Decreet lokaal cultuurbeleid in de eindfase
De Vlaamse regering heeft op voorstel van Vlaams minister van Cultuur Bert ANCIAUX definitief het ontwerpdecreet over het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid goedgekeurd. Dit decreet zal de ondersteuning regelen van het gemeentelijk cultuurbeleid, de cultuurcentra en de openbare bibliotheken. Het ont- werpdecreet wordt nu voorgelegd aan het Vlaams Parlement, dat het decreet waarschijnlijk nog vóór het parlementair reces zal goedkeuren.
Met dit nieuwe decreet wil Vlaams Cultuurminister Bert Anciaux een integrale aanpak van het lokale cultuurbeleid stimuleren, vernieuwing en dynamiek losweken, de aandacht voor cultuur in de steden en gemeenten verhogen, de cul- turele centra een duidelijke plaats geven in het culture- le landschap, de taken van de openbare bibliotheken actu- aliseren, en een aanzet geven tot intergemeentelijke samenwerking.
Omdat de verschillende onderdelen van een gemeentelijk cultuurbeleid tot op heden apart werden bekeken, zowel door de steden en gemeenten als door de Vlaamse overheid, met totaal verschillende criteria en subsidies, was er grote nood aan een samenhangende aanpak. Het nieuwe decreet maakt nu die samenhang mogelijk en duidelijk. Dit geldt ook voor de subsidiëring door de Vlaamse gemeenschap. Op basis van drie belangrijke instrumenten - de opmaak en de uitvoering van een cultuurbeleidsplan, de werking van het cultuurcentrum en van de bibliotheek - zal elk gemeentebestuur in de toekomst een totaalbeeld kunnen krijgen van de subsidie voor gemeentelijke cultu- rele initiatieven.
Het decreet zit op één lijn met het Vlaams Regeerakkoord doordat het belang van cultuur wordt onderstreept als hefboom voor een open, verdraagzame, kritische en crea- tieve gemeenschap enerzijds, en het versterken van het gemeentelijke niveau in de uitbouw van een bestuurskrach- tige, democratische Vlaamse gemeenschap anderzijds. Dit decreet moet er dan ook voor zorgen dat cultuur in het gemeentelijk en stedelijk beleid meer kansen en meer beleidsruimte krijgt. Voor de bibliotheeksector zijn, naast de gemeentebesturen, de provinciebesturen belang- rijke partners die in de toekomst een complementair en bovenlokaal beleid zullen kunnen voeren t.a.v. de openba- re bibliotheken.
De basis van dit concept is het gemeentelijk cultuur- beleidsplan. Alle gemeenten krijgen de kans - het is geen verplichting - om een dergelijk plan in te dienen en hiervoor subsidies te ontvangen van de Vlaamse gemeen- schap. Naast de opmaak van een plan moeten ze een cul- tuurbeleidscoördinator in dienst hebben, over een cul- tuurcentrum of gemeenschapscentrum beschikken en de loka- le culturele verenigingen en organisaties ondersteunen via infrastructuur of via subsidies à rato van 0,8 euro per inwoner. De Vlaamse overheid voorziet in een subsi- die in de loon- en werkingskost van de cultuurbeleids- coördinator. In gemeenten met meer dan 10.000 inwoners wordt dat 50.000 euro per jaar, en in kleinere gemeenten de helft. Dit wordt aangevuld met een bedrag van 1 euro per inwoner voor bijzondere en vernieuwende activiteiten. De gemeenschapscentra kunnen bovendien aanspraak maken op projectsubsidies voor bijzondere initiatieven in het kader van hun werking.
Ook de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de gemeenten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest komen in aanmerking. Verder worden subsidies voorzien voor intergemeentelijke samenwerking inzake afstemming van het culturele aanbod en communicatie. Ten slotte is er een projectenpot voor uitzonderlijke initiatieven van gemeenschapscentra.
Het decreet omvat ook de regeling voor de cultuurcentra. Maximaal 76 gemeentebesturen kunnen een aanvraag doen voor subsidiëring van hun cultuurcentrum. Dat zijn 57 centrumgemeenten en -steden, 9 gemeenten die aan Brussel grenzen en 11 gemeenten die dat om historische redenen kunnen doen, omdat ze nl. een erkend centrum hebben in de Plus-I of Plus-II-categorie en/of meer dan 30.000 inwo- ners hebben. Cultuurcentra hebben drie hoofdopdrachten: het bevorderen van de cultuurspreiding, de gemeenschaps- vorming en de cultuurparticipatie. Ze ontplooien een werking die zich naar een ruim gebied richt.
De subsidies vallen uiteen in een basissubsidie en een variabele subsidie. De eerste hangt af van de categorie en varieert van 60.000 tot 280.000 euro en voor de grootstedelijke gebieden is een globaal budget van 1.500.000 euro voorzien. De variabele subsidies worden toegekend op basis van een kwalitatieve beoordeling van de werking. In de nieuwe regelgeving zal geen enkel cul- tuurcentrum erop achteruit gaan, de subsidie van 2001 wordt als minimum gegarandeerd.
