Angola : attack by UNITA / Caxito Press Release: Brussels (29-05-2001) - Press: 202 - Nr: 9117/01
9117/01 (Presse 202)
P 102/01
(OR. en)
PERSMEDEDELING
Onderwerp :
Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie
over Angola
De Europese Unie spreekt een krachtige veroordeling uit ten aanzien
van de aanval van UNITA bij Caxito en de ontvoering van kinderen. Zij
vraagt om alle kinderen onmiddellijk vrij te laten en veilig naar huis
te laten terugkeren. De daders moeten gerechtelijk vervolgd worden.
Deze aanval is het zoveelste voorbeeld van het verschrikkelijke leed
dat de oorlog in Angola nog steeds voor het merendeel van de bevolking
met zich meebrengt.
Er is een vreedzame, duurzame oplossing van het conflict nodig
- gebaseerd op het Protocol van Lusaka - ten behoeve van de
democratische en economische ontwikkeling van het land die de gehele
bevolking ten goede zal komen. De EU constateert dat er in 1992 voor
het laatst verkiezingen hebben plaatsgevonden in Angola, en herhaalt
dat zij veel belang hecht aan de toezegging van de regering om in de
tweede helft van 2002 vrije en eerlijke algemene verkiezingen te
houden. Het is van het grootste belang dat die verkiezingen intensief
worden voorbereid, zodat er een democratisch klimaat ontstaat dat voor
het welslagen van de stembusgang nodig is.
De EU put moed uit enkele recente ontwikkelingen, zoals de aanneming
van de amnestiewet en de oprichting door de Nationale Vergadering van
een permanent vredescomité. Zij is verheugd over de mededeling van
president Dos Santos in zijn toespraak van 2 mei in Luanda, namelijk
dat zijn regering bereid is tot een dialoog om na te gaan hoe de vrede
op basis van het Protocol van Lusaka kan worden bereikt. De EU
constateert dat de president daarmee reageerde op een eerder
radio-interview met de heer Savimbi, en dringt er met klem bij de
UNITA-leider op aan zich op serieuze en effectieve wijze voor de vrede
in te zetten en het Protocol van Lusaka na te leven.
De EU steunt de rol van de kerken en de burgermaatschappij om een klimaat van openheid en dialoog te bevorderen. De EU is verheugd over de blijvende inzet van de secretaris-generaal van de VN om de vrede te herstellen en zegt nogmaals haar steun toe aan de handhaving van de sancties die de VN-Veiligheidsraad aan UNITA heeft opgelegd, omdat deze de bepalingen van het Protocol van Lusaka niet naleeft.
Het regeringsbesluit tot oprichting van een fonds voor vrede en
nationale verzoening, dat oud-soldaten moet helpen bij hun integratie
in de samenleving, kan een nuttige rol spelen, mits het fonds op
eerlijke en
transparante wijze functioneert. Het fonds moet gecombineerd worden
met een armoedebestrijdingsstrategie die gericht is op de noden van de
gemeenschappen waarin de oud-strijders zullen terugkeren.
In dit verband herhaalt de EU veel belang te hechten aan de uitvoering
van economische en sociale hervormingen. Zij is verheugd dat de
regering met het IMF een zogenoemd "Staff Monitored Programme"
overeengekomen is, en spoort haar aan de economische doelen ervan te
verwezenlijken, teneinde aldus te komen tot de sluiting van een
overeenkomst inzake een faciliteit voor armoedebestrijding en groei.
De EU dringt er bij de regering op aan, zo spoedig mogelijk de
maatregelen te nemen die in het kader van deze programma's
overeengekomen zijn en op actieve wijze een goed bestuur te
bevorderen, met name met betrekking tot transparantie en
corruptiebestrijding.
De EU maakt zich nog steeds ernstig zorgen over de aanhoudende
humanitaire crises waardoor drie miljoen mensen "in eigen land
ontheemden" zijn geworden. Zij dringt er bij de regering op aan, haar
programma voor humanitaire hulp (PNEAH) uit te breiden als indicatie
van haar fundamentele verantwoordelijkheid voor het welzijn van alle
Angolese burgers. De EU betreurt de voortdurende moeilijkheden bij de
verdeling van de humanitaire hulp voor ontheemden. Zij spoort de
regering aan, alles in het werk te stellen om de toegang tot de
humanitaire hulp in de gebieden die onder controle van de regering
staan, beter te vrijwaren. De EU vraagt alle partijen in het conflict,
met name UNITA, het leggen van mijnen te staken.
De EU is bereid hulp te blijven verlenen bij het verzachten van het oorlogsleed en bij te dragen aan een beter leven voor alle Angolezen.
De met de Europese Unie geassocieerde landen van Midden- en
Oost-Europa, de geassocieerde landen Cyprus, Malta en Turkije, alsmede
de EVA-landen die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, sluiten
zich bij deze verklaring aan.