21 mei 2001
Persinformatie-logo
Nummer 66 22 mei 2001
Periode 31 mei t/m 6 juni
Langere overleving darmkankerpatiënten is mogelijk
ONDERZOEK
Dorpslandschappen 'vermarkten'
Inhoud4Gelijkschakeling van de CPN in kaart gebracht
Consumententrouw is vaak irrealistische doelstelling
Aanhechtingspunt maakt polyetheen beter toepasbaar
Katalytische werking natuurlijk enzym is moeilijk te benaderen
Botsende sterrenwinden tussen zware dubbelsterren
Langere overleving darmkankerpatiënten is mogelijk
Ontstaan van darmkanker bestudeerd
AGENDA
Nieuwe wegen voor het Noorden
Hormonen, de hersenen en de talloze relaties
De Nieuwe Kernfysica: een spel van quarks en gluonen
Langere overleving darmkankerpatiënten is mogelijk
Bij eenderde van de patiënten met darmkanker bevindt de tumor zich in de endeldarm. De moeilijkst te behandelen patiënten zijn die waarbij de tumor ver is uitgegroeid of na een eerdere operatie toch is teruggekeerd. Jaarlijks zijn dit ongeveer 500 patiënten. Drs. Guido Mannaerts evalueerde een nieuwe, agressieve behandelingsmethode voor deze twee tumortypen. Hij concludeert dat patiënten die deze combinatiebehandeling van radio- en chemotherapie met operatieve therapie, twintig procent langer overleven in vergelijking met de gangbare behandelingsmethoden. Hij promoveert op 6 juni 2001 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
"Mogelijk nog een belangrijker effect van deze behandeling is dat
de kans dat de tumor plaatselijk terugkeert met ongeveer dertig
procent afneemt", zegt Mannaerts. "Zo'n recidiverende darmtumor
heeft een enorm negatief effect op de kwaliteit van leven van de
patiënt. De ernstige pijnen en bloedingen waarmee zij te maken
krijgen, zijn reden genoeg geweest om de agressieve, zogeheten
'multimodale behandeling' te introduceren." Momenteel gebeurt dat
met name in twee centra in Nederland, het Catharina Ziekenhuis
Eindhoven (sinds 1994) en de Daniel den Hoed Kliniek Rotterdam
(sinds 1997). De multimodale behandeling bestaat eruit dat de
patiënt voorafgaand aan een radicale tumorverwijderende operatie
radio- en chemotherapie ondergaat. Na de operatie volgt dan
intra-operatieve radiotherapie (IORT) om de eventueel
achtergebleven tumorresten te verwijderen. "In vergelijking met
patiënten die in het verleden met de gangbare methoden zijn
behandeld, is de overleving en lokale tumorcontrole sterk
verbeterd. Bovendien zorgt de nieuwe methode niet voor meer kans op
complicaties", aldus de promovendus. "Wat nog wel een probleem is,
zijn de uitzaaiingen elders in het lichaam die bij de helft van de
patiënten optreden. Uit vervolgonderzoek moet blijken of nieuwe
chemotherapeutische behandelingstechnieken na de operatie daar een
oplossing voor kunnen brengen." /ImK
Mannaerts (Tilburg, 1964) studeerde geneeskunde aan de Universiteit
van Amsterdam. Hij verrichtte zijn promotieonderzoek bij het
Catharina Ziekenhuis Eindhoven en de Daniel den Hoed Kliniek te
Rotterdam. Het onderzoek is gefinancierd door het Wetenschappelijk
Fonds Catharina Ziekenhuis, de maatschappen chirurgie en
radiotherapie van het Catharina Ziekenhuis, de maatschap chirurgie
van de Daniel den Hoed Kliniek en enkele niet-belanghebbende
farmaceutische bedrijven. Mannaerts blijft na zijn promotie
werkzaam in het Catharina Ziekenhuis, waar hij het laatste jaar van
zijn opleiding tot chirurg zal voltooien.
