Ministerie van Middenstand en Landbouw België


01/06/2001


PERSBERICHT

PREMIE VOOR ZOOGKOEIEN - CAMPAGNE 2001

De Minister van Landbouw en Middenstand deelt de premievoorwaarden en
-modaliteiten mee betreffende de premieaanvragen voor zoogkoeien voor de campagne 2001.


1. Premievoorwaarden

+ Oppervlakte voedergewassen
Een producent moet uiterlijk op 15 mei 2001 een oppervlakteaangifte voedergewassen indienen, behalve indien geen extensiveringspremie wordt aangevraagd én indien de som van alle dieren aangegeven in zijn premieaanvragen voor de campagne 2001 (ooien, mannelijke runderen, zoogkoeien, vaarzen) en de melkkoeien nodig om het melkquotum te produceren, ten hoogste 15 grootvee-eenheden bedraagt. Het totale aantal premies wordt -beperkt door de veebezet-ting, zijnde 2,0 GVE per hecta-re aanvaarde opper-vlakte voederge-was.

+ Veebezettingsgetal
De veebe-zetting wordt berekend op basis van het aantal melk-koeien nodig om de melkquota (som van het quotum "l-eve-ringen" en quotum "re-cht-streekse ver-koop") te kun-nen produ-ce-ren, van het aantal ooi-en, het aantal mannelijke runderen -(stieren en ossen) en het aantal zoog-koeien en vaarzen waar-voor tijdens de campagne 2001 een pre-mie wordt aange-vraagd. Een melk-koe of z-oogkoe wordt ge-teld aan 1 GVE, een ooi aan 0,15 GVE, een mannelijk rund of een vaars tot 2 jaar aan 0,6 GVE en een mannelijk rund of een vaars ouder dan 2 jaar aan 1 GVE.

+ Melkquotum
De referentiehoeveelheid melk die bij de berekening van het veebezettingsgetal van het bedrijf voor de berekening van de grootvee-eenheden (GVE) en voor het mimimale aantal aan te geven melkkoeien wordt gehanteerd, is het melkquotum (leveringen en/of rechtstreekse verkopen) dat aan de producent is toegekend op 31 maart 2001 (eventuele leasing als overlater of overnemer inbegrepen). Het betreft hier het melkquotum van het melkprijsjaar 2000-2001. Evenwel, voor producenten die met ingang van 1 april 2001 hun melkquotum geheel of gedeeltelijk vrijgeven via het quotumfonds of overdragen aan andere producenten, respectievelijk overnemen van het quotumfonds of van andere producenten, wordt het nieuwe melkquotum op 1 april 2001 als referentie genomen.
Het op de premieaanvraagformulieren voorgedrukte melkquotum is het melkquotum dat gekend is op het moment van het afdrukken van de aanvraagformulieren. De producenten dienen bij het invullen van de aanvraag steeds rekening te houden met alle eventuele ingediende, maar nog niet door de administratie afgehandelde, overdrachtdossiers en desgevallend het voorgedrukte melkquotum aan te passen. Voor producenten die niet deelnemen aan de melkcontrole van de VRV wordt een theoretische melkrendement van 5.291 liter (5450 kg) in rekening gebracht.

