http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=415695
5. Nederlands beleid
Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Europa Afdeling West-Europa Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 29 mei 2001 Auteur Daniël Prins
Kenmerk DEU-225/01 Telefoon 070 - 348 53 51
Blad 1/4 Fax 070 - 348 53 29
Bijlage(n) Notitie inzake de actuele situatie in Turkije E-mail
deu@minbuza.nl
Betreft Algemeen Overleg Turkije op 31 mei 2001
Zeer geachte Voorzitter,
Naar aanleiding van het verzoek van de Vaste Commissie voor Buitenlandse
Zaken van Uw Kamer om een Algemeen Overleg inzake de actuele situatie in
Turkije, doe ik U hierbij een actualisering toekomen van de notitie over
Turkije van 22 maart jongstleden (25206 nr. 4), waarbij de structuur van
eerdergenoemde notitie wordt gevolgd.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Notitie inzake de actuele situatie in Turkije
1. Staatsbezoek
Voor een verslag van het staatsbezoek van de Turkse president Ahmet Necdet
Sezer verwijs ik naar mijn brief van 3 mei jongstleden (25 206 nr 5).
2. Ontwikkelingen in Turkije
Na de financiële crisis van dit voorjaar, waarbij Kemal Dervis is aangesteld
als nieuwe Minister van Economische Zaken en verantwoordelijke voor het
nieuwe hervormingsprogramma, zijn de wisselingen in het kabinet beperkt
gebleven tot het opstappen van de minister van energie, Ersümer. De Turkse
regeringscoalitie onder leiding van premier Ecevit heeft zich gecommitteerd
aan het nieuwe, in nauwe samenspraak met IMF en Wereldbank opgestelde plan
van aanpak om de financieel-economische malaise het hoofd te bieden. De druk
op de regering is in de afgelopen twee maanden sterk toegenomen. Bij
demonstraties in enkele Turkse grote steden kwam het in april tot
ongeregeldheden en arrestaties.
Mensenrechten
Op het terrein van de mensenrechten was er vooruitgang op het gebied van de
regelgeving, maar de situatie in de praktijk blijft onverkort zorgelijk.
Voor wat betreft de overgang van het systeem van groepsverblijven naar een
celsysteem (de gevangenissen van het zgn. F-type) is thans artikel 16 van de
anti-terreurwet zodanig aangepast dat voor gedetineerden die op grond van
genoemde wet zijn veroordeeld, sociaal contact onder voorwaarden mogelijk
is.
De hongerstakingen in Turkije tegen de invoering van gevangenissen van het
F-type duren voort. Thans zijn 22 hongerstakers overleden. In contacten op
verschillende niveaus met Turkse autoriteiten wordt, zowel door Nederland
als in EU-verband, aangedrongen op maximale inzet van Turkije om aan de
gepolariseerde situatie met betrekking tot de gevangenissen een einde te
maken en om de situatie in de gevangenissen in de praktijk te verbeteren.
Ook met de belangrijkste Turkse mensenrechtenorganisaties vinden contacten
over dit onderwerp plaats. Een delegatie van de mensenrechtenvereniging TIHV
heeft deze maand een Nederlandse gevangenis bezocht.
Voorts verwijs ik naar hetgeen vermeld in mijn verslag van het bezoek van
president Sezer aan Nederland.
De nieuwe overeenkomst tussen het IMF en Turkije (USD 8 miljard aan extra
leningen onder het stand-by-agreement, aangevuld met een extra USD 2 miljard
van de Wereldbank) introduceert nieuwe maatregelen ten aanzien van de
sanering van de bankensector en de begroting. Enkele banken worden onder
nieuw management gebracht, en wetgeving wordt ontwikkeld om onder curatele
gestelde banken versneld te verkopen of te liquideren. Op het gebied van de
overheidsbegroting wordt gemikt op een primair overschot van 5,5%. Hiervoor
worden onder meer de extra-budgettaire fondsen in versneld tempo gesloten.
Enkele posten die tot nu toe buiten de begroting bleven, zoals verliezen van
de staatsbanken, zullen in de toekomst hiervan onderdeel zijn.
