MKB Nieuws, bericht
03-05-3901
Rapport Donner goed denkmodel, maar vraagtekens bij hanteerbaarheid
MKB-Nederland is van mening dat de commissie-Donner met haar
voorstellen de wortels van het WAO-probleem heeft blootgelegd. Ze
bevestigt hiermee wat iedereen al lang kon weten, dat door een
combinatie van verkeerde prikkels op verkeerde momenten, ontoereikende
medische begeleiding en onduidelijke verantwoordelijkheden, de WAO is
verworden tot lapjesdeken van elkaar neutraliserende wetten en regels.
De keuze voor een selectieve WAO is een juist uitgangspunt.
MKB-Nederland is het met Donner eens dat de WAO moet worden beperkt
tot mensen die op geen enkele wijze in het arbeidsproces kunnen
terugkeren. Om die mensen een verhoogde uitkering te geven is een goed
idee, mits de instroom bewezen minder wordt. Daarnaast waardeert
MKB-Nederland het dat Donner het heeft aangedurfd de werknemers meer
eigen verantwoordelijkheden te geven.
Welke oplossingsrichtingen uiteindelijk worden gekozen, voor
MKB-Nederland telt maar één ding: is het voor het midden- en
kleinbedrijf duidelijk, uitvoerbaar en effectief. Zo niet, dan is de
hele operatie tot mislukken gedoemd. Wat dat betreft roepen de
voorstellen nog veel vraagtekens op. Het is sowieso zeer de vraag of
het mkb -als kleinste WAO-vervuiler- veel opschiet met de voorstellen
van Donner. Wanneer het mkb de rekening zou krijgen van notoire
vervuilers als delen van de collectieve sector, schiet Donner haar
doelstellingen voorbij. Hoe de voorstellen uitpakken in de collectieve
sector, is in de ogen van MKB-Nederland nog volstrekt onduidelijk,
terwijl juist daar sprake is van veruit de grootste WAO-vervuiling.
Voor alles vereist het denkmodel Donner scherpe criteria en
procedures, die de instroom in de WAO daadwerkelijk beperken.
De grootste vrees van het mkb is dat het PEMBA-risico wordt vervangen
door een reïntegratierisico. Terecht wil Donner de PEMBA-boete
afschaffen, maar het reïntegratie-traject is nog met zoveel
onzekerheden omgeven dat dit wel eens veel duurder en onze-kerder kan
uitpakken voor individuele werkgevers dan de gewraakte PEMBA-boete.
Het reïntegratietraject staat of valt met de veronderstelling dat alle
hulp, begeleidings- en medische instituties naadloos op elkaar
aansluiten. Dit geldt ook voor de kwaliteit en beschikbaarheid van
genoemde diensten. MKB-Nederland heeft hier grote twijfels over. Het
hele reïntegratietraject maakt Donner wel erg afhankelijk van de
begeleidende diensten. Hoewel MKB-Nederland van harte ondersteunt dat
zwaar ingezet moet worden op reïntegreren van gedeeltelijk
arbeidsgeschikte werknemers, zijn de mogelijkheden daartoe in de
kleinste bedrijven niet altijd voor handen. Langdurig modderen zonder
zicht op een echte oplossing helpt medewerker en bedrijf niet veel
verder.
Vraagtekens zet MKB-Nederland bij de wat vage omschrijving met
betrekking tot het ontslag na twee jaar reïntegratiepogingen. Een
mkb-ondernemer heeft behoefte aan zicht op eindigheid van een totaal
traject, waarin alle stappen inzichtelijk en volgtijdig kunnen worden
genomen alsof het een spoorboekje betreft. Het herplaatsen van mensen
met een vlekje in een ander bedrijf, zal in de praktijk geen sinecure
zijn. Zonder aanzienlijke financiële prikkels zullen bedrijven niet
staan te springen om medewerkers met een vlekje van
collega-ondernemers over te nemen. Een no-risc-polis kan hier uitkomst
bieden.
Als een grote stap voorwaarts ziet MKB-Nederland dat mensen met
psychische klachten door Donner niet in de categorie duurzaam
arbeidsongeschikt vallen. Hierin ziet MKB-Nederland een bevestiging
van de eigen stellingname dat psychische gevallen vrijwel nooit een
belemmering vormen om terug te keren in het arbeidsproces.
Het voorstel gezonde arbeidsorganisaties te certificeren is een
fopspeen. In het mkb leidt dit tot extra rompslomp en kosten, ondanks
de in het vooruitzicht gestelde premieverlaging. Donner had beter
kunnen pleiten voor een collectieve premieverlaging voor het gehele
mkb, omdat dit deel van het bedrijfsleven veruit de minste WAO-ers
oplevert.
Tenslotte prijst MKB-Nederland de commissie-Donner om de stellingname
dat de verplichte inschakeling van Arbodiensten kan vervallen.