Ministerie van Defensie



Brieven aan de Kamer


Organisatie en samenstelling van de peace-enforcing brigade

29-05-2001

Ministerie van Defensie

Aan:

Postbus 20701

2500 ES ´s-Gravenhage

Telefoon (070) 3 18 8188

Telex 34576 MVD/GV/NL

Telefax (070) 3 18 7888

de Voorzitter van de

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Plein 2

2511 CR Den Haag

de Voorzitter van de

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 21

2513 AA Den Haag

Uw brief

Uw kenmerk

Ons nummer

Datum

Fax d.d.

25 april

S2001006166

29 mei 2001

Onderwerp

Schriftelijke vragen over de brief van de Ministerie van Defensie d.d. 13 maart 2001 inzake de organisatie en samenstelling van de peace-enforcing brigade (27 400 X, nr 35).

Onder verwijzing naar uw fax dd 25 april 2001 met vragen over mijn brief d.d. 13 maart 2001 inzake de organisatie en samenstelling van de peace-enforcing brigade (27 400 X, nr 35) bied ik u hierbij mijn antwoorden aan.

DE MINISTER VAN DEFENSIE,

mr. F.H.G. de Grave.

Bijlage bij brief nr S2001006166 d.d. 29 mei 2001

VRAAG 1.

Kan de regering per gemechaniseerde brigade de vredessterkte respectievelijk de oorlogssterkte aangeven?

De vredessterkte van een gemechaniseerde brigade is 2462. De oorlogssterkte van een gemechaniseerde brigade is 4777.

VRAAG 2.

Is de regering bereid een schematisch overzicht te geven van de (modulaire) samenstelling van een peace enforcing brigade?

Ja, zie ook DN 2000 pagina´s 135-137.

Er zijn twee mogelijkheden voor de inzet van een peace-enforcing brigade; te weten een gemechaniseerde brigade (schema gevoegd) en 11 Air Manoeuvre Brigade. 11 Air Manoeuvre Brigade zal optreden in haar organieke samenstelling aangevuld met Missie gerichte aanvullingen en ondersteund door het Nationaal Support Element.

VRAAG 3 (tevens vraag 12).

Binnen hoeveel dagen is Nederland in staat een gemechaniseerde brigade in paraatheid te brengen.

VRAAG 12:

Wat is de waarschuwingstijd voor de inzet van een brigade in een peace-enforcing rol en wat is de militaire noodzakelijke voorbereidingstijd (oefening, training, etcetera)?

De gereedheidstermijn voor een gemechaniseerde peace-enforcing brigade, inclusief de missiegerichte aanvullingen en het National Support Element bedraagt 30 dagen. Dat wil zeggen dat 30 dagen ná ontvangst van de opdracht de eenheid samengesteld is, dat wil zeggen volledig voorzien van personeel en materieel, en gereed is voor verplaatsing naar een inzetgebied. De exacte samenstelling van de brigade is afhankelijk van de uiteindelijk uit te voeren taak. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 7.

VRAAG 4.

Op welke wijze worden bij de inzet van een brigade in een peace-enforcing rol de niet-parate functies vervuld?

Er zijn twee opties voor een inzet van een brigade in een peace-enforcing rol, namelijk 11 Air Manoeuvre Brigade en een gemechaniseerde brigade. 11 Air Manoeuvre Brigade is een volledig parate brigade. Bij inzet van een Nederlandse gemechaniseerde brigade voor een peace-enforcing optreden zal de parate brigade die in de zogenaamde accentperiode zit, en derhalve het juiste niveau van geoefendheid bereikt heeft, hiervoor de kern vormen. Deze brigade zal voor haar taak vanuit de andere brigades worden aangevuld voor wat betreft de niet-parate delen. Daarnaast zullen missiegerichte aanvullingen plaatsvinden vanuit het parate bestand zoals vanuit het divisiegevechtssteuncommando en/of het divisielogistiekcommando. Individuele functies kunnen worden vervuld door paraat personeel uit de overige eenheden van de KL en in sommige gevallen door reservisten die zich daartoe bereid hebben verklaard.