Gestreefd wordt naar een maximale inflatie van 52,5% cpi voor 2001. Aan het
eind van het jaar dient de inflatie te zijn teruggebracht tot 2% op
maandbasis. De lira zal blijven zweven.
De economische krimp voor 2001 wordt op 3% geraamd, de groei voor 2002 op
5%.
Vooral lijkt het van belang dat de Turkse politieke wil om het pakket door
te voeren, door alle regeringspartijen wordt gedeeld.
3. Turkije en de Europese Unie
Het politieke gedeelte van het Turkse Nationaal Programma voor de Overname
van het Acquis, dat in maart jl. verscheen, is in april jl. besproken in het
Politieke en Veiligheidscomité (PSC) van de EU. Onder de lidstaten was brede
consensus dat het programma duidelijk tekortkomingen vertoonde, niettemin
een belangrijke stap in de goede richting vormde, doch dat het nu aankwam op
de implementatie van het programma. Tijdens een ontmoeting van het PSC met
Staatssecretaris Logoglu van het Turkse Ministerie van Buitenlandse Zaken is
een en ander besproken.
Op 25 april jl. heeft de Commissie een nieuw voorstel ingediend bij de Raad
voor pre-toetredingssteun aan Turkije, ter vervanging van de voorlopige
verordening die op 26 februari jl. werd vastgesteld. Doel van de nieuwe
verordening is de steun, die nu nog bestaat uit drie programma's die
oorspronkelijk niet voor pre-toetredingsdoeleinden zijn ontworpen, onder te
brengen in één programma dat specifiek is toegesneden op de prioriteiten van
het Partnerschap voor Toetreding voor Turkije. De hoogte van de
pre-toetredingssteun (177 miljoen euro per jaar) is gelijk aan die van de
voorlopige verordening. Het betreft een verdubbeling van het eerder voor
Turkije gealloceerde bedrag.
Binnenkort zal de Raad naar verwachting een mandaat vaststellen voor een
raamovereenkomst met Turkije voor deelname aan EU-programma's. Inmiddels is
met Turkije reeds overeenstemming bereikt over deelname aan het Europees
Milieu-Agentschap, waarvan Turkije lid zal worden. Onderhandelingen zijn
gaande over uitbreiding van de Douane-unie tot de terreinen diensten en
aanbestedingen.
Op 26 juni a.s. zal de EU haar veertigste Associatieraad met Turkije houden.
Het is de tweede maal dat deze Associatieraad wordt gehouden sinds Turkije
door de Europese Raad van Helsinki werd bevestigd als kandidaatlidstaat.
Zoals bekend houdt Turkije vooralsnog besluitvorming in NAVO-kader op waarin
zou worden vastgelegd onder welke voorwaarden de EU gebruik kan maken van
NAVO-middelen en -capaciteiten. Een dergelijke regeling vormt een van de
pilaren van het EVDB; een goed uitleenmechanisme vormt de beste waarborg
voor een hechte samenwerking tussen EU en NAVO en een garantie tegen het
opzetten van duplicerende EU-structuren en EU-middelen. Nederland heeft in
de afgelopen tijd geprobeerd in de discussie op dit punt met Turkije
voortgang te boeken. Daartoe heeft wederom een aantal contacten
plaatsgevonden. Bij het werken aan een oplossing voor deze kwestie, blijven
de besluiten die over de ontwikkeling van een EVDB in Nice zijn genomen
uitgangspunt.
4. Overige buitenlands-politieke kwesties
De besprekingen over de kwestie-Cyprus liggen sinds november 2000 stil.
Tijdens het genoemde staatsbezoek van de Turkse president Sezer heeft
Nederland Turkije aangespoord om constructief mee te werken en druk uit te
oefenen op de Turks-Cyprioten.
Thans beziet de VN hoe het onderhandelingsproces weer hervat kan worden
nadat de verkiezingen op Cyprus van 27 mei hun beslag hebben gekregen.
Griekenland en Turkije hebben aangegeven te willen samenwerken om de landmijnen in hun grensregio op termijn te verwijderen.
5. Nederlands beleid
De kernpunten van Nederlands beleid ten aanzien van Turkije zijn in de afgelopen weken niet veranderd.
Kenmerk
DEU-225/01
Blad /4
===