Woonbond


Reactie Remkes op Woonbondonderzoek:

'Overlegwet moet worden gerepareerd'

Staatssecretaris Remkes van Volkshuisvesting vindt dat de Overlegwet moet worden gerepareerd. Hij deed deze uitspraak op grond van onderzoek door de Nederlandse Woonbond naar de overlegpositie van huurdersorganisaties. Remkes ontving dit rapport 'Overleg in naam der wet' vandaag uit handen van Woonbonddirecteur Mária van Veen. Volgens Remkes is overduidelijk dat de Overlegwet gerepareerd moet worden. Hij wil de positie van huurdersorganisaties versterken, het aantal onderwerpen waarover zij zeggenschap hebben uitbreiden en er moeten sancties komen als verhuurders weigeren om serieus met hun huurdersorganisatie te overleggen.

De tekortkomingen van de Wet op het overleg huurders verhuurder zoals de Overlegwet formeel heet, komen volgens Remkes in belangrijke mate voort uit het politiek gekissebis bij de invoering ervan eind 1998. Dat huurdersorganisaties geen stem hebben bij plannen van hun verhuurder om te fuseren is hem dan ook een doorn in het oog. Dit thema werd bij de behandeling van het wetsontwerp in 1998 door de Eerste Kamer uit het wetsvoorstel geschrapt. Ook mag het vol-gens Remkes niet zo zijn dat huurders in de particuliere sector door de eigenaar worden verwezen naar de beheerder (vaak makelaars), als die geen bevoegdheden heeft om dit overleg handen en voeten te geven.

Remkes zal dit najaar de conclusies van de Woonbond inbrengen bij de evaluatie van de Overlegwet door de Tweede Kamer. Het Woonbondonderzoek zal dan onderdeel uitmaken van een bredere evaluatie, omdat ook de ervaringen van verhuurders door het ministerie van VROM in kaart worden gebracht.

De Nederlandse Woonbond houdt drie symposia over de resultaten van het onderzoek voor huurdersorganisaties. Daar staat de vraag centraal welke verbeteringen van de wet nodig zijn. Het eerste symposium voor huurdersorganisaties in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg vindt vrijdag 8 juni plaats in Eindhoven.

Wilt u als journalist dit symposium bijwonen, dan kan dat. Het programma heeft plaats in Aristo Eindhoven en begint om 13.00 uur. Als u zich meldt bij de receptie ontvangt u een samenvatting van het onderzoeksrapport.

Utrecht, 7 juni 2001, Nummer U01.446