+ De specifieke voorwaarden premie voor zoogkoeien o De producent moet zich ertoe verbinden op zijn bedrijf gedurende minstens 6 maanden volgend op de dag van de aanvraag een aantal zoogkoeien, vaarzen en melkkoeien aan te houden dat minstens ge-lijk is aan het aangegeven aantal.
o De aanhoudingsperiode begint op de dag na de indiening van het premiedossier (poststempel briefomslag of datum van afgifte in het Provinciale Bureau). Tijdens deze periode is de vervan-ging van aangegeven zoogkoeien door andere zoogkoei-en of door vaarzen en de vervan-ging van aangegeven vaarzen door zoogkoeien of door vaarzen toegestaan, voor zover het maximum van 20 % vaarzen ten opzichte van het aantal aangegeven vrouwelijke runderen (zoogkoeien en vaarzen samen) nooit wordt overschreden. Dergelijke vervan-gingen moeten permanent worden inge-schre-ven in de respectievelijke "Registers van de vervangingen". De vervanging van melkkoeien door andere melkkoei-en is ook toegestaan.
o De vervanging is echter pas toegelaten vanaf de dag volgend op de indieningsdatum van het premiedossier (d.i. de eerste dag van de aanhoudingsperiode). o Om als zoogkoe premiegerechtigd te kunnen zijn, moet het dier min-stens één maal hebben ge-kalfd, aanwezig zijn op het bedrijf van de producent op het ogenblik van het indie-nen van de aan-vraag, behoren tot één van de toegela-ten rassen en deel uitmaken van een zoogkoeien-bestand dat be-stemd is voor het opfokken van kalveren voor de vleespro-ductie. o Om als vaars premiegerechtigd te kunnen zijn, moet het rund min-stens acht maand oud zijn, nog niet hebben gekalfd, aanwezig zijn op het bedrijf van de producent op het ogenblik van het indie-nen van de aan-vraag, behoren tot één van de toegela-ten rassen en deel uitmaken van een zoogkoeien-bestand dat be-stemd is voor het opfokken van kalveren voor de vleespro-ductie. Het is mogelijk om in de premieaanvraag vaarzen aan te geven ten belope van maximum 20 % van het totaal aantal aangegeven vrouwelijke runderen (zoogkoeien en vaarzen samen).
o Eventuele aangekochte runderen mogen nog niet voor de premie zijn aangegeven door een andere producent tijdens dezelfde campagne. De aanvrager dient zich ervan te vergewissen of eventueel aangekochte runderen niet reeds door een andere producent voor de zoogkoeienpremie werden aangegeven tijdens de campagne 2001. Aangekochte runderen waarvoor de premie wordt aangevraagd dienen steeds te kalven op het bedrijf van de premieaanvrager. o Vaarzen mogen in geen geval worden aangegeven als zoogkoe of als melkkoe.
o De producent dient bijzondere aandacht te schenken aan de juistheid van de informatie en vooral van de volledig-heid (dag, maand en jaar) van de kalfdata die hij op-geeft in de bijlagen van het aanvraagformulier. o De aangegeven zoogkoeien mogen niet behoren tot een zuiver melkras (w.o. Zwartbont, Holstein,...); ze mogen echter wel het resultaat zijn van een kruising van een zuiver melkras met een vleesras.
o Het aangeven van zoogkoeien die behoren tot een zuiver melkras en gedekt of geïnsemi-neerd zijn door stieren van een vleesras, of die draag-moeder zijn van embryo's van een vleesras, is niet toegela-ten. o In geval van gedwongen vermindering (zonder vervanging) van het aantal opgegeven koeien of vaarzen, dient de producent binnen de 10 werkda-gen schriftelijk het Provinciale Bureau te verwitti-gen en alle bewijs-stukken over te maken.

+ Specifieke voorwaarden voor het minimaal gebruik van het premiequotum
Een premierecht wordt beschouwd als zijnde "gebruikt" indien er effectief een premiebedrag voor wordt uitbetaald. De producent die voor de campagne 2001 geen 90 % van zijn premie-rechten gebruikt, zal het niet-gebruikte deel van het pre-miequotum verliezen na de campagne 2001. Uitzondering : De producent die ten hoogste 7 premierechten bezit, moet slechts één jaar op twee 90 % van zijn quotum gebruiken. Als hij dit dus niet gedaan heeft in 2000, is hij verplicht in 2001 wel 90 % van zijn quotum te gebruiken, anders verliest hij in 2001 het niet-gebruikte deel van zijn quotum. Omgekeerd, wanneer hij in 2000 wel 90 % van zijn rechten heeft gebruikt, mag hij in 2001 minder dan 90 % gebruiken zonder gevaar zijn quotum te verliezen. Modaliteiten

+ Premieaanvraagformulier
Het versturen van de gepersonaliseerde aanvraagformulieren aan de producenten is voorzien in de loop van de maand mei 2001.
Blanco formulieren zijn beschikbaar in de verschillende Provinciale Bureaus van het Ministerie van Middenstand en Landbouw (adressen hieronder vermeld) voor de producenten die hun premieaanvraag wensen in te dienen vanaf begin mei 2001. Het originele aanvraagformulier moet uiterlijk op 30 september- 2001 aangetekend naar het Provinciale Bureau worden verzon-den of er worden afgegeven tegen ontvangstbewijs. Het ingevulde dubbel van het formulier dient door de producent zorgvuldig te worden bewaard gedurende minimum 3 jaar.
Aanvragen die na 30 september- 2001 worden inge-diend zullen nog tot 25 oktober 2001 aanvaard worden, maar zullen een vermin-dering van het premie-bedrag tot gevolg hebben (1% per werkdag te laat).
De producenten die hun aan-vraag-formulier niet hebben ontvan-gen op 1 juni 2001, moeten zelf een duplicaat aanvra-gen bij het Provinciale Bureau van het Minis-terie van Middenstand en Landbouw.

