Ministerie van Financiën
Persbericht Ministerraad
1 juni 2001
SPECIALE ZILVEREN EN GOUDEN UITGAVE MARKEREN EINDE VAN DE GULDEN
Er komt een speciale zilveren en gouden gulden. Deze speciale uitgaven markeren het einde van het
ruim 500-jarig bestaan van de gulden in Nederland. De ministerraad heeft op voorstel van de
minister van Financiën ingestemd met de wijziging van de vaststelling van de specificaties zilveren
en gouden gulden.
Na de invoering van de chartale euro per 1 januari 2002 zal vanaf 28 januari 2002 de gulden zijn
status van wettig betaalmiddel verliezen en daarmee alleen nog in de Nederlandse muntgeschiedenis
een rol spelen. De gulden heeft vanaf 1466 de grondslag gevormd voor het Nederlandse
muntstelsel.
De gouden en zilveren gulden zullen wettig betaalmiddel worden. Gelet op de hoge intrinsieke
waarde van de gouden en zilveren gulden, zal de uitgifteprijs boven pari liggen.
Verder zal op 21 juni bij de Koninklijke munt in Utrecht een speciale uitgave van de nikkelen
gulden worden geslagen. Hiervoor is het ontwerp van de twaalfjarige basisscholier Tim van Melis
uit Brabant gebruikt.
De gulden was oorspronkelijk, zoals uit de naam kan worden afgeleid, een gouden munt. Zij vindt
haar ontstaansgeschiedenis in de stad Florence, waar een gouden munt met de naam florenus werd
geslagen. Ook buiten Italië werd dit muntstuk gebruikt voor grote betalingen. In onze streken wordt
de munt omstreeks 1300 voor het eerst genoemd, aanvankelijk als gouden of gulden hallinc, en
reeds spoedig kortweg gulden. Het succes van de Florentijnse gulden leidde ertoe dat de Duitse
Keurvorsten een eigen gulden lieten slaan, de Rijnlandse gulden.
In Holland werden in 1378 de eerste guldens van dit type geslagen. In 1466 werd door Philips de
Goede van Bourgondië de gulden tot grondslag voor het muntwezen in zijn Nederlandse bezittingen
gemaakt. In 1521 werd de zogenaamde Carolus-gulden (met de beeldenaar van Karel V) ingevoerd
met een waarde van 20 stuivers, daarmee aansluitend op het toen in de Nederlanden gebruikelijke
rekenstelsel.
Vervolgens werd in 1543 een groot zilverstuk ingevoerd eveneens ter waarde van 20 stuivers, dat de
naam zilveren Carolus-gulden kreeg, derhalve de eerste Nederlandse zilveren gulden. Op 1 januari
1973 viel het doek voor de zilveren gulden die in 1967 al was vervangen door de uitvoering in
nikkel, omdat de intrinsieke (zilver)waarde de nominale waarde oversteeg.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat de wijziging voor advies aan de Raad van State zal
worden gezonden. De tekst van de wijziging en van het advies van de Raad van State worden pas
openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.
RVD, 01.06.2001