Centraal Bureau voor de Statistiek

Statistisch Centraal Bureau voor de Statistiek Bulletin 57e jaargang no. 21 / 31 mei 2001

Inhoud Huishoudens en individuen ­ Consumentenconjunctuuronderzoek, mei 2001. pag. 2

Overige gegevens pag. 1 Prijzen ­ Prijsindexcijfers van de leaseprijzen naar type voertuig en prijs- categorie, 1e kwartaal 2001. pag. 4 Arbeid ­ Prijsindexcijfers beroepsgoederenvervoer over de weg, 1e kwar- ­ Cao-lonen per uur inclusief bijzondere beloningen, april taal 2001. pag. 4 2001. pag. 6
­ Cao-lonen per maand inclusief bijzondere beloningen, april 2001. pag. 7 Energie ­ Contractuele loonkosten per uur april 2001. pag. 6 ­ Aardoliegrondstoffen en -producten, februari 2001. pag. 3

Handel, horeca en reparatie
­ Rectificatie: Omzet en kosten van bedrijven in de groothandel, 1999. pag. 5

Zakelijke en overige commerciële dienstverlening
­ Ontwikkeling van de omzetten van benzineservicestations, Overige gegevens december 1999. pag. 5 (Niet in dit Statistisch bulletin opgenomen)

Verkrijgbaar is nieuw materiaal betreffende de volgende statistieken: Financiële instellingen en markten ­ Werkelijke individuele consumptie, maart 2001, volumemutaties ­ Gemiddeld rendement van obligatieleningen, obligatie- en aan- Werkelijke individuele consumptie, maart 2001, waardemutaties delenindexcijfers, week no. 20. pag. 8 Inl. te. (045) 570 70 70.

Verklaring van de tekens Prijs: . = gegevens ontbreken; ­ = nihil; x = geheim; * = voorlopig cijfer. 145,00 (ã 65,80) per jaar (excl. verzendkosten); los nummer 13,00 (ã 5,90). ( ) achter de titel = nummer met de laatst gepubliceerde overeenkomstige tabel.
Informatie Auteursrecht Infoservice: tel. (045) 570 70 70; E-mail: infoservice@cbs.nl © CBS, Voorburg/Heerlen, 2001. Bronvermelding is verplicht. Website: www.cbs.nl; Conjunctuur: teletekst pag. 506 en 507 Verveelvoudiging voor eigen of intern gebruik is toegestaan. Redactie SB: CBS, Postbus 4000, 2270 JM Voorburg. V32802 ISSN: 0166­9680




Vertrouwen consument niet verder gedaald Indexen consumentenvertrouwen, economisch klimaat en koopbereidheid

index Na vier maanden van dalingen is het consumentenvertrouwen in 40 mei niet verder teruggelopen. Dit komt vooral omdat de consument iets minder pessimistisch is over het economisch klimaat dan in 30 april. De koopbereidheid, de andere component van het con- 20 sumentenvertrouwen, blijft net als de afgelopen maanden stabiel. Dit blijkt uit het Consumenten Conjunctuur Onderzoek van het 10 CBS. 0


-10 Consument iets minder pessimistisch over economisch klimaat -20 De stabilisatie van het vertrouwen is vrijwel geheel toe te schrijven aan een iets minder pessimistisch oordeel over het economisch -30 klimaat. Dit is één van de twee onderdelen waarmee het consu- -40 mentenvertrouwen gemeten wordt. Vooral de verwachtingen voor m j j a s o n d j f m a m j j a s o n d j f m a m de komende twaalf maanden zijn minder negatief dan in april. In 1999 2000 2001 april was nog bijna de helft van de consumenten pessimistisch consumenten- economisch koop- over het economisch klimaat. In mei verwacht iets minder dan vertrouwen klimaat bereidheid veertig procent van de ondervraagden een verdere verslechtering. Net als vorige maand voorziet slechts één op de tien een verbete- ring in de komende tijd.
Ook over de arbeidsmarkt is de consument iets positiever dan vori- ge maand. In april waren er voor het eerst sinds ruim twee jaar meer huishoudens die een stijging van de werkloosheid voorzagen dan huishoudens die een verdere daling verwachtten. In mei zijn gaat. Het consumentenvertrouwen wordt bepaald op basis van de beide groepen huishoudens vrijwel even groot. mening van huishoudens over het algemene economische klimaat en over de eigen koopbereidheid. Maandelijks worden hierover in het Consumenten Conjunctuuronderzoek vijf vragen gesteld aan Koopbereidheid stabiel ongeveer duizend personen. Ondanks de veranderingen in het oordeel over het economisch De ondervraagden kunnen vinden dat het beter gaat (de `optimis- klimaat is de koopbereidheid in de eerste vijf maanden van 2001 ten'), dat het slechter gaat (de `pessimisten') of dat de situatie nagenoeg stabiel. Wel ligt hij op een lager niveau dan in 2000. Dit gelijk blijft. Als er evenveel optimistische als pessimistische con- onderdeel van het consumentenvertrouwen wordt gebaseerd op de sumenten zijn, heeft de index de waarde nul. Een waarde van tien mening van huishoudens over hun eigen financiën en over het betekent dat de optimisten een meerderheid van tien procent heb- doen van grote uitgaven. Ten opzichte van april vinden huis- ben ten opzichte van de pessimisten. houdens de tijd iets gunstiger voor het doen van grote aankopen, Twee van de vragen gaan over de economische situatie in het zoals televisies, koelkasten en computers. De mening van de algemeen. Het CBS berekent uit de antwoorden hierop de indicator consument over de eigen financiële situatie is in mei vrijwel on- van het economisch klimaat. De overige drie vragen gaan over de gewijzigd. financiële situatie van het eigen huishouden. Daaronder is ook de vraag of de tijd gunstig is voor aankopen van duurzame goederen. De antwoorden op deze drie vragen worden samengevat in de Technische toelichting indicator van de koopbereidheid. De index van het consumentenvertrouwen geeft aan in hoeverre Het Consumenten Conjunctuur Onderzoek wordt vanaf mei 2000 huishoudens vinden dat het economisch gezien beter of slechter medegefinancierd door de Europese Gemeenschap.