VRAAG 5.

Welke steun (soort eenheid, vredes- en oorlogssterkte) is, op logistiek gebied en op het terrein van de gevechtsondersteuning, noodzakelijk van eenheden die niet behoren tot het brigadeverband.

Deze aanvulling is missie afhankelijk, maar in zijn algemeenheid kan worden gedacht aan specialistische eenheden zoals EOV-eenheden, RPV-eenheden en overige inlichtingeneenheden, maar ook aanvullende genie eenheden, artillerie en/of mortiereenheden. Bij de logistieke ondersteuning moet onderscheid worden gemaakt tussen de interne en externe logistieke ondersteuning. Voor de interne logistieke ondersteuning beschikt de brigade over organiek daarvoor ingedeelde eenheden. De externe logistieke ondersteuning geschiedt zoals bij alle Crisis Response Operations door middel van een daartoe te formeren National Support Element waarin o.a. transport-, genie- en verbindingseenheden zijn opgenomen. Hierbij wordt naar verdergaande samenwerking gezocht met internationale partners en civiele organisaties.

VRAAG 6.

Wordt bij de taakuitvoering van een peace-enforcing operatie rekening gehouden met eventuele inzet van nucleaire, biologische en chemische (nbc) middelen? Zo ja welke specialistische nbc-eenheden worden in dat geval toegevoegd aan de peace-enforcing brigade?, Zo nee, waarom niet?

Ja; voorbereiding op dit gebied is vast onderdeel van het oefen- en trainingsprogramma. Afhankelijk van de missie en de dreigingsanalyse die daarmee gepaard gaat, worden specialistische nbc-ontsmettingseenheden aan de peace-enforcing brigade toegevoegd.

VRAAG 7.

Op welke wijze wordt zeker gesteld dat eenheden die niet tot het organieke brigadeverband behoren daadwerkelijk met de peace-enforcing brigade oefenen?

Het oefen- en trainingsprogramma van de KL-eenheden is erop gericht dat altijd tenminste één brigade een zodanig niveau van geoefendheid heeft dat deze brigade binnen de gestelde gereedheidstermijn het framework voor de peace-enforcing brigade kan vormen. Aanvulling vanuit andere brigades is noodzakelijk. Eenheden die niet tot het organieke brigadeverband behoren, nemen op regelmatige basis deel aan oefeningen waarin het optreden van gemechaniseerde brigades wordt beoefend. De principes van opleiden, trainen en oefenen zijn dusdanig opgezet dat eenheden van de Koninklijke landmacht in diverse verbanden op kunnen treden. Een belangrijk samenbindend element in het gezamenlijke oefenen en trainen is het commandovoeringsproces en juist dit proces is binnen de Koninklijke landmacht universeel. Door tijdens oefeningen het principe "train-as-you-fight" toe te passen heeft de Koninklijke landmacht de flexibiliteit om missie-afhankelijk eenheden in te passen in bestaande brigade structuren.

VRAAG 8 (inbegrepen vraag 11 en 15).

Hoe is tijdens het optreden van een brigade in een peace-enforcing rol de aanvulling van personeel en materieel geregeld?

VRAAG 11.

Op welke wijze wordt een peace-enforcing brigade tussentijds afgelost, uitgaande van een inzet van maximaal één jaar?

VRAAG 15.

Een peace-enforcing brigade moet door de combinatie van middelen waarover zij beschikt in staat zijn om gedurende een bepaalde tijd zelfstandig het gevecht te voeren. Wat is het voortzettingsvermogen van een peace-enforcing brigade?

Voor de inzet van een peace-enforcing brigade wordt uitgegaan van een eenmalige inzet voor een langere periode, van in beginsel maximaal één jaar. In aanvulling van personeel en materieel danwel aflossing daarvan is in beginsel niet voorzien.

VRAAG 9

Wat is het uitgangspunt bij de planning met betrekking tot het geografische gebied van inzet?

In beginsel kan een peace-enforcing brigade in alle inzetgebieden optreden, met uitzondering van arctische gebieden. VRAAG 10 (inbegrepen vraag 20 en 21).

