Den Haag, 1 juni 2001
VRAGEN VAN HET LID ARIB (PVDA) AAN DE MINISTERS VAN JUSITITIE EN VAN
GROTESTEDEN- EN INTEGRATIEBELEID
1. Hebt u kennis genomen van het bericht dat allochtone jongeren in
Amsterdam steeds meer door disco's worden gediscrimineerd? (1)
2. Doet dit verschijnsel zich ook in andere (grote) steden voor? Zo ja,
waar en hoe vaak?
3. Kunt u een overzicht geven van het aantal aangiften dat door allochtone
jongeren wordt gedaan tegen discriminatie door disco's en horecagelegenheden
en hoe vaak deze aangiften tot daadwerkelijke vervolging hebben geleid? Zo
niet, bent u bereid hiernaar onderzoek te doen?
4. Bent u het eens met de stelling dat het discrimineren van allochtonen
jongeren in strijd is met de geldende bepalingen in het Wetboek van
Strafrecht en daardoor strafbaar is? Zo ja, bent u bereid contact op te
nemen met het Openbaar Ministerie om tot een actief beleid te komen om dit
probleem aan te pakken en de Kamer daarover te informeren?
5. Bent u het eens met de stelling eens dat het weigeren van jongeren in het uitgaansleven niet bevorderlijk is voor de participatie van allochtone jongeren in de Nederlandse samenleving? Zo ja, bent u bereid hierover in overleg te treden met de verantwoordelijke lokale bestuurders van de (grote) steden om gezamenlijk tot concrete maatregelen te komen?