UK favoriet bij internationale investeerders, positie Nederland
verbetert
29 mei 2001 - Het Verenigd Koninkrijk blijft populair onder
buitenlandse investeerders: de Britten verwelkomden in 2000 maar
liefst 26% van alle nieuwe vestigingen binnen Europa. Dit is een
lichte toename ten opzichte van 1999, toen dit nog 25% was. Frankrijk
is de eerste rivaal van het Verenigd Koninkrijk met iets meer dan 15%,
maar scoort drie procent-punten lager dan in 1999. Dat blijkt uit het
gezaghebbende jaarlijkse onderzoek van Ernst & Youngs International
Location Advisory Services (ILAS). Nederland verbeterde vorig jaar
haar relatieve positie en stijgt van de achtste naar de zevende
plaats; iets minder dan vijf procent van de nieuwe vestigingen in
Europa komt in ons land terecht. Met name de provincie Noord-Holland
is geliefd bij buitenlandse investeerders.
Ernst & Young telde in 2000 2.243 grensoverschrijdende
investeringsprojecten in Europa. Deze investeringen zijn of worden
uitgevoerd door 1.612 bedrijven. Hiermee worden naar schatting 370.000
nieuwe banen gecreëerd. Dit zijn er 95.000 meer dan in 1999. Ten
opzichte van 1999 is het aantal buitenlandse investeringsprojecten met
5% toegenomen. Kenmerkend voor het jaar 2000 was dat de positie van
het Verenigd Koninkrijk herstelde van de teruggang in 1999. Het aantal
projecten nam toe met 13% van 508 projecten in 1999 naar 575 in 2000.
Ondanks dit succes vindt de ILAS-partner Jan Siemons dat het Verenigd
Koninkrijk voor het verleiden van buitenlandse investeerders te
eenzijdig afhankelijk is van de Verenigde Staten. De Britten maken
zich daarmee zeer kwetsbaar voor gebeurtenissen aan de andere kant van
de Oceaan. Zeker in een tijd dat alles wijst op een aanzwellende
economische malaise in de VS, hebben ze nu toch een probleem, aldus
Siemons. Het aantal projecten in Frankrijk nam af van 391 naar 353.
Dit betekent een daling van bijna 10%. De sterkste groeier is Italië
die het aantal buitenlandse investeringsprojecten zag toenemen met
33%. De Italianen kwamen daarmee uit op de twaalfde plaats.
Het aantal buitenlandse investeringen in Nederland is ten opzichte van 99 toegenomen van 84 naar 104 projecten. Dit is een verbetering van ongeveer 24%. Wel moet Nederland nog een aantal landen voor zich dulden. Nederland staat na het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Spanje, Ierland en ook België op de zevende plaats. Niettemin heeft Nederland Hongarije ingehaald. Vooral de provincie Noord-Holland heeft een sterke aantrekkingskracht op buitenlandse investeerders en behoort inmiddels tot de Europese topregios. Met 57 projecten in 2000 bereikte Noord-Holland de vierde plaats achter Groot Londen, Ile de France (Parijs) en Catalonië. In 1999 stond deze provincie nog op de vijftiende plaats. Die opmerke-lijke verbetering heeft voornamelijk plaatsgevonden in en rond Amsterdam.
Het belangrijkste herkomstland voor buitenlandse investeringen zijn de Verenigde Staten met 44%. Intra-Europese investeringen vormen 43% van de buitenlandse investeringen, terwijl uit Japan slechts 4% van de buitenlandse investeringen afkomstig zijn. Dit laatste is een verslechtering van een derde vergeleken met 1999.
De belangrijkste sector is de softwarebranche, die 19% van de
buitenlandse investerings-projecten voor haar rekening neemt - een
verbetering van 40% in vergelijking met 1999. Ook de zakelijke
dienstverlening en de telecomsector horen bij de grotere groeiers. De
chemische sector, de farmaceutische industrie en de automotive sector
daalden met 17% ten opzichte van 1999. Investeringsprojecten uit de
elektronica sector stegen met 20% en herstelde van de daling in 1999.
Deze trends gaan gecombineerd met een sterkere geografische
clustering. Van de genoemde groeisectoren vinden namelijk tussen de 40
en 48% van de investeringen plaats in maar zes regios. Bij
elektronica, de chemische sector en automotive sector is dit slechts
tussen de 22 en 27%.
Binnen de softwarewereld staat Nederland wat het aantrekken van
buitenlandse investeerders betreft op de vierde plaats na het Verenigd
Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland, maar vóór Ierland. Bij deze
investeringen gaat het overigens vaak om kleine projecten. Nederland
hoort ook bij de vier belangrijkste bestemmingen voor
telecommunicatie, samen met het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en
Frankrijk. Door onze sterke positie in juist deze sectoren én de
neiging van bedrijven uit die branches om dicht bij elkaar te gaan
zitten, is de trend van geo-grafische clustering voor ons land goed
nieuws, meent Jan Siemons van ILAS. Nederland is in het bijzonder een
belangrijk bestemmingsland voor customer contact centers, net als
Ierland en Schotland, maar niet voor industriële organisaties.
Frankrijk is daarentegen de belangrijkste bestemming voor
industrieprojecten (automotive, chemie, elektronica en
levensmiddelen). Vooral de landen die aangesloten zijn bij de Eurozone
en de Centraal en Oost-Europese landen hebben in deze industriële
branches hun positie aanmerkelijk zien verbeteren. Het Verenigd
Koninkrijk blijft daar achter.
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Jan Siemons van
Ernst & Youngs International Location Advisory Services (ILAS) op
telefoon 030 259 51 09.