2 Centraal Bureau voor de Statistiek




Consumentenconjunctuuronderzoek 1) (17)

Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec.

Index van consumentenvertrouwen 2)

1994 ­18 ­16 ­14 ­11 ­8 ­6 ­5 3 6 ­3 ­2 ­8 1995 ­1 5 5 2 6 2 5 11 8 8 4 ­3 1996 4 ­2 ­8 ­8 ­2 ­1 4 5 8 8 2 1 1997 12 12 13 13 16 16 18 19 19 16 14 12 1998 20 19 23 20 25 25 25 24 16 4 4 5 1999 8 6 7 9 11 10 15 16 23 23 20 20 2000 28 24 25 26 25 27 25 26 24 23 17 19 2001 15 11 5 0 3

Index van het economisch klimaat 2)

1994 ­42 ­36 ­28 ­23 ­20 ­13 ­12 5 16 1 0 ­8 1995 1 7 9 2 9 1 3 14 11 13 7 ­1 1996 4 ­12 ­23 ­26 ­11 ­8 ­2 ­2 9 14 2 6 1997 18 13 13 15 23 18 21 23 24 23 20 16 1998 24 24 30 24 30 28 28 26 11 ­13 ­11 ­8 1999 ­3 ­7 ­8 ­9 ­3 ­4 6 6 24 24 17 18 2000 33 25 27 30 26 27 25 24 23 21 14 14 2001 10 ­1 ­13 ­26 ­20

Index van de koopbereidheid 2)

1994 ­1 ­3 ­4 ­3 0 ­2 ­1 1 ­1 ­5 ­4 ­7 1995 ­2 3 2 2 4 3 7 9 7 5 2 ­4 1996 4 4 2 5 3 4 8 9 7 5 2 ­2 1997 8 11 12 11 11 14 16 16 16 12 11 8 1998 17 15 19 18 21 22 22 22 20 15 14 13 1999 15 16 17 20 20 20 21 22 22 22 22 21 2000 24 23 23 24 24 27 25 27 25 24 19 22 2001 19 19 18 17 17

1) Dit onderzoek wordt medegefinancierd door de Europese Gemeenschap; netto steekproef aantal is 992 in de maand mei 2001. Door omstandigheden omvat het onderzoek over de maand juni 2000, 543 geënquêteerden. Normaal gesproken maken ongeveer 900 personen deel uit van de steekproef. Door de kleinere steekproefomvang zijn de onnauwkeurigheidsmarges bij de uitkomsten iets groter dan gebruikelijk. 2) Voor berekeningswijze van deze index zie de publikatie Gebruikershandboek Consumentenconjunctuuronderzoek 1972­1992 (SDU/uitgeverij, 1994 . Met ingang van januari 1994 worden de indexen met terugwerkende kracht gepresenteerd als een saldo met als minimum ­100 en als maximum +100.

Aardoliegrondstoffen en -producten (17)

2000 2001 2000 2001

jaar februari december januari februari jaar februari december januari februari

mln kg

Grondstoffen Winning Verwerking raffinaderijen

Ruwe aardolie 1 443 119 109 116 102 55 078 4 367 4 798 5 020 4 360 Overige grondstoffen 957 90 111 108 92 6 760 616 751 597 569

Totaal grondstoffen 2 401 209 221 225 194 61 838 4 983 5 549 5 617 4 929

Chemisch restgas 1 868 148 177 187 162 703 59 67 63 62 Raffinaderijgas 1 816 147 171 157 140 ­ ­ ­ ­ ­ Vloeibaar gas 3 720 308 298 337 298 2 099 163 177 174 190 Nafta's 4 983 456 518 523 464 387 32 26 65 31 Aromaten 7 161 624 635 687 567 1 594 124 101 150 120