Meer informatie over deze promotie
Onderzoek
Uitgave
Dorpslandschappen 'vermarkten'
De Wetenschapswinkel voor Economie publiceert een rapport over hoe de
economische ontwikkeling van een Gronings plattelandsdorp met behulp van een
goede marketing aanpak beter af te stemmen is op het behoud van
landschappelijke waarden. In het rapport 'Vermarkting van dorpslandschappen'
presenteren de onderzoekers G. Molema en P. Olthof een marketingraamwerk dat
als leidraad kan dienen voor dorpen die op zoek zijn naar kansrijke en
landschappelijk verantwoorde vormen van economische ontwikkeling. Het
onderzoek is verricht naar aanleiding van een vraag van Milieudefensie
Groningen en werd mede begeleid door de Vereniging Kleine Dorpen in
Groningen en de Provincie Groningen.
Het marketingraamwerk bestaat uit drie stappen: afbakening, analyse en
opties & strategieën. Een belangrijk onderdeel van de analysefase is
de landschapsanalyse: het in kaart brengen van het karakteristieke
landschap, mogelijke vormen van aantasting daarvan en de sterke en
zwakke punten van het dorp (of de regio). Aan de hand daarvan kunnen
dan de meest geschikte opties voor economische ontwikkeling worden
bepaald. Hoewel het onderzoek niet in eerste instantie gericht was op
feitelijke uitvoering en invulling van de marketing aanpak, zijn er
toch al drie goede opties geïdentificeerd die economische ontwikkeling
en landschappelijke waarden combineren. De eerste is het bouwen van
nieuwe woningen die aansluiten bij het landschap, bijvoorbeeld borg-
of dijkwoningen, en herbestemming van oude boerderijen voor
woondoeleinden. Het zijn vooral 55+-ers uit zowel de provincie
Groningen als uit het westen die graag in dorpen willen wonen. Ook
voor bedrijvigheid, de tweede optie, is herbestemming van oude
boerderijen geschikt. Met name dienstverlenende bedrijven uit de IT,
de reclame en de zorg zouden hierin een geschikt onderkomen kunnen
vinden. De derde optie heeft betrekking op het verder ontwikkelen van
(cultuur)toerisme en in het bijzonder kwalitatief hoogwaardige vormen
van verblijfsaccommodaties: erfgoedlogies en pronkkamers in
karakteristieke of monumentale panden. Dergelijke accommodaties zijn
erg populair onder welgestelde en fitte ouderen. De auteurs doen
aanbevelingen voor een succesvolle marketing aanpak van Groninger
dorpen. Het is belangrijk dat dorpen niet afzonderlijk maar als groep
(bijvoor-beeld een regio of gemeente) de marketing aanpakken, om de
kosten te delen. Verder doen de onderzoekers de aanbeveling om wanneer
bij een dorp (op termijn) uitbreiding plaats moet vinden die op zich
zelf landschappelijk niet geheel verantwoord is, om in dergelijke
gevallen meer gebruik te maken van voorinvesteringen in
landschapsinfrastructuur. /JS
Titel
Vermarkting van dorpslandschappen
Auteurs
G. Molema en P. Olthof
Uitgave
Publicatie EC 118
Bestellen
Wetenschapswinkel voor Economie. Prijs: f 35,-
Informatie
drs. F.J. Sijtsma, Coördinator Wetenschapswinkel voor Economie, tel
(050)363 37 54/66 64,
e-mail wewi@eco.rug.nl
Promotie
Gelijkschakeling van de CPN in kaart gebracht
Over deze promotie is een apart persbericht verschenen op 14 mei 2001.
