Titel: Verkoop levensverzekering met compensabel verlies
Inkomsten uit vermogen. Verkoop levensverzekering aan binnenlands belastingplichtige particulier met compensabel verlies. Belaste afkoop
Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein
belastingen op arbeid en vermogen
Besluit van 28 mei 2001, nr. CPP2001/803M
De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris
van Financiën het volgende besloten.
Inleiding
De jurisprudentie in gevallen waarin een belastingplichtige zijn
levensverzekering via tussenpersonen verkoopt aan een binnenlands
belastingplichtige particulier is niet eenduidig. Om een gelijke
behandeling van belastingplichtigen te waarborgen wordt in dit besluit
aangegeven op welke wijze de in de aanhef bedoelde gevallen naar mijn
oordeel moeten worden behandeld.
Jurisprudentie
Op 15 december 1999 heeft de Hoge Raad de arresten BNB2000/126c*
(rolnr. 33 830) en BNB2000/127c* (rolnr. 34 170) gewezen. In deze
arresten heeft de Hoge Raad beslist over gevallen waarin een
belastingplichtige zijn levensverzekering via tussenpersonen verkoopt
aan een binnenlands belastingplichtige particulier met een compensabel
verlies. Na de verkoop wordt de levensverzekering terstond afgekocht.
Uit de afkoopsom betaalt de koper de koopprijs van de polis aan de
verkoper.
In de uitspraak die ten grondslag ligt aan BNB2000/127c* stelt het Hof
Arnhem vast dat de verkoper in werkelijkheid de polis heeft afgekocht,
zodat de afkoopsom tot het inkomen van de verkoper moet worden
gerekend op grond van artikel 31, vijfde lid, van de Wet op de
inkomstenbelasting 1964 (tekst 1991). De Hoge Raad bevestigt het
oordeel van het Hof, zodat de verkoper wordt belast voor de
rentecomponent in de afkoopsom. In het arrest BNB2000/126c* heeft de
Hoge Raad geoordeeld, nadat het Hof Amsterdam feitelijk had
vastgesteld dat geen sprake was van een schijnhandeling, dat geen
plaats is voor een fiscale herkwalificatie van de handelingen. De
verkoopsom kan de verkoper van de polis onbelast genieten.
Standpunt
De feiten en omstandigheden zijn naar mijn mening in beide gevallen
gelijk. Desondanks leiden deze arresten tot verschillende fiscale
gevolgen. Naar mijn oordeel dient de lijn van de Hoge Raad in
BNB2000/127c*, Hof s-Gravenhage 7 mei 1998, nr. 95/02901, Infobulletin
1998/470 en het Hof s-Hertogenbosch 7 juli 2000, nr. 95/2254,
V-N2000/48.14 te worden gevolgd.
Bij de verkopers van de levensverzekeringen dient de inspecteur -
uitgaande van het hiervóór geschetste feitencomplex - derhalve het
standpunt in te nemen dat sprake is van een belaste verkoop.