Motorbenzine 9 646 712 899 861 770 4 030 319 353 329 312 Speciale benzine en min. terpentijn 389 26 22 37 30 110 9 6 11 8 Overige lichte olien 6 398 462 1 000 520 527 1 003 67 129 106 102 Vliegtuigbenzine 51 0 0 1 0 3 0 0 0 0 Jet fuel benzine basis ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­

Jet fuel petroleum basis 7 121 590 680 585 514 86 11 ­5 5 4 Petroleum 440 33 92 68 57 83 5 8 8 6 Gas-/diesel- en lichte stookolie
= 15 cSt 12 215 893 1 134 1 002 912 51 0 2 6 3 Minerale smeerolien en -vetten 654 46 66 49 48 183 16 15 15 15

Bitumen 740 51 26 8 42 287 8 20 6 8 Minerale wassen 127 9 7 10 8 97 5 24 8 4 Overige producten 4 822 394 480 478 445 2 289 170 236 204 204

Totaal producten 84 863 6 657 8 732 7 634 6 794 19 669 1 570 1 684 1 655 1 547

Statistisch bulletin 21 (CBS) 31/5/2001 3




Prijsindexcijfers van de leaseprijzen naar type voertuig en prijscategorie 1) (7)

Wegings- 1998 1999 2000 2000 2001 Procentuele coefficient 1) gem. gem. gem. ontwikkeling 1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. 1e kw*. 1e kw. 2001 t.o.v. 1e kw. 2000

juli 1990=100 2) Auto lease, totaal 100 114,3 115,8 124,6 122,0 124,1 125,8 126,3 125,9 3,2

Personenauto's 77 116,7 118,6 129,1 126,1 128,6 130,5 131,0 130,6 3,6 waarvan categorie 3)
= 51 800 15 121,0 123,7 133,2 131,4 132,9 134,3 134,1 133,6 1,7

Bestelauto's 10 101,5 101,5 106,0 104,7 105,6 107,4 106,2 107,3 2,5

Vrachtauto's 13 110,1 110,3 112,2 111,4 111,9 111,8 113,7 112,0 0,5

1) De enqueteperiode is in de afgelopen jaren op verzoek van de branche-organisaties aangepast. De prijsindexcijfers voor 1994 zijn gebaseerd op uitsluitend de maand juli. De prijsindexcijfers in 1994 zijn gebaseerd op de maanden mei en juli. De prijsindexcijfers na 1994 zijn gebaseerd op uitsluitend de maand mei.Vanaf mei 1996 worden de prijsindexcijfers elk kwartaal berekend op basis van de middelste maand.
2) De wegingscoefficienten zijn gebaseerd op branche-informatie en op gegevens uit de Productiestatistiek van de verhuurbedrijven van roerende goederen 1991. 3) Prijscategorie op basis van de catalogusprijs in januari 1990 (inclusief BTW, exclusief afleveringskosten) van de goedkoopste uitvoering. Geïndexeerd met het consumentenprijsindexcijfer van alle huishoudens voor nieuw aangekochte auto's.

Prijsindexcijfers Beroepsgoederenvervoer over de weg 1) (7)

Deelmarkt Wegings- 1998 1999 2000 2000 2001 Procentuele coefficient 2) gem. gem. gem. ontwikkeling 1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. 1e kw.* 1e kw. 2001 t.o.v. 1e kw. 2000

1e kwartaal 1994=100 1e kwartaal 1994=100

Totaal 10 000 104,8 105,9 109,6 108,6 109,0 109,8 111,1 113,9 4,9 w.v.
containervervoer 838 101,4 103,2 108,7 108,0 108,6 108,7 109,4 111,8 3,5 verhuisvervoer 218 112,5 116,9 120,3 116,1 117,0 123,0 125,0 124,3 7,1 open en gesloten vervoer 4 336 107,3 108,5 111,7 110,8 110,9 111,6 113,5 118,0 6,5 koel-, en vries- en isothermvervoer 1 184 101,9 103,0 106,5 105,4 106,0 107,0 107,4 109,6 4,0 tankvervoer 838 100,7 99,5 102,9 102,1 102,8 102,9 103,9 104,3 2,2 kippervervoer 351 104,8 106,5 112,1 110,4 111,4 113,0 113,8 119,3 8,1 overig vervoer 2 235 103,5 104,9 108,7 107,4 108,2 109,0 110,2 110,7 3,1

Nationaal vervoer 5 272 106,9 108,6 112,4 111,4 111,8 112,6 113,9 118,0 5,9 w.v.
containervervoer 666 101,2 103,3 108,8 108,4 108,7 108,8 109,4 111,9 3,2 verhuisvervoer 137 111,9 116,0 119,8 116,2 116,8 122,0 124,3 125,2 7,7 open en gesloten vervoer 2 592 110,8 112,5 115,9 115,0 115,3 115,7 117,5 123,5 7,4 koel-, en vries- en isothermvervoer 312 104,3 105,9 107,7 106,9 107,5 108,2 108,2 111,0 3,8 tankvervoer 426 100,2 99,3 101,1 101,4 100,2 101,0 101,6 102,6 1,2 kippervervoer 304 104,8 106,8 112,6 110,8 111,5 113,5 114,4 120,8 9,0 overig vervoer 835 103,8 105,7 110,8 108,7 110,1 111,9 112,6 114,1 5,0