Kan de regering een overzicht geven van dergelijke peace-enforcing oefeningen van het jaar 2000?

VRAAG 20.

Welke oefeningen dient een peace-enforcing brigade jaarlijks te houden?

VRAAG 21.

Kan de regering per brigade een overzicht geven van welke noodzakelijke oefeningen in het jaar 2000 ook daadwerkelijk zijn gehouden?

De oefencyclus die iedere brigade dient te doorlopen bestaat onder meer uit gevechtsoefeningen en stafoefeningen op bataljons- en brigadeniveau. Bij oefeningen op dat laatste niveau staat met name de integratie van de verschillende disciplines bij het voeren van het gevecht van verbonden wapens centraal. Met het bereiken van dit niveau van geoefendheid is de brigade(staf) in staat om als "peace-enforcing" brigade(staf) op te treden.
Onderstaand schema geeft een overzicht van oefeningen vanaf het bataljonsniveau en hoger, waarbij het aspect optreden op het niveau van verbonden wapens een rol speelt.

Maand

Eenheid

Oefening

Opmerkingen

Dec `99

41 Mechbrig

HOHENFELS

Brigade geleide bataljonsoefening

Feb `00

1 Divisie

CENTAUR ANIMAUX

Divisiegeleide brigadeoefening

Mrt `00

1(GE/NL)Corps

DASHING SWORD

Legerkorpsgeleide divisieoefening

Mrt 00

43 Mechbrig

VARPALOTA

Brigade geleide bataljonsoefening

Sep `00

13 Mechbrig

MOURMELON

Brigade geleide bataljonsoefening

Okt `00

13 Mechbrig

NL

Brigade geleide bataljonsoefening

Jan `01

13 Mechbrig

HOHENFELS

Brigade geleide bataljonsoefening

Feb `01

1 Divisie

CENTAUR SIGNAL

Divisiegeleide brigadeoefening

mrt `01

41 Mechbrig

LIBAVA

Brigade geleide bataljonsoefening

VRAAG 11.

Op welke wijze wordt een peace-enforcing brigade tussentijds afgelost, uitgaande van een inzet van maximaal één jaar?

Zie het antwoord op vraag 8.

VRAAG 12.

Wat is de waarschuwingstijd voor de inzet van een brigade in een peace-enforcing rol en wat is de militaire noodzakelijke voorbereidingstijd (oefening, training, etcetera)?

Zie het antwoord op vraag 3.

VRAAG 13.

Welke brigade van de Koninklijke Landmacht kan binnen de gestelde waarschuwingstijd in de eerste helft van 2001 worden ingezet in een peace-enforcing rol? Welke logistieke en gevechtsondersteunende eenheden kunnen in deze waarschuwingstijd worden ingezet?

Overeenkomstig het schema van het KL-accentmodel, vormt de 13e gemechaniseerde brigade de kern van een peace-enforcing brigade; daaraan kunnen operationele eenheden van andere gemechaniseerde brigades en logistieke en gevechtsondersteunende eenheden van het divisiegevechtssteuncommando en het divisielogistiekcommando worden toegevoegd. Vanaf september 2001 staat de 41 gemechaniseerde brigade gereed.

VRAAG 14.

De feitelijke samenstelling van een uit te zenden peace-enforcing brigade wordt bepaald door de uitkomst van het besluitvormingsproces ter voorbereiding van een eventuele missie. Hoe zal dit proces verlopen?

Het besluitvormingsproces verloopt net als bij andere missies waarin Nederland participeert, waarbij parallel aan de politieke besluitvorming in internationaal en nationaal (Toetsingskader) verband de operationele planning verloopt. Daarbij wordt onder meer de behoefte aan operationele eenheden in kaart gebracht en zal in afstemming met andere participerende landen de omvang en samenstelling van nationale bijdrages, bijvoorbeeld een brigade, worden vastgesteld.

VRAAG 15.

Een peace-enforcing brigade moet door de combinatie van middelen waarover zij beschikt in staat zijn om gedurende een bepaalde tijd zelfstandig het gevecht te voeren. Wat is het voortzettingsvermogen van een peace-enforcing brigade?

