Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Persbericht Ministerraad
1 juni 2001
NIEUWE BEKOSTIGING KUNSTVAKONDERWIJS
Met ingang van 2002 bepaalt het aantal ingeschreven studenten de omvang van de rijksbijdrage die
een hogeschool voor kunstvakonderwijs ontvangt. Daarnaast zal de hogeschool een bonus
ontvangen voor iedere student die het afsluitende examen met goed gevolg aflegt (diplomaopslag).
De ministerraad heeft er, op voorstel van staatssecretaris Van der Ploeg van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschappen mee ingestemd het Bekostigingsbesluit hoger onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek (BWHW) daartoe aan te passen. In het huidige systeem wordt de rijksbijdrage nog
bepaald op basis van vooraf bepaalde studentenaantallen en studieprestaties. Het nieuwe systeem
zal in een periode van drie jaar geleidelijk worden ingevoerd.
Door de bekostiging afhankelijk te maken van het daadwerkelijk aantal ingeschreven studenten en succesvolle studieprestaties worden de kwaliteit en prestaties van kunstonderwijsinstellingen gestimuleerd. Op termijn zal de bekostiging van het kunstonderwijs aansluiten bij de bekostiging die geldt voor de overige opleidingen in het hoger beroepsonderwijs.
Het nieuwe bekostigingssysteem betreft alle (thans bekostigde) opleidingen en lerarenopleidingen
op het gebied van de kunst die in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO)
zijn opgenomen.
De WHW kent een afwijkende bekostigingssystematiek voor de opleidingen en lerarenopleidingen
op het gebied van de kunst. In het huidige bekostigingsmodel voor het kunstvakonderwijs is er geen
directe relatie tussen de omvang van de rijksbijdrage aan de betreffende instellingen en de feitelijke
studentenaantallen.
Het besluit is een uitwerking van de voornemens zoals geformuleerd in nota Meer zicht op kwaliteit
en de Cultuurnota 2001-2004.
RVD, 01.06.2001