Internationaal vervoer 4 728 102,4 103,0 106,5 105,4 105,9 106,6 108,1 109,4 3,8 w.v.
containervervoer 172 102,1 102,8 108,1 106,7 108,2 108,2 109,3 111,4 4,4 verhuisvervoer 81 113,6 118,6 121,0 115,9 117,4 124,6 126,1 122,7 5,9 open en gesloten vervoer 1 744 102,0 102,4 105,5 104,5 104,5 105,5 107,5 109,9 5,2 koel-, en vries- en isothermvervoer 872 101,1 102,0 106,0 104,9 105,4 106,5 107,2 109,2 4,1 tankvervoer 412 101,3 99,7 104,9 102,9 105,5 104,9 106,3 106,0 3,0 kippervervoer 47 104,4 104,7 109,4 107,7 110,6 109,8 109,5 109,6 1,8 overig vervoer 1 400 103,4 104,5 107,4 106,7 107,1 107,3 108,7 108,7 1,9

1) De prijzen zijn kwartaalgemiddelden gebaseerd op de middelste maand van elk kwartaal. 2) De wegingscoefficienten zijn gebaseerd op branche-informatie, gegevens uit de Productiestatistiek Goederenwegvervoer 1992 en gegevens van de deelnemende be- roepsvervoerders.

4 Centraal Bureau voor de Statistiek




Ontwikkeling van omzetten (incl. BTW), prijzen en hoeveelheden van benzineservicestations. (1995=100) (1)

2000 Wijzigingen in % 1)

jan. febr. maart april mei juni juli aug. sept. okt. nov. dec. okt. 2000­ jan. 2000­ dec. 2000 dec. 2000 t.o.v. t.o.v. okt. 1999­ jan. 1999­ dec. 1999 dec. 1999

Benzineservicestations (SBI 5050)

prijs 133 138 138 134 136 137 140 141 153 154 156 148 18,8 19,5 hoeveelheid 99 99 106 112 116 112 107 103 100 103 101 106 ­7,3 ­4,8 Omzet 132 136 146 150 158 153 149 145 152 159 157 156 10,2 13,5

1) De wijzigingen zijn berekend op basis van niet-afgeronde indexcijfers.

Omzet en kosten van bedrijven in de groothandel (2000, no. 1)

Branches Bedrijven Werkzame Netto Bruto- Bedrijfslasten W.v.: Bedrijfs- personen omzet winst 1) resultaat (excl. BTW) Personeels- Overige kosten bedrijfs- lasten

x 1000 mld gld in % van de netto-omzet

Totaal groothandel (SBI 512­517) 1998 61,0 473,7 444,6 19,2 15,9 6,9 9,0 4,0

1999* 58,8 495,5 486,3 20,2 16,4 7,3 9,1 4,5

w.o. groothandel in:

Grondstoffen en halffabrikaten 1 998 10,4 75,4 98,0 12,8 10,8 4,5 6,3 2,7 (SBI 512, 5151, 5152, 5155 t/m 5157) 1999* 10,1 73,6 108,2 13,3 11,1 4,8 6,3 2,9

w.o. groothandel in:

Landbouwprodukten en levende dieren 1 998 6,1 39,1 47,3 11,5 10,3 4,2 6,1 2,0 (SBI 512) 1999* 6,0 39,4 48,4 12,3 11,0 4,7 6,3 2,3

Consumenten goederen 1 998 28,6 189,0 181,4 19,5 16,4 6,2 10,2 3,9 (SBI 513, 514, 5171.5 en 5172) 1999* 27,1 198,8 192,7 20,0 16,7 6,7 10,0 4,0

w.o groothandel in:

Voedings- en genotmiddelen 1 998 7,7 77,5 89,0 13,1 11,3 4,8 6,6 2,6 (SBI 513) 1999* 7,4 80,8 92,8 13,7 11,9 5,2 6,7 2,6

Bouwmaterialen 1 998 5,7 55,2 34,0 22,8 19,0 9,9 9,1 4,3 (SBI 5153 en 5154) 1999* 5,6 55,6 36,0 23,4 19,4 10,2 9,2 4,7

Machines, apparaten en toebehoren 1 998 13,8 139,5 122,3 22,7 18,4 9,0 9,4 5,0 (SBI 516) 1999* 13,6 151,7 140,2 24,6 19,1 9,1 10,0 6,1

1) Bruto winst = netto omzet ­ inkoopwaarde van de omzet.