Datum en tijd
donderdag 31 mei 2001, 14.15 uur
Promovendus
G. Voerman, tel. (050)363 68 30, fax (050)363 72 56, e-mail:
g.voerman@ub.rug.nl (werk)
Proefschrift
Handelsuitgave
De meridiaan van Moskou. De CPN en de Communistische Internationale
(1919-1930)
Uitgeverij Veen, Amsterdam, ISBN 90 204 5638 5. Prijs f 75,-
Promotores
prof.dr. D.F.J. Bosscher en prof.dr. P. de Rooy
Faculteit
Letteren
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Promotie
Consumententrouw is vaak irrealistische doelstelling
Commerciële aanbieders van goederen en diensten willen graag hun
huidige klanten vasthouden en er 'coöperatieve relaties' mee aangaan,
zij noemen dit relatiemarketing. Drs. Gijsbert Willenborg onderzocht
wat relatiemarketing is en ontwikkelde een theoretisch model voor
coöperatieve consumentenrelaties op het gebied van diensten. Hij
concludeert onder meer dat het bevorderen van consumententrouw (of
-'commitment') in veel gevallen een irrealistische doelstelling is.
Relatiemarketing is er met name op gericht om bestaande klanten te
behouden. In zijn model heeft Willenborg gedefinieerd wat de consument
motiveert om relaties met aanbieders aan te gaan, die relaties te
handhaven en uit te breiden of juist te beëindigen of te vermijden. De
factoren 'tevredenheid', 'vertrouwen' en 'trouw' blijken de
belangrijkste te zijn om coöperatief gedrag te voorspellen. In minder
coöperatieve relaties speelt juist het (ongewenste) gevoel van
afhankelijkheid van consumenten een belangrijke rol.
De promovendus toetste zijn model bij twee groepen consumenten:
patiënten van huisartsen en studenten als consumenten van de diensten
van het Bureau Onderwijs van de Groningse economische faculteit. Het
blijkt dat patiënten hun relatie met de huisarts als aanmerkelijk
positiever en coöperatiever beoordelen, dan studenten hun relatie met
het Bureau Onderwijs. Een bevinding die in de marketingpraktijk
regelmatig wordt genegeerd is dat ook in relaties tussen aanbieder en
consument het principe van geven-en-nemen van groot belang is; de
promovendus stelt vast dat coöperatieve relaties tussen consumenten en
aanbieders worden bevorderd door wederkerige banden of lange-termijn
'commitments' tussen aanbieder en consument.
Willenborg is na zijn onderzoek niet van mening dat het streven naar
consumententrouw een erg realistische doelstelling is. Onder meer
gezien het feit dat momenteel de commitment of 'trouw' van mensen in
andere voor mensen veel belangrijker relaties, zoals die tussen
werknemer en werkgever of in privé-relaties juist afneemt. /ImK
Willenborg (Laren, N-H, 1957) studeerde psychologie aan de RUG. Hij
verrichtte zijn promotieonderzoek bij de afdeling Marktkunde en
Marktonderzoek van de Faculteit der Economische Wetenschappen, waar
hij ook na zijn promotie blijft werken.
Datum en tijd
donderdag 31 mei 2001, 16.00 uur
Promovendus
G.B.W. Willenborg, tel. (050)363 45 07, fax (050)363 72 07, e-mail:
g.b.w.willenborg@eco.rug.nl (werk)
Proefschrift
An integrated conceptual model of cooperative consumer relationships
in services-development and test
Promotores
prof.dr. A.P. Buunk en prof.dr. P.S.H. Leeflang
Faculteit
Economische wetenschappen
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Promotie
Aanhechtingspunt maakt polyetheen beter toepasbaar
Een nieuwe variant van het veelgebruikte plastic polyetheen heeft de
eigenschap om beter te hechten aan vreemde moleculen, zoals
bijvoorbeeld kleurstoffen. Polyetheen is een relatief
milieuvriendelijke kunststof, die als nadeel heeft dat de
eigenschappen ervan niet zo gemakkelijk te beïnvloeden zijn. Jammer,
want daarom kan hij vaak niet worden toegepast. Chemicus drs.
