Raad van Europa presenteert laatste versie Cybercrime verdrag
De Raad van Europa heeft deze week de laatste draftversie van het
Cybercrime verdrag op haar website geplaatst. De hoop is dat het
verdrag binnen twee jaar bekrachtigd wordt door de lidstaten van de
Europese Unie.
Het verdrag is niet geheel vrij van controverse. Met name
privacyorganisaties hebben bezwaren geuit tegen het verdrag, omdat het
verdrag politiediensten vergaande bevoegdheden geeft bij de opsporing
van criminele gedragingen. Zo wordt de internationale coördinatie van
politie onderzoeken stevig aangehaald, lidstaten moeten alles in het
werk stellen om een andere lidstaat te helpen bij een onderzoek.
Door de grensoverschrijdende natuur van cybercrime kunnen meerdere
landen jurisdictie claimen bij een bepaalde gedraging. Een van de
hangijzers van het verdrag is artikel 22. Indien dit artikel
gehandhaafd blijft, is het mogelijk dat een Nederlandse hacker te
maken krijgt met Italiaans recht. Als er meerdere landen jurisdictie
claimen, dan moeten zij in onderling overleg beslissen wie jurisdictie
krijgt.
Een ander hekel punt is de verplichting voor ISP's (Internet Service
Providers) om data te bewaren die mogelijk gebruikt kan worden bij de
opsporing van criminele gedragingen. In de `Draft Explanatory Report',
een soort Memorie van Toelichting bij het verdrag, geeft de Raad aan
dat zij deze bepaling ziet als een belangrijk hulpmiddel voor politie
en justitie.
ISP's zijn waarschijnlijk minder gelukkig met de bepaling gezien de
hoge kosten die opslag van deze data met zich mee gaat brengen.
De draftversie van het rapport is te downloaden vanaf: http://conventions.coe.int/treaty/EN/cadreprojets.htm