Statistisch bulletin 21 (CBS) 31/5/2001 5




Contractuele loonkosten per uur inclusief bijzondere beloningen 1) (16)

Sbi- Jaargemiddelde 2000 2001* code 2) 1999 2000 april mei juni juli aug. sept. okt. nov. dec. jan. febr. maart april

1990=100

Metaal- en elektrotechnische industrie 27­35 127,8 132,5 131,3 131,3 131,3 133,2 133,2 135,5 135,3 135,3 135,3 134,1 134,1 134,1 135,2 Verzekeringswezen en pensioenfondsen 66 128,6 133,3 131,8 131,8 134,4 134,4 134,4 134,4 134,4 134,4 136,1 136,1 136,1 136,1 136,6 Openbaar bestuur 75 128,0 131,4 130,4 130,1 130,1 130,0 132,7 132,7 133,6 133,6 133,6 133,2 133,5 133,6 133,8 Onderwijs 80 130,0 133,9 134,6 134,6 134,6 134,6 134,6 134,6 134,6 134,6 134,6 133,7 133,7 137,4 137,4 Gezondheids- en welzijnszorg 85 124,7 129,3 127,9 127,9 129,7 130,3 130,5 130,5 130,5 130,5 130,5 130,0 129,7 129,7 129,9

1) Tot en met 2000 maakt de overhevelingstoeslag deel uit van de loonkosten, terwijl vanaf 2001 wordt uitgegaan van cao-lonen waarin de gebruteerde overhevelings- toeslag verwerkt is.
2) Indeling naar economische activiteit volgens de Standaard bedrijfsindeling (SBI 1993).

Cao-lonen per uur inclusief bijzondere beloningen 1) (16)

Sbi- Jaargemiddelde 2000 2001* code 2) 1999 2000 april mei juni juli aug. sept. okt. nov. dec. jan. febr. maart april

1990=100

Totaal 01­93 128,0 132,2 131,4 131,4 131,7 132,9 133,1 133,4 133,6 133,6 133,7 135,0 135,0 135,3 135,8

Leeftijdscategorie

Jeugd 127,4 132,2 131,0 131,0 131,1 132,9 133,0 133,8 133,8 133,8 133,9 138,0 138,0 138,0 138,6 Volwassenen 128,0 132,2 131,4 131,4 131,7 132,9 133,1 133,4 133,6 133,6 133,7 134,8 134,8 135,1 135,6

Cao-sector

Particuliere bedrijven 128,6 132,8 132,0 132,0 132,2 133,8 133,7 134,2 134,3 134,3 134,4 136,0 136,1 136,1 136,8 Overheid 126,5 130,4 129,9 129,8 130,0 130,0 131,5 131,5 131,9 132,0 132,0 132,2 132,3 133,8 133,9 Gesubsidieerde sector 126,8 131,3 130,2 130,3 131,3 132,2 132,2 132,3 132,4 132,4 132,6 133,5 133,2 133,3 133,6

Bedrijfssector 2)

Landbouw en visserij 01­05 131,0 136,4 135,2 135,2 135,2 137,5 137,6 137,6 137,6 137,6 137,6 138,6 138,6 138,6 138,6 Industrie en bouwnijverheid 10­45 129,6 133,9 133,1 133,1 133,2 134,7 134,8 135,4 135,3 135,3 135,5 136,0 136,1 136,1 137,7 Commerciele dienstverlening 50­74 127,5 131,6 130,8 130,8 131,0 132,6 132,6 132,9 133,1 133,1 133,2 135,5 135,5 135,5 135,7 Niet-commerciele dienstverlening 75­93 126,9 131,1 130,4 130,4 131,0 131,2 132,1 132,2 132,6 132,6 132,6 133,0 132,9 133,9 134,1

Bedrijfstak 2)

Industrie 15­37 128,4 132,9 132,3 132,3 132,3 133,7 133,8 134,6 134,6 134,6 134,9 135,3 135,5 135,5 136,3 Energie- en waterleidingbedrijven 40­41 125,8 129,5 129,4 129,1 129,1 129,1 129,8 129,8 130,5 130,5 130,5 131,5 131,5 131,5 132,5 Bouwnijverheid 45 133,4 136,8 135,8 135,8 136,1 138,1 138,1 138,1 137,7 137,7 137,7 138,2 138,2 138,2 142,1

Handel 50­52 128,9 133,3 132,1 132,2 132,5 134,6 134,4 134,4 134,9 134,9 134,9 135,6 135,6 135,6 135,7 Horeca 55 128,4 134,7 132,4 132,4 132,4 136,9 136,9 136,9 137,2 137,2 137,2 137,2 137,2 137,2 137,2 Vervoer en communicatie 60­64 127,5 131,0 131,6 131,6 131,6 131,6 131,6 131,6 131,8 131,8 132,0 132,3 132,3 132,3 132,7 Financiele instellingen 65­67 126,8 132,6 130,6 130,6 131,3 134,8 134,8 134,8 134,8 134,8 135,3 135,4 135,4 135,4 135,5 Zakelijke dienstverlening 70­74 126,4 129,7 129,0 129,0 129,0 129,9 130,0 130,9 130,9 130,9 130,9 136,8 136,8 136,8 136,8