Stéphanie Ringelberg slaagde erin om op laboratoriumschaal polyetheen
te maken met een aanhechtingspunt, zodat de eigenschappen wél te
beïnvloeden zijn. Dit polyetheen heeft echter korte ketens en is
daarom niet sterk genoeg voor alle toepassingen. Voor de synthese van
het nieuwe materiaal gebruikte ze een katalysator met een dubbele
functie. De katalysator koppelt eerst het aanhechtingspunt (het
molecuul thiofeen) aan het etheen en brengt daarna de polymerisatie op
gang. /JS
Ringelberg (Rotterdam, 1970) studeerde scheikunde in Utrecht. Het
onderzoek werd uitgevoerd bij de vakgroep Organische en Moleculair
Anorganische Chemie van het Stratingh Instituut van de Groningse
universiteit en gefinancierd door NWO. Ringelberg werkt sinds maart
als statistisch onderzoeker bij het CBS.
Datum en tijd
vrijdag 1 juni 2001, 14.15 uur
Promovendus
mw. S.N. Ringelberg, tel. (070)337 44 82 (werk), tel. (010)465 58 48,
e-mail: ringelberg-SN@hotmail.com
Proefschrift
Bond activation and catalysis with organolanthanides
Promotor
prof.dr. J.H. Teuben
Faculteit
wiskunde en natuurwetenschappen
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Promotie
Katalytische werking natuurlijk enzym is moeilijk te benaderen
In 1983 is een enzym ontdekt in zeealgen dat vanadium bevat:
vanadium-broomperoxidase. Dit enzym katalyseert de oxidatie van
bromide door waterstofperoxide, waarna gebromeerde producten ontstaan.
Het proefschrift van chemicus drs. Alette Ligtenbarg beschrijft
pogingen om vanadiumcomplexen te synthetiseren die het enzym in
activiteit zouden kunnen benaderen. Vooralsnog blijkt echter dat zelfs
het commercieel verkrijgbare vanadyl acetylacetonaat een vaak even
goede en soms zelfs een betere katalysator is.
Vijfwaardige vanadium-ionen zijn in het algemeen erg geschikt voor het
activeren van peroxiden en daarom worden complexen ervan vaak gebruikt
als katalysator in andere oxidatiereacties. Daarom zijn verschillende
nieuwe vanadiumcomplexen gesynthetiseerd en uitgebreid
gekarakteriseerd. Sommige bleken echter katalytisch inactief te zijn,
terwijl andere weliswaar redelijke turnover-getallen gaven, maar toch
een lagere activiteit vertoonden dan het eerder genoemde vanadyl
acetylacetonaat. Het tweede gedeelte van het proefschrift beschrijft
de synthese van een dinucleair ijzer-complex. Het bleek dat dit
complex wel een uitstekende katalysator is voor de snelle en
selectieve oxidatie van primaire en secundaire alcoholen met behulp
van waterstofperoxide. /JS
Ligtenbarg (Groningen, 1974) studeerde scheikunde aan de RUG. Het
onderzoek verrichtte ze bij de afdeling Organische en Moleculair
Anorganische Chemie van het Stratingh Instituut. Het werd gefinancierd
door Unilever Research, Vlaardingen. Na de promotie gaat Ligtenbarg
aan het werk als octrooigemachtigde-in-opleiding.