De openbare bibliotheken vallen nog onder een grensver- leggend maar verouderd decreet van 1978. Nu wordt aan deze sector een nieuwe impuls gegeven. Bijna alle gemeenten beschikken over een openbare bibliotheek. Daarmee is de doelstelling uit 1978 gerealiseerd, nl. alle gemeenten te verplichten een openbare bibliotheek op te richten. De bibliotheken worden nu met heel wat nieuwe uitdagingen geconfronteerd. Er is de explosie van het informatieaanbod, de nieuwe informatiedragers en vele nieuwe vragen en behoeften bij de bevolking.
Omdat de openbare bibliotheek een basisvoorziening is, moet elke gemeente een bibliotheek hebben. De verplich- ting blijft dus, al krijgen de gemeentebesturen veel meer beleidsruimte om de werking vorm te geven. De talloze stringente regels van 1978 vallen straks weg, zodat de verantwoordelijkheid meer dan ooit lokaal komt te liggen. De Vlaamse overheid zal daarom de totale subsidies verho- gen. Gemeenten met minder dan 10.000 inwoners kunnen aanspraak maken op 50.000 euro. De andere gemeenten krijgen 6 euro per inwoner. Omwille van hun sterke regionale uitstraling krijgen de regionale steden en grootsteden minstens 500.000 euro. Die gemeenten die momenteel, omwille van de subsidiemechanismen van het huidige decreet, een hogere subsidie krijgen, behouden die. Vanaf 2002 zullen er geen vrije (privaatrechtelij- ke) openbare bibliotheken meer gesubsidieerd worden.
Om op alle nieuwe uitdagingen te kunnen inspelen, is het niet alleen nodig dat bibliotheken een betere financiële ondersteuning en grote beleidsbevoegdheid krijgen, maar moeten bibliotheken ook meer samenwerken en netwerken vormen. Er moet aan taakverdeling en uitbesteding worden gedacht zodat de kerntaak - diensten aanbieden aan de gebruikers - overeind blijft en aangevuld wordt met een pro-actieve werking naar alle potentiële gebruikers - i.c. de hele bevolking - met extra aandacht voor moeilijk bereikbare doelgroepen. Het decreet voorziet eveneens in specifieke regelingen m.b.t. het bibliotheekwerk in Brus- sel en de voorzieningen voor blind- en slechtzienden.
De provinciebesturen worden door het decreet verantwoor- delijk gesteld voor streekgerichte bovenlokale biblio- theekwerking. Het is de bedoeling te komen tot een effi- ciënte taakverdeling binnen elke streek en tot kwaliteitsverhoging en samenwerking. De provincies, die ook in het verleden voor een financiële ondersteuning zorgden, zullen deze gebiedsgerichte werking aansturen en financieren. Gemeentebesturen die meewerken, ontvangen een subsidie van 0,6 euro per inwoner.
Het decreet 'lokaal cultuurbeleid' heeft ook een hoofdstuk over de gemeentelijke adviesorganen voor cul- tuur. Het bestaande decreet over de raden voor cultuur- beleid wordt opgeheven, maar de verplichting om voor cul- turele materies een gemeentelijk adviesorgaan te hebben, blijft bestaan. Via het nieuwe decreet wordt het voor elk gemeentebestuur mogelijk om een eigen adviesstructuur op te bouwen op maat van de lokale noden en behoeften. Het is de bedoeling dat de inspraak open en levendig is. De adviesorganen worden betrokken bij de opmaak en de evaluatie van het cultuurbeleidsplan. In de adviesorga- nen worden verenigingen, professionele instellingen en deskundigen betrokken. De gemeentebesturen worden ver- plicht bij elke belangrijke beslissing advies te vragen.
Tenslotte voorziet het ontwerp in landelijke steunpunten voor gemeentelijk cultuurbeleid en openbaar bibliotheek- werk.
Het decreet kwam tot stand na een ruime bevraging van de verschillende culturele sectoren, via hoorzittingen, een discussieplatform op het internet, overleg met vertegen- woordigers, enz. Het is goedgekeurd door de Vlaamse regering en wordt nu voorgelegd aan het Vlaams Parlement. Normaal moet het decreet in voege treden op 1/1/2002.
Het huidige Bibliotheekdecreet en het Decreet op de cul- turele centra veroorzaken momenteel een subsidiestroom van ongeveer 2,1 miljard fr. naar de gemeenten. Door dit nieuwe decreet komen er nieuwe middelen. Deze nieuwe middelen bedragen in 2002 523 miljoen fr. en stijgen stapsgewijs tot 2005 tot 1,169 miljard. Het zijn finan- ciële middelen die rechtstreeks aan de gemeentebesturen ten goede komen voor het lokaal cultuurbeleid. Elk gemeentebestuur dat in deze regeling stapt zal daardoor in de toekomst meer subsidies ontvangen dan vandaag.
persinfo : Koen T'Sijen, woordvoerder van minister Anciaux - tel. 02 553 28 11 e-mail: persdienst.anciaux@vlaanderen.be