Openbaar bestuur 75 126,3 130,1 129,0 128,8 128,8 128,8 131,3 131,3 132,2 132,2 132,2 132,6 132,9 133,0 133,2 Onderwijs 80 126,9 130,9 131,5 131,5 131,5 131,5 131,5 131,5 131,5 131,5 131,5 131,6 131,6 135,3 135,3 Gezondsheids- en welzijnszorg 85 126,9 131,6 130,2 130,2 131,9 132,6 132,8 132,8 132,8 132,8 132,8 133,2 132,9 133,0 133,1 Cultuur en overige dienstverlening 90­93 127,9 133,0 132,3 132,6 132,6 133,1 133,2 134,2 134,7 134,7 134,7 135,6 135,6 136,1 137,1

Bedrijfsklasse 2)

Voedings- en genotmiddelenindustrie 15­16 128,9 133,1 132,7 132,7 132,8 134,0 134,0 134,0 134,1 134,1 134,1 135,7 135,7 135,7 136,5 Grafische industrie 22 126,6 131,7 131,5 131,5 131,5 132,1 132,1 132,1 132,1 132,1 133,0 133,5 135,3 135,3 136,3 Chemische industrie 24 130,9 134,9 135,2 135,3 135,4 135,5 135,5 135,5 135,5 135,5 135,5 135,9 135,9 135,9 137,0 Metaal- en elektrotechnische industrie 27­35 127,2 132,2 131,1 131,1 131,1 132,9 133,0 135,0 135,0 135,0 135,0 135,1 135,1 135,1 136,1

Groothandel 51 127,9 132,0 131,0 131,0 131,3 133,6 133,3 133,3 133,4 133,3 133,3 133,8 133,8 133,8 133,8 Detailhandel 52 131,0 136,2 135,0 135,0 135,5 137,0 137,0 137,0 138,2 138,2 138,3 139,7 139,7 139,7 139,8 Financiele instellingen en
zakelijke dienstverlening 65­74 126,5 130,4 129,4 129,4 129,5 131,2 131,2 131,9 131,9 131,9 132,0 136,4 136,4 136,5 136,5 Bankwezen 65 126,6 132,9 130,7 130,7 130,7 135,7 135,7 135,7 135,7 135,7 135,7 135,4 135,4 135,4 135,4 Verzekeringswezen en pensioenfondsen 66 127,3 132,2 130,6 130,6 133,2 133,2 133,2 133,2 133,2 133,2 134,8 135,8 135,8 135,8 136,3

1) De brutering van de overhevelingstoeslag (vanaf januari 2001)is zodanig in de indexcijfers verwerkt, dat de brutering niet leidt tot loonmutaties, voorzover niet van de wettelijke bruteringsregeling (verhoging van het loon met 1,9 procent met een maximum van 1745 gulden per jaar) is afgeweken. 2) Indeling naar economische activiteit volgens de Standaard bedrijfsindeling (SBI 1993).

6 Centraal Bureau voor de Statistiek




Cao-lonen per maand inclusief bijzondere beloningen 1) (16)

Sbi- Jaargemiddelde 2000 2001* code 2) 1999 2000 april mei juni juli aug. sept. okt. nov. dec. jan. febr. maart april

1990=100

Totaal 01­93 125,1 129,1 128,3 128,4 128,6 129,8 130,0 130,4 130,5 130,5 130,6 131,8 131,9 132,2 132,7

Leeftijdscategorie

Jeugd 125,9 130,6 129,4 129,5 129,6 131,3 131,4 132,2 132,2 132,2 132,3 136,4 136,4 136,4 136,9 Volwassenen 125,1 129,0 128,3 128,3 128,6 129,7 130,0 130,2 130,4 130,4 130,5 131,6 131,6 131,9 132,4

Cao-sector

Particuliere bedrijven 126,9 131,1 130,2 130,3 130,4 131,9 131,9 132,4 132,5 132,5 132,5 134,2 134,2 134,2 134,9 Overheid 121,4 125,1 124,6 124,5 124,7 124,7 126,1 126,1 126,6 126,6 126,6 126,8 126,9 128,3 128,4 Gesubsidieerde sector 120,9 124,7 123,7 123,7 124,7 125,6 125,6 125,7 125,7 125,7 126,0 126,8 126,5 126,7 126,9

Bedrijfssector 2)

Landbouw en visserij 01­05 128,2 133,5 132,3 132,3 132,3 134,6 134,6 134,6 134,6 134,6 134,6 135,6 135,6 135,6 135,6 Industrie en Bouwnijverheid 10­45 128,0 132,1 131,3 131,3 131,4 132,9 132,9 133,5 133,4 133,4 133,6 134,1 134,2 134,2 135,8 Commerciele dienstverlening 50­74 125,8 129,8 129,0 129,0 129,2 130,7 130,7 131,0 131,2 131,2 131,3 133,6 133,6 133,6 133,7 Niet-commerciele dienstverlening 75­93 121,4 125,3 124,6 124,5 125,1 125,4 126,2 126,3 126,7 126,7 126,7 127,0 127,0 127,9 128,1

Bedrijfstak 2)