Datum en tijd
vrijdag 1 juni 2001, 16.00 uur
Promovendus
mw. A.G.J. Ligtenbarg, tel. (050)363 77 45, e-mail:
ligtenbarg@chem.rug.nl (werk)
Proefschrift
Vanadium and iron complexes for catalytic oxidation
Promotor
prof.dr. B.L. Feringa
Faculteit
wiskunde en natuurwetenschappen
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Promotie
Botsende sterrenwinden tussen zware dubbelsterren
Zware sterren bereiken op een gegeven moment een fase van hun leven
waarin ze in hun kern helium 'verbranden'. Het waterstof, dat ze
oorspronkelijk verbruikten, is dan op of bijna op, en heeft zich in
een bolring naar de buitenkant verplaatst. Sterren in dit stadium
worden naar hun Franse ontdekkers Wolf-Rayet oftewel WR-sterren
genoemd. In hun binnenkant komt zoveel energie vrij, dat de buitenkant
van de ster expandeert en er als gas vanaf wordt geblazen. Dit
verschijnsel, dat ook - zij het in lichtere mate - bij sterren in
eerdere levensfasen voorkomt, wordt sterrenwind genoemd. Drs. Diah
Y.A. Setia Gunawan onderzocht welke speciale kenmerken sterrenwinden
in dubbelstersystemen hebben. Dubbelsterren zijn paren waarin twee
sterren om elkaar heen draaien. Mw. Setia Gunawan keek naar een aantal
dubbelstersystemen, waarin WR-sterren in combinatie met O- of
B-sterren voorkomen. O en B zijn de fasen in een sterrenleven die net
voor het WR stadium zitten. Ook O- en B-sterren hebben krachtige
sterrenwinden. In de ruimte tussen de twee sterren botsen de winden
die van elke ster apart afkomstig zijn. Er ontstaat dan een
spectaculair vuurwerk dat er voor zorgt dat het hele systeem nog
helderder wordt dan het al is. "WR-dubbelsterren zijn belangrijk voor
de sterrenkunde", zegt Setia Gunawan. "WR-sterren zijn erg helder
zodat de verschijnselen ervan van heel veraf te zien zijn. Als het om
dubbelsterren gaat, kun je bovendien de massa van de sterren beter
berekenen dan bij een enkele ster. Als we de karakteristieken van
WR-sterren goed begrijpen, kunnen we als een soort brandende kaarsen
in het donker gebruiken om nog verdere objecten te onderzoeken."
Setia Gunawan (Bandung, Indonesië, 1964) studeerde sterrenkunde aan het Institut Teknologi Bandung. Haar onderzoek verrichtte ze aan het Kapteyn Instituut voor Sterrenkunde van de RUG en bij de stichting SRON. Het onderzoek werd door The Rotary Foundation en door de universiteiten van Utrecht en Groningen gefinancierd. Op het ogenblik werkt zij bij de Australia Telescope National Facility. /JS
Datum en tijd
Dinsdag 5 juni 2001, 13.15 uur
Promovendus
Mw. D.Y.A. Setia Gunawan, tel. (050)363 40 95, fax (050)363 61 00,
e-mail: diah@astro.rug.nl (werk)
Proefschrift
Colliding winds in Wolf-Rayet binaries
Promotor
prof.dr. A.G. de Bruyn
Faculteit
Wiskunde en natuurwetenschappen
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Promotie
Begin pagina
Langere overleving darmkankerpatiënten is mogelijk
Zie voorpagina.
Datum en tijd
Woensdag 6 juni 2001, 14.15 uur
Promovendus
G.H.H. Mannaerts, tel. (043)387 65 43, sein 62 60 (werk), tel.
(013)521 91 92, mobiel 06 215 146 64 , e-mail: mannaert@bart.nl
Proefschrift
Handelsuitgave
IORT-containing multimodality treatment for locally advanced primary
and locally recurrent rectal cancer
Rob de Wit, Veldhoven, ISBN 90-367-1418-4. Prijs f 50,-
Promotor
prof.dr. T. Wiggers
Faculteit
Medische wetenschappen
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Promotie
Begin pagina
Ontstaan van darmkanker bestudeerd
Persbericht volgt.
Datum en tijd
Woensdag 6 juni 2001, 16.00 uur
Promovendus
mw. B.A.P. Laros-Van Gorkom, tel. (050)361 61 61, e-mail:
b.a.p.van.gorkom@int.azg.nl (werk)
Proefschrift
Colorectal cancer: studies on pathogenesis and prevention
Promotores
prof.dr. J.H. Kleibeuker en prof.dr. E.G.E. de Vries
Faculteit
Medische wetenschappen
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Agenda
Congres
Begin pagina
Nieuwe wegen voor het Noorden
Vervoer en bereikbaarheid zijn belangrijke factoren in de ontwikkeling
van een economie. Onlangs is door het ministerie van Verkeer en
Waterstaat het Nationaal Verkeers- en Vervoersplan (het NVVP)
gepresenteerd, waarin de hoofdlijnen voor het beleid worden uitgezet.
