Wetsvoorstel elektronische handtekening naar de Kamer
Een belangrijke stap op weg naar vertrouwen in elektronisch zakendoen
is gezet met het indienen van het wetsvoorstel elektronische
handtekeningen bij de Tweede Kamer.
Dit wetsvoorstel is opgesteld ter implementatie en strekt tot
uitvoering van de Europese richtlijn betreffende een gemeenschappelijk
kader voor elektronische handtekeningen. Het regelt daartoe de
rechtsgevolgen van elektronische handtekeningen waaronder de
gelijkstelling van elektronische handtekeningen aan handgeschreven
handtekeningen op papier. De richtlijn beoogt het gebruik van
elektronische handtekeningen te vergemakkelijken en het wetsvoorstel
zorgt voor de wettelijke erkenning. Door het bieden van
rechtszekerheid over de juridische status van de elektronische
handtekening wordt het vertrouwen in dit middel gestimuleerd.
Het wetsvoorstel regelt aan welke eisen een elektronische handtekening moet voldoen om voldoende betrouwbaar te zijn. Daartoe behoort dat de handtekening op unieke wijze aan de ondertekenaar is verbonden, dat zij identificatie van de ondertekenaar mogelijk maakt, dat zij tot stand is gekomen met middelen die de ondertekenaar onder zijn uitsluitende controle kan houden en dat zij op zodanige wijze aan de gegevens waarop zij betrekking heeft is verbonden, dat elke wijziging achteraf kan worden opgespoord. In de eisen is bewust niet gekozen voor één bepaalde techniek om elektronische handtekeningen aan te maken. Dit om de technische ontwikkeling niet te belemmeren.
In de wet is ook de mogelijkheid tot het invoeren van een vrijwillige
accreditatieregeling ter verbetering van de
certificatiedienstverlening opgenomen. Certificatiedienstverleners
zijn zogenoemde trusted third parties die een unieke code koppelen aan
een persoon en dit vastleggen in een digitaal certificaat. Met een
dergelijk certificaat kan in het rechtsverkeer een elektronische
handtekening worden geverifieerd. De afgelopen jaren is er binnen het
project Thrusted Third Parties Nederland (TTP.NL) dat door ECP.NL
wordt gefaciliteerd, hard gewerkt om in Nederland een basis te leggen
voor een infrastructuur voor TTP's. Het doel is het ontwikkelen en
beheren van eenduidige en breed gedragen criteria voor betrouwbaar
elektronisch berichtenverkeer.
Als een certificatiedienstverlener voldoet aan een aantal
kwaliteitseisen mag hij zogenoemde gekwalificeerde certificaten
afgeven. Op dergelijke certificaten mogen partijen in het
rechtsverkeer afgaan. De aansprakelijkheid voor fouten in dergelijke
certificaten vermelde gegevens legt het wetsvoorstel bij de
certificatiedienstverlener. Het wetsvoorstel voorziet ook in een
toezichtsysteem op certificatiedienstverleners die gekwalificeerde
certificaten uitgeven.
De juridische erkenning zal geregeld worden in het burgerlijk wetboek
evenals de aansprakelijkheidsbepaling voor certificatiedienstverleners
die gekwalificeerde certificaten uitgeven. Het toezicht voor deze
certificatiedienstverleners wordt geregeld in de Telecommunicatiewet.