Ministerie van Defensie



Kamervragen en antwoorden


Nederlandse militairen met een openstaande dienstplicht

31-05-2001

Antwoorden op Kamervragen van de Tweede Kamerleden der Staten-Generaal, mevrouw Van t Riet (D66) en de heer Hoekema (D66), over Nederlandse militairen met een openstaande dienstplicht. Deze vragen zijn mede beantwoord namens de Minister van Buitenlandse Zaken. (D2001001398)

1. Bent u bekend met het probleem van Nederlandse militairen met een dubbele nationaliteit die elders nog een dienstplicht moeten vervullen? (Trivizier , nr. 4, april 2001.

Ja.

2. Doet dit probleem zich alleen voor bij militairen met een dubbele Nederlandse en Turkse nationaliteit?

Nee. Het probleem van Nederlandse militairen met een dubbele nationaliteit die elders nog een dienstplicht moeten vervullen doet zich voor als een Nederlandse militair een tweede nationaliteit bezit van een land dat een dienstplichtsysteem kent en dat land bovendien geen partij is bij een verdrag dat voorziet in vrijstelling van dienstplicht voor vrijwillig dienende Nederlandse militairen. In het verleden zijn Nederlandse militairen met de Griekse nationaliteit opgeroepen voor de vervulling van hun dienstplicht.

3. Spant u zich in om vrijstelling van de Turkse dienstplicht te regelen voor
Nederlandse militairen met de Turkse nationaliteit die een deel van hun
BBT-tijd erop hebben zitten?
4. Op welke wijze kan het beste worden toegewerkt naar een regeling die
betreffende militairen vrijstelt van dienstplicht? Aan welke maatregelen
wordt zoal gedacht? Hoe denkt u in dit licht over een buitengewone verlofregeling met behoud van bezoldiging?
5. Voert u overleg met de Turkse autoriteiten over deze kwestie? Zo ja,
wat heeft dit tot nu toe opgeleverd?

3, 4 en 5. In 1996 is de Turkse regering door tussenkomst van het ministerie van Buitenlandse Zaken verzocht om vervulling van actieve dienst in de Nederlandse krijgsmacht te laten gelden als grond voor ontheffing van de vervulling van de dienstplicht in Turkije. Dat verzoek is op 10 mei 1996 door de Turkse overheid afgewezen, omdat de Turkse wet hiertoe geen mogelijkheid biedt.
Het onderwerp is sindsdien ook regelmatig tot op het hoogste niveau aangekaart. Bij het recente staatsbezoek van president Sezer aan Nederland is weliswaar gebleken dat aan Turkse zijde enig begrip bestaat voor de zware belasting van individuen, maar dat de Turkse autoriteiten vasthouden aan vervulling van de dienstplicht. Defensie onderzoekt thans alternatieve mogelijkheden om de betrokken militairen tegemoet te komen. Daarbij wordt onder meer gedacht aan een (gedeeltelijke) lening, aanpassing van verlofregelingen of aanpassing van de premieregeling.
In het onderzoek wordt ook de mogelijkheid van verlening van buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging betrokken.