Inmiddels is dit plan nader uitgewerkt in zogenaamde
bereikbaarheidsprofielen voor verschillende delen van het land.
Daarmee wordt de volgende stap gezet in de uitvoering van het beleid.
Wat is de betekenis van het plan voor Noord-Nederland? Daarover gaat het congres Nieuwe Wegen Voor Het Noorden? dat de Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen organiseert. De onderwerpen waarover gesproken wordt in de lezingen en workshops zijn onder meer de effecten van een eventuele Zuiderzeelijn, de bereikbaarheid van het platteland en de gevolgen van het NVVP voor gemeenten en provincies.
Het programma richt zich met name op beleidsmakers en bestuurders uit
het noorden van het land, maar doelgroep is in feite iedereen die met
verkeer en vervoer te maken heeft. Ook belangenorganisaties, het
bedrijfsleven, wetenschappers en aankomende planologen komen deze dag
dus ruim aan hun trekken. Het programma:
* 10:00 uur Welkomstwoord dagvoorzitter; prof. dr. Ir. G. Linden,
faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen
* 10:15 uur mw. drs. H. ten Brinke, afdeling verkeer, vervoer &
bestuur, Rijkswaterstaat, directie Noord-Nederland
* 10:45 uur drs. S.B. Swierstra, gedeputeerde verkeer en vervoer,
provincie Drenthe
* 11:15 uur ing. I. Wiersma, dienst ruimtelijke ordening en
economische zaken gemeente Groningen
* 11:45 uur prof.dr. H. Voogd, faculteit Ruimtelijke Wetenschappen,
Rijksuniversiteit Groningen
* 12:15 uur Lunch
* 13:30 uur Workshops:
+ Decentralisatie en gebiedsgericht beleid
+ Ruimtelijk-economische ontwikkelingen en nieuwe
infrastructuur
+ Bereikbaarheid van het platteland
+ Veiligheid en leefbaarheid
+ Technologische ontwikkelingen
* 16:00 uur Forumdiscussie
* 16:45 uur Borrel
Datum en tijd
Vrijdag 1 juni 2001, 10.00 uur
Titel
Nieuwe wegen voor het Noorden
Plaats
Cultureel Centrum De Oosterpoort, Trompsingel Groningen
Organisatie
Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen, RUG
Informatie
tel. (050)363 74 15, e-mail: nvvp@frw.rug.nl, zie ook:
www.frw.rug.nl/nvvp
Congres
Begin pagina
Hormonen, de hersenen en de talloze relaties
Over de Endo-Neuro Meeting is een apart persbericht verschenen op 15
mei 2001.
Data
5, 6 en 7 juni 2001
Titel
Fifth Dutch Endo-Neuro Meeting
Plaats
Parkhotel 'De Branding', Doorwerth
Organisatie
Nederlandse Vereniging voor Endocrinologie (NVE), Nederlandse
Neurofederatie, NWO-Medische Wetenschappen
Informatie
dr. Gert ter Horst, hoofddocent Psychiatrie RUG (voorzitter
organisatiecommissie Endo-Neuro Meeting), tel. (050)361 21 05, e-mail
g.j.ter.horst@med.rug.nl
Oratie
Begin pagina
De Nieuwe Kernfysica: een spel van quarks en gluonen
* * * * * * * * N.B. EMBARGO tot dinsdagmiddag 5 juni 2001, 16.30 uur
* * * * * * * *
Een samenvatting van de oratie is op te vragen bij het secretariaat
van de afdeling Interne en Externe Betrekkingen, tel. (050)363 54 46.
Datum en tijd
Dinsdag 5 juni 2001, 16.30 uur
Spreker
prof.dr. G. van der Steenhoven, bijzonder hoogleraar Experimentele
kernfysica
Titel
De nieuwe kernfysica: een spel van quarks en gluonen
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen