Extra kinkhoestvaccinatie
Donderdag 31 mei 2001, persbericht nummer 57
Vanaf 1 juli 2001 krijgen vierjarigen een extra inenting tegen
kinkhoest. Dit heeft minister dr. E. Borst-Eilers van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport besloten op basis van een advies
van de Gezondheidsraad. De inenting geldt voor kinderen die zijn
geboren vanaf 1 januari 1998. Deze kinderen worden, net als bij de
andere inentingen van het Rijksvaccinatieprogramma, automatisch
door hun consultatiebureau opgeroepen.
Het extra vaccin is nodig omdat kinkhoest toch nog regelmatig
optreedt, ondanks dat zuigelingen tegen deze ziekte worden ingeënt
(DKTP). Met het geven van een herhalingsprik rond de leeftijd van
vier jaar, wordt de bescherming die op de zuigelingenleeftijd is
verkregen weer opgepept. Hierdoor zijn kinderen naar verwachting
beter beschermd tegen kinkhoest.
De kinkhoestprik wordt gegeven naast de huidige DTP prik voor
vierjarigen. Er worden voorbereidingen getroffen om deze vaccins
te combineren in één vaccin, zodat op termijn met één prik voldaan
kan worden.