SER brengt advies uit over modernisering en herziening pensioen -en
spaarfondsenwet.
Op vrijdag 18 mei heeft de SER op aanvraag van het kabinet een advies
over de herziening van de Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW)
uitgebracht. Het doel van de herziening is de wet te moderniseren,
technisch te herzien en een paar beleidsmatige wijzigingen aan te
brengen. De hoofdlijnen op een rij.
De SER ondersteunt het voornemen van het kabinet de PSW te
moderniseren en technisch te herzien en daarmee een helder wettelijk
kader te scheppen. Het doel van de Pensioenwet is het waarborgen van
de pensioentoezegging. Het gaat daarin om financiële zekerheid,
uitvoeringszekerheid en individuele zekerheid. De wettelijke
waarborgen van pensioentoezeggingen zouden zich tot deze drie aspecten
moeten beperken, de inhoud van de toezegging is de
verantwoordelijkheid van sociale partners, aldus de SER.
De raad is van mening dat in het kader van de modernisering van de PSW de positie van pensioenfondsen actualisering behoeft en dat de huidige herverzekeringsplicht vervangen dient te worden door een op de pensioenfondsen toegesneden solvabiliteitstoets.
Ten aanzien van het vraagstuk van de beschikbare-premieregelingen met
beleggingsvrijheid verwijst de raad naar de geactualiseerde
pensioenaanbevelingen van de Stichting van de Arbeid (zie elders in
dit blad). Daarin geeft de STAR aan dat partijen met betrekking tot
beschikbare-premieregelingen een zorgvuldig en prudent beleid moeten
voeren.
Met betrekking tot het dga-begrip (directeur/grootaandeelhouder) in
de pensioenwetgeving gaat de voorkeur van de raad uit naar aansluiting
bij het begrip in de werknemersverzekeringen. De raad is vervolgens
van oordeel dat de dga de PSW-bescherming niet nodig heeft. Hij stelt
voor dat de regulering van de pensioentoezegging aan de dga buiten de
pensioenwetgeving plaatsvindt.
Transparantie
De raad is van oordeel dat de relatie tussen de werkgever en het
ondernemingspensioenfonds zo transparant mogelijk dient te zijn. Dit
wordt bevorderd door de afspraken tussen de werkgever en het
pensioenfonds vast te leggen in een document, de opdrachtbrief. In
deze opdrachtbrief zouden afspraken over de pensioentoezeggingen en
het reglement moeten worden vastgelegd, alsmede afspraken over de
financiële relatie tussen werkgever en pensioenfonds. Daarnaast zouden
afspraken over het toeslagbeleid en over de financiële relatie tussen
werknemer en pensioenfonds moeten worden opgenomen. De raad stemt in
met het voorstel van het kabinet om de wijze van benoemen van
werknemersbestuursleden in het bestuur van een
ondernemingspensioenfonds in de wet vast te leggen. De raad is van
mening dat de informatieverstrekking door pensioenuitvoerders zou
moeten worden verbeterd. De raad is voorstander van zelfregulering op
dit terrein.
Vervolgadviezen
Voor wat betreft de adviesaanvraag van het kabinet over de discussie
over pensioenfondsen aan het hoofd van een holding (de vraag welke
middelen pensioenfondsen voor welke activiteiten mogen aanwenden), wil
de raad een vervolgadvies opstellen. Datzelfde geldt voor wat betreft
de adviesaanvraag over de premievrije voortzetting van het pensioen
bij arbeidsongeschiktheid. De raad geeft aan de discussie naar
aanleiding van de adviesaanvraag over de WAO-problematiek in zijn
geheel te willen voeren.
Bondig, 31 mei 2001