Zie het antwoord vraag 8.

VRAAG 16:

Is het juist dat met een troepenmacht kleiner dan brigadegrootte niet met verbonden wapens wordt opgetreden?

Zoals reeds in de DN 2000 beschreven staat (blz. 134) zijn brigades de kleinste formaties die organiek in staat zijn gedurende een langere tijd geheel zelfstandig te opereren . De brigade is de kleinste formatie die organiek in staat is alle benodigde disciplines aan te sturen voor de voorbereiding, planning en voor uitvoering van operaties op een hoog geweldsniveau. Met name de succesvolle integratie van manoeuvre, gevechtssteun en logistiek maakt dat het totale effect van de brigade meer is dan de som van de afzonderlijke delen.Slechts voor de uitvoering van een specifieke opdracht is ook een bataljon tijdelijk in staat een gevecht van verbonden wapens te voeren.

VRAAG 17.

Op welke wijze en wanneer gaat de brigadestaf zich voorbereiden op het concept van verbonden wapens.

Het beoefenen van het concept van verbonden wapens op het brigadeniveau is een voortdurende activiteit die onlosmakelijk verbonden is aan elke oefening en training op het niveau van de brigade.

VRAAG 18.

Betekent een meer modulaire aankleding van een peace-enforcing brigade een grotere flexibilisering van de krijgsmacht? Moeten bataljons en teams in meer diverse combinaties, met andere eenheden kunnen opereren dan in meer traditioneel verband?

VRAAG 19.

Hoe gaat het team-optreden vorm krijgen?

De modulaire benadering bij de samenstelling van de peace-enforcing brigade is voor de KL niet nieuw. Ook bij het "traditionele" optreden binnen brigadeverband wordt al gewerkt met flexibel samengestelde teams en samenwerkingsrelaties. Dit is onder meer onderdeel van de (jaarlijkse) gevechtsoefening op het oefenterrein Hohenfels (Duitsland).

VRAAG 19.

Hoe gaat het team-optreden vorm krijgen?

Zie het antwoord op vraag 18.

VRAAG 20.

Welke oefeningen dient een peace-enforcing brigade jaarlijks te houden?

Zie het antwoord op vraag 10.

VRAAG 21.

Kan de regering per brigade een overzicht geven van welke noodzakelijke oefeningen in het jaar 2000 ook daadwerkelijk zijn gehouden?

Zie het antwoord op vraag 10.

VRAAG 22.

Wordt met "de driedeling bij de Koninklijke Landmacht" mede gedoeld op de uitzendfrequentie.

In zijn algemeenheid garandeert de driedeling het voortzettingsvermogen van landmachtbijdrages aan bepaalde missies. Deze driedeling van de Koninklijke landmacht is onder andere gerelateerd aan de uitzendfrequentie (voor bataljons zoals in het geval van SFOR); dit "accentmodel" houdt een opbouw in waarbij eenheden steeds zes maanden besteden aan het verkrijgen van het voor inzet benodigde niveau, vervolgens zes maanden gereed zijn voor inzet of worden uitgezonden, en tenslotte, na eventuele inzet, maximaal zes maanden recupereren, waarin een verlofperiode valt, wisselingen van personeel en eventueel materieel worden geconcenteerd, en waarin tevens de basistraining tot op het compagniesniveau weer wordt hervat. Kortom: voorbereiden, uitzenden, herstellen [bron: DN 2000, pagina 127]. In het geval van de gemechaniseerde brigades waarborgt de driedeling dat er altijd een brigade is die beschikt over de feitelijke vaardigheden die voor het optreden op dit hoogste geweldsniveau nodig zijn, terwijl de Koninklijke landmacht daarnaast ook in staat is en blijft kleinere modules uit te zenden die dan uit een andere brigade komen.

VRAAG 23

Betekent deelname aan een vredesafdwingende operatie dat Nederland daarnaast vier vredesoperaties met bijdragen van bataljonsgrootte voor haar rekening kan nemen?

De inzet van