Industrie 15­37 127,3 131,6 130,8 130,9 130,9 132,3 132,3 133,1 133,1 133,1 133,4 133,8 134,0 134,0 134,8 Energie- en waterleidingbedrijven 40­41 123,5 127,1 127,0 126,7 126,7 126,7 127,4 127,4 128,1 128,1 128,1 129,1 129,1 129,1 130,0 Bouwnijverheid 45 130,3 134,0 132,9 132,9 133,2 135,2 135,2 135,2 134,8 134,8 134,8 135,2 135,2 135,2 139,1

Handel 50­52 127,3 131,7 130,6 130,7 130,9 133,0 132,9 132,9 133,3 133,3 133,3 134,0 134,0 134,0 134,1 Horeca 55 128,2 134,6 132,2 132,2 132,2 136,7 136,7 136,7 137,1 137,1 137,1 137,1 137,1 137,1 137,1 Vervoer en communicatie 60­64 125,5 129,0 129,6 129,6 129,6 129,6 129,6 129,6 129,8 129,8 130,0 130,3 130,3 130,3 130,7 Financiele instellingen 65­67 121,5 127,2 125,2 125,2 125,9 129,3 129,3 129,3 129,3 129,3 129,7 129,7 129,7 129,7 129,8 Zakelijke dienstverlening 70­74 125,7 128,9 128,2 128,2 128,2 129,1 129,2 130,1 130,1 130,1 130,1 136,0 136,0 136,0 136,0

Openbaar bestuur 75 121,5 125,1 124,1 123,8 123,8 123,8 126,3 126,3 127,1 127,2 127,2 127,5 127,7 127,9 128,0 Onderwijs 80 121,2 124,9 125,6 125,6 125,6 125,6 125,6 125,6 125,6 125,6 125,6 125,6 125,6 129,1 129,1 Gezondsheids- en welzijnszorg 85 120,3 124,3 123,0 123,0 124,6 125,3 125,5 125,5 125,5 125,5 125,5 125,9 125,6 125,6 125,8 Cultuur en overige dienstverlening 90­93 124,8 129,5 128,7 129,0 129,0 129,5 129,6 130,6 131,1 131,1 131,1 132,0 132,0 132,4 133,4

Bedrijfsklasse 2)

Voedings- en genotmiddelenindustrie 15­16 129,0 133,1 132,7 132,8 132,9 134,0 134,0 134,0 134,1 134,1 134,1 135,8 135,8 135,8 136,5 Grafische industrie 22 126,7 131,7 131,5 131,5 131,5 132,2 132,2 132,2 132,2 132,2 133,1 133,6 135,4 135,4 136,4 Chemische industrie 24 127,3 131,2 131,5 131,7 131,7 131,8 131,8 131,8 131,8 131,8 131,8 132,2 132,2 132,2 133,2 Metaal- en elektrotechnische industrie 27­35 127,0 131,3 129,9 129,9 129,9 131,8 131,8 133,8 133,9 133,9 133,9 133,9 133,9 133,9 134,9

Groothandel 51 126,9 131,1 130,0 130,1 130,3 132,6 132,3 132,3 132,4 132,4 132,4 132,8 132,8 132,8 132,8 Detailhandel 52 128,3 133,4 132,3 132,3 132,7 134,2 134,2 134,3 135,4 135,4 135,5 136,8 136,8 136,8 137,0 Financiele instellingen en
zakelijke dienstverlening 65­74 124,4 128,3 127,2 127,2 127,4 129,0 129,0 129,7 129,7 129,7 129,8 134,2 134,2 134,2 134,2 Bankwezen 65 119,2 125,2 123,1 123,1 123,1 127,8 127,8 127,8 127,8 127,8 127,8 127,5 127,5 127,5 127,5 Verzekeringswezen en pensioenfondsen 66 126,4 131,3 129,7 129,8 132,3 132,3 132,3 132,3 132,3 132,3 134,0 134,2 134,2 134,2 134,6

1) De brutering van de overhevelingstoeslag (vanaf januari 2001) is zodanig in de indexcijfers verwerkt, dat de brutering niet leidt tot loonmutaties, voorzover niet van de wettelijke bruteringsregeling (verhoging van het loon met 1,9 procent met een maximum van 1745 gulden per jaar) is afgeweken. 2) Indeling naar economische activiteit volgens de Standaard bedrijfsindeling (SBI 1993).

Statistisch bulletin 21 (CBS) 31/5/2001 7




Gemiddeld rendement van obligatieleningen, obligatie- en aandelenindexcijfers (20)

Gemiddelden Week 21 per dag

2001 21­5 22­5 23­5 24­5 25­5

maart april week 19 week 20 week 21


Gemiddeld effectief rendement

Staatsleningen, algemeen 4,79 4,91 5,00 5,09 5,13 5,11 5,10 5,15 5,14 5,16 w.v. met gemiddeld resterende looptijd van
3­ CBS-koersindex voor staatsobligaties ultimo 1983=100

Gemiddeld resterende looptijd
3­ ultimo 1993=100

CBS-index voor converteerbare obligaties 1) 349,0 338,1 340,6 341,5 345,0 343,1 346,3 346,4 345,6 343,5

ultimo 1983=100 CBS-herbeleggingsindex voor obligaties

Staatsleningen 364,6 363,7 363,4 362,3 362,1 362,9 362,4 362,0 362,0 361,4 Financiele instellingen
gewone obligaties 346,0 346,7 346,7 346,5 346,3 346,6 346,5 346,2 346,2 346,0 achtergestelde obligaties 422,4 422,9 423,6 422,8 422,6 423,2 422,8 422,5 422,5 422,0

Algemeen 362,6 362,2 362,2 361,4 361,3 361,8 361,5 361,1 361,2 360,7

jaar

Duration van staatsleningen met een vaste looptijd 4,79 4,80 4,75 4,68 4,66 4,68 4,67 4,65 4,65 4,64

CBS-koersindex voor aandelen ultimo 1983=100 Officiele Markt
Algemeen 812,7 808,8 834,2 843,1 855,3 854,4 863,4 855,9 855,2 847,8 Algemeen excl. Kon. Olie 807,7 800,6 822,7 826,8 835,2 833,5 845,2 837,1 834,9 825,2

Internationals 799,4 791,2 837,6 857,5 872,3 880,3 880,7 869,5 867,4 863,7

Lokale fondsen 850,8 849,8 861,9 863,6 874,6 867,7 882,7 877,4 877,8 867,5 Financiele instellingen 1 001,8 1 034,6 1 015,3 1 021,0 1 033,8 1 020,6 1 039,5 1 039,9 1 041,9 1 026,9 Niet-financiele instellingen 798,0 773,5 808,4 807,4 817,8 814,7 828,1 818,4 817,6 809,9

ultimo 1993=100 CBS/MoneyView-index voor beleggingsfondsen
Algemeen 167,7 167,2 174,5 174,6 179,2 177,5 179,6 179,7 179,7 179,4 aandelenfondsen 227,7 226,9 241,2 241,8 250,3 247,2 251,2 251,3 251,1 250,6 obligatiefondsen 132,2 131,2 130,8 130,6 131,0 130,5 130,8 130,9 131,6 131,5 geldmarktfondsen 118,6 117,3 117,4 117,5 117,7 117,6 117,6 117,7 117,7 117,8

CBS/NIB-index voor niet AEX-aandelen 368,1 340,6 355,9 355,5 366,2 360,9 368,5 367,4 367,1 367,2 CBS MIT-index 443,9 405,5 452,0 447,5 455,3 459,7 472,3 455,0 448,1 441,5 CBS MIT Small-index 560,2 489,4 528,4 514,5 540,3 533,1 557,7 540,5 537,7 532,5 CBS/SBV Vastgoedindex algemeen 99,0 96,0 96,4 96,9 97,6 97,2 97,6 97,9 97,6 97,8

CBS-herbeleggingsindex voor aandelen ultimo 1983=100 Officiele Markt
Algemeen 1 529,6 1 526,1 1 581,5 1 603,4 1 631,7 1 629,9 1 647,1 1 632,7 1 631,5 1 617,3 Algemeen excl. Kon. Olie 1 397,4 1 389,7 1 436,9 1 448,9 1 464,6 1 461,5 1 482,1 1 467,9 1 464,1 1 447,2

Internationals 1 614,4 1 600,9 1 697,5 1 743,7 1 784,9 1 801,1 1 802,1 1 779,2 1 774,7 1 767,2 Lokale fondsen 1 474,7 1 477,0 1 508,3 1 515,9 1 536,5 1 524,2 1 550,7 1 541,5 1 542,1 1 524,1 Financiele instellingen 2 056,9 2 131,4 2 110,0 2 131,2 2 157,9 2 130,5 2 169,9 2 170,7 2 174,9 2 143,7 Niet-financiele instellingen 1 261,2 1 225,0 1 286,7 1 287,4 1 306,2 1 301,2 1 322,5 1 307,2 1 306,0 1 293,9

ultimo 1993=100 CBS/MoneyView-index voor beleggingsfondsen
Algemeen 183,0 182,8 191,5 191,7 196,6 194,8 197,1 197,2 197,2 196,9 aandelenfondsen 250,7 250,0 266,5 267,1 276,5 273,1 277,5 277,6 277,4 276,8 obligatiefondsen 142,1 141,7 141,9 141,7 142,2 141,6 142,0 142,1 142,8 142,7 geldmarktfondsen 121,0 121,5 121,8 121,9 122,1 122,0 122,0 122,1 122,1 122,2

CBS/NIB-index voor niet AEX-aandelen 428,9 398,1 419,2 420,1 433,7 427,2 436,2 435,1 434,8 435,1 CBS MIT-index 507,7 466,2 519,7 514,6 523,6 528,6 543,1 523,2 515,2 507,7 CBS MIT Small-index 607,0 530,8 573,2 558,2 586,4 578,6 605,3 586,6 583,5 578,0 CBS/SBV Vastgoedindex algemeen 152,6 150,1 154,5 155,3 156,5 155,8 156,5 156,9 156,5 156,8

1) Tot 1­1­2001 CBS/Stroeve index.

8 Centraal Bureau voor de Statistiek