+ Documenten mee te sturen met de aanvraag De producent moet samen met het aanvraagformulier een foto-kopie van de originele SANITEL-identifica-tiedocumenten (paspoorten) van de aangegeven zoog-koeien, vaarzen en eventueel melkkoeien overma-ken. De fotokopieën dienen van goede kwali-teit te zijn en van dezelfde grootte als de origi-nele iden-tifica-tiedo-cumenten. Een kopie gemaakt met een telefaxtoestel wordt niet aanvaard. De producent dient de identificatiedocumenten (paspoorten) van de zoogkoeien, de vaarzen en de eventuele melkkoeien te scheiden in aparte bundels.
De producent die wenst dat rekening wordt gehouden met het gemiddelde werkelijke melkrendement, zoals vastgesteld bij de officiële melkcontrole van zijn melkveestapel, dient dit werkelijke melkrendement op zijn aanvraagformulier te vermelden. In voorkomend geval dient de producent de berekening van het minimum aantal aan te geven melk-koeien te hermaken en dit aantal aan te passen op het aanvraagformu-lier.
Een fotokopie van de VRV-jaar-uit-slag 2000 moet ofwel samen met het aanvraagformulier voor de zoog-koeienpremie ofwel samen met de opper-vlakte-aan-gifte voederge-wassen - oogst 2001 -opge-stuurd worden.
Indien het aantal melk-koeien onderworpen aan de melkcontrole lager is dan het aantal dat bekomen wordt door deling van het melkquo-tum door het werkelijke melk-rende-ment (in liter), dan is het aantal in rekening te brengen melk-koeien gelijk aan het aantal koeien onder melkcon-trole vermeerderd met het afge-ronde aantal koeien ter verantwoording van het gedeelte van het melkquotum dat niet gedekt wordt door de melk-contro-le, berekend met het theoretische melkrendement.
+ Keuze berekeningswijze en volgorde van uitbetaling De producent moet aangeven welke berekeningsvolgorde hij verkiest, met name:
o hetzij de berekeningswijze waarbij eerst de premieaanvragen voor de mannelijke runderen en pas nadien de premieaanvraag zoogkoeien in rekening wordt gebracht;
o hetzij de berekeningswijze waarbij eerst de premieaanvraag zoogkoeien en pas nadien de premieaanvragen voor mannelijke runderen in rekening wordt gebracht.
Gevolgen bij niet-naleving van de verbintenissen en/of de reglementering inzake identificatie en registratie van runderen
De premieaanvraag zal geheel worden geweigerd in de volgende gevallen:
o fraude bij Sanitel identificatie; o bij gebruik van verboden stoffen (o.a. hormonen); o bij een opzette-lijk onjuiste aangifte; o bij een onjuis-te aangifte door grove nalatigheid; o indien het verschil tussen het aantal aangege-ven dieren en het aantal bij contro-le vastge-stelde premiegerechtigde dieren meer dan 4 bedraagt voor aanvragen van minder dan 21 dieren; o indien het verschil tussen het aantal opgege-ven dieren en het aantal bij contro-le vastge-stelde premiegerechtigde dieren meer dan 20% bedraagt van het aantal bij de controle vastge-stelde premiegerechtigde dieren, voor aanvragen van meer dan 20 dieren. In de andere gevallen worden proportionele sancties toegepast.
De hierboven vermelde totale en proportionele sancties worden ook toegepast op de premieaanvragen waarin runderen zijn vermeld die na administratieve controle van het dossier niet aan de premievoorwaarden blijken te voldoen (rund dat niet gekend is in Sanitel, rund met onjuiste identificatie in Sanitel, rund dat op het ogenblik van de indiening van de premieaanvraag niet meer op het bedrijf aanwezig is, rund dat reeds door een andere producent werd aangegeven voor de campagne 2001, vaars die geen 8 maanden oud is). Indien de producent de reglementering inzake de identificatie en/of registratie van alle runderen van zijn bedrijf niet respecteert (o.a. het niet correct bijhouden van het bedrijfsregister van het veebeslag en het niet tijdig versturen van merk- en vertrekluiken naar het Provinciale Verbond voor Dierenziektenbestrijding), kunnen proportionele of totale sancties toegepast worden op alle premieaanvragen ingediend gedurende 12 voorafgaande maanden. De bedragen die onrechtmatig werden uitbetaald als gevolg van het niet nakomen van de verbintenissen en/of van een onjuiste aangifte zullen worden teruggevor-derd, dit ver-meer-derd met een interest berekend op basis van de wettelijke rente-voet. Premiebedragen
Voor de campagne 2001 is het bedrag van de premie voor zoogkoeien vastge-steld op 9.357 BEF (232 EUR) per zoogkoe of per vaars. Dit bedrag wordt verhoogd met een supplement van ongeveer 2.150 BEF (53,29 EUR) afkomstig van de beschikbare nationale enveloppe voor extra betalingen. Het precieze bedrag van dit supplement zal pas na afloop van de campagne bekend zijn.
Indien de producent de voorwaarden respecteert voor de betaling van het extensiveringsbedrag, en ingeval het veebe-zet-tingsgetal van het bedrijf (specifiek voor de extensivering) voor het jaar 2001 zich situeert tussen 2,0 GVE/ha en 1,6 GVE/ha, respectievelijk kleiner is dan 1,6 GVE/ha, ontvangt de produ-cent een extra premie van respectievelijk 1.331 BEF (33 EUR) of 2.662 BEF (66 EUR) per zoogkoe of vaars.
Enkel voor de premieaanvragen die ingediend zijn tegen uiterlijk 30 juni 2001 zal een voorschot worden uitbetaald. De betaling van een voorschot is gepland voor eind 2001. De betaling van het saldo is gepland voor eind maart 2002.