
Redactie
Henk Maurits,
email: hmaurits@trimbos.nl
Henk Verburg,
e-mail: hverburg@trimbos.nl
Opmaak
Heidie Wisselo
Adreswijzigingen
Peter Stark,
e-mail: pstark@trimbos.nl
Belangrijke telefoonnummers
Bestellingen 030 297 11 00
Helpdesk Preventie (LSP/LOP) 030 297 11 51
Drugs Informatie Lijn 0900-1995
Trimbos-instituut
Netherlands Institute of Mental Health and Addiction
Da Costakade 45
Postbus 725 3500 AS Utrecht
Telefoon (030) 297 11 00
Fax (030) 297 11 11
Homepage
Copyright © 2001 Trimbos-instituut All rights reserved.