Rijksvoorlichtingsdienst
Het Koninklijk Huis

05/06/01 Rede uitgesproken door de Koningin tijdens het staatsbanket aangeboden door de President van de Russische Federatie, Moskou 5 juni 2001

Mijnheer de President,

Het is voor mij een groot genoegen dit staatsbezoek aan uw land te brengen - het eerste in de geschiedenis - en hier vanavond met onze zoon Uw gast te zijn. Meer dan driehonderd jaar zijn verstreken tussen het welhaast legendarische bezoek van Tsaar Peter de Grote aan ons land in 1697 en 1698 en onze aanwezigheid nu. Daaruit mag niet worden afgeleid dat de betrekkingen tussen onze landen koel zouden zijn. Integendeel, in de loop der eeuwen waren de contacten veelzijdig, vriendschappelijk en vreedzaam.

Onze handelsbetrekkingen, via de Nederlandse factorij in Novgorod, gaan terug tot de Hanze-tijd. Veel kooplui en ambachtslieden vestigden zich toen hier. Tijdens de regering van Catharina de Grote deden Nederlanders hier bovendien grote investeringen. Omgekeerd was het de belangstelling voor de opbloeiende welvaart van onze jonge Republiek die Tsaar Peter naar ons land bracht. Zijn bezoek blijft in onze beide landen sterk tot de verbeelding spreken. Enkele jaren geleden werd het herdacht met een groot aantal programma's van culturele en wetenschappelijke samenwerking, die van blijvende betekenis zijn.

De toenemende contacten met Uw land brachten tevens belangstelling voor volk en cultuur met zich. De grote bloei van de Russische cultuur
- en in het bijzonder de letterkunde - in de negentiende eeuw heeft in heel Europa en ook in Nederland grote indruk gemaakt. In de twintigste eeuw werden ook de Russische film en beeldende kunst voor West-Europa een bron van inspiratie. De uitzonderlijke explosie van creativiteit die volgde op de Oktober-revolutie fascineerde vele Westerse kunstenaars en intellectuelen en heeft ook op ons culturele leven een onmiskenbaar stempel gedrukt. De werken van Uw beroemde componisten staan op het repertoire van al onze grote orkesten, die bovendien talrijke Russische musici onder hun leden tellen en dikwijls onder leiding van Russische dirigenten staan.

Mijnheer de President,

Nederland is klein in omvang, Rusland is zo groot als een continent. Toch bestaat er één duidelijke overeenkomst: Rusland is onmiskenbaar ook een Europees land. Het heeft, vooral in de laatste tweehonderd jaar, in de geschiedenis van Europa - en van de wereld - een grote rol gespeeld. De hartelijke band tussen onze vorstenhuizen kwam tot uiting in het huwelijk van onze koning Willem II met de dochter van de Russische Tsaar, prinses Anna Paulovna. Later nam Tsaar Nicolaas II het initiatief tot de Haagse Vredesconferentie van 1899, die voor ons van blijvende betekenis was, omdat zij leidde tot de oprichting van het Internationale Hof van Arbitrage en de bouw van het Vredespaleis.

Helaas bracht de twintigste eeuw niet de beoogde vrede, maar verwoestende oorlogen en ingrijpende sociale en politieke revoluties. In de Eerste Wereldoorlog verloren vele Russen hun leven en leden anderen grote ontberingen. De Tweede Wereldoorlog bracht nog grotere verschrikkingen. Onvergetelijk zijn het lijden en de moed van het Russische volk in die jaren. Onvergetelijk is ook het aandeel dat het Russische leger heeft gehad in de eindoverwinning. Wij blijven Rusland hiervoor diep dankbaar.

De revolutie van 1917 schiep een volstrekt nieuw sociaal, politiek en constitutioneel systeem, dat voor Rusland een nieuwe tijd inluidde, maar tevens een oppressief regime van dwang en onvrijheid met zich bracht. De drang naar vrijheid en economische hervormingen heeft tenslotte aan dit systeem een eind gemaakt. Nu ruim tien jaar later, is Uw land al vertrouwd met een president die zijn ambt na democratische verkiezingen aanvaardt. Dit tijdvak is daarom uniek in de geschiedenis van Uw land.

Diep ingrijpende veranderingen zoals die zich de laatste jaren in Uw land hebben voltrokken, gaan onvermijdelijk gepaard met grote sociale en economische problemen en met zeer pijnlijke gevolgen voor vele burgers. De oude zekerheden zijn verloren gegaan, nieuwe moeten worden opgebouwd. U heeft zelf aangegeven groot belang te hechten aan versterking van de rechtsstaat, vergroting van rechtszekerheid voor burgers en bescherming van de vrije meningsuiting als onmisbaar element in de samenleving. Op deze wijze geeft de Russische Federatie duidelijk aan de beginselen van de Europese waardengemeenschap te onderschrijven. Dit biedt een fundament om samen voort te bouwen aan een veilig, welvarend en democratisch Europa.

Vanmiddag is het Gezamenlijk Russisch-Nederlands Actieprogramma voor de komende jaren ondertekend. Deze overeenkomst voorziet in een permanente politieke en economische dialoog en in samenwerking tussen onze landen op terreinen als bewaking van de vrede en veiligheid, justitie en rechtshandhaving, onderwijs en cultuur, milieu en waterbeheer. Wellicht kan Nederland door de vele contacten en uitwisselingen die hieruit zullen voortvloeien, steun geven bij het zoeken naar nieuwe zekerheden voor de burgers en daarmee een bescheiden bijdrage leveren aan de verdere maatschappelijke en economische ontwikkeling van de Russische Federatie. Het zou verheugend zijn als onze landen op die manier de hartelijke betrekkingen die er tussen hen bestaan, verder zouden kunnen verstevigen.

Mijnheer de President,

Rusland neemt in Europa een onmisbare plaats in. Dat geldt voor verleden, heden en toekomst. De relaties tussen onze beide landen zijn nu weer zoals ze vroeger waren: goed en veelzijdig. Een Russisch spreekwoord zegt: "Eén oude vriend is beter dan twee nieuwe" (Stary droeg loetsje novych dvoech). Terugziend op een gemeenschappelijke geschiedenis van meer dan driehonderd jaar, mag ons land zich inderdaad tot Uw oude vrienden rekenen.

Gaarne nodig ik alle aanwezigen uit met mij het glas te heffen op Uw gezondheid, Mijnheer de President, op die van Mevrouw Poetina, en op de toekomst van het grote Russische volk.