Clémence Ross: vragen over vergunning abortusboot
Tweede Kamerlid Clémence Ross-van Dorp heeft naar aanleiding van een artikel in het Financieel Dagblad van 6 juni jl. over
het initiatief om een Nederlandse abortusboot voor de Ierse kust te stationeren hierover schriftelijke vragen gesteld aan de
minister Borst (VWS) en Korthals (Justitie).
Clémence Ross wil van de ministers weten of de initiatiefnemers van de zogeheten abortusboot over de vereiste vergunning tot
het plegen van abortus beschikken en zij handelen binnen de kaders van de Nederlandse Wet Afbreking Zwangerschap.
"Indien de initiatiefnemers niet beschikken over een vergunning tot het plegen van abortus en niet blijken te handelen binnen de kaders van Wet Afbreking Zwangerschap, zijn zij dan strafrechtelijk te vervolgens", zo vraagt Clémence Ross. "Welke acties denkt de minister van Justitie in dat geval te nemen?"
Financiële bijdrage van overheid voor abortusboot?
Ross wil van de minister van Volksgezondheid weten of zij van plan is een aanvraag tot vergunning door de initiatiefnemers toe
te kennen. En of kan worden uitgesloten dat de initiatiefnemers van overheidswege verstrekte subsidies dan wel andere
financiële middelen hebben ontvangen "ten behoeve van dit initiatief, waardoor de overheid (indirect) bijdraagt aan de
financiering van dit project.
Eerder, woensdag 6 juni jl., stelde Clémence Ross-van Dorp, samen met fractiecollega Agnes van Ardenne-van der Hoeven, al
schriftelijke vragen over de abortusboot.
1. Is de minister op de hoogte van het initiatief om een Nederlandse abortusboot voor de Ierse kust te stationeren (1)?
2. Klopt het dat deze abortusboot vervolgens wereldwijd zal gaan rondtrekken?
3. Zo ja, hoe beoordeelt de minister dit initiatief gelet op het feit dat Nederlandse initiatiefnemers daarmee activiteiten
ondernemen die het democratisch tot stand gekomen strafrecht in een andere lidstaat ondermijnen?
4. Is hierover binnen de EU of bilateraal overleg geweest? Zo ja, wat zijn hiervan de resultaten? Zo nee, bent u voornemens op
korte termijn dit overleg te voeren en de Kamer hierover te informeren?
5. Denkt u dat een positief oordeel van de Nederlandse regering over een dergelijk initiatief leidt tot draagvlak voor het
internationaal toch al omstreden Nederlandse abortusbeleid?
6. Ligt dit voornemen in het verlengde van een eerder initiatief in het voorjaar van 1999 om een abortusboot te laten uitvaren
naar de kusten van Azië, Afrika en Latijns Amerika (2) ?
7. Staat u nog steeds positief tegenover dit initiatief uit 1999 en heeft u intertijd of later op enigerlei wijze steun verleend? Zo ja,
in welke mate?
(1) Financieel Dagblad, 6 juni 2001
(2) Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 1998-1999, 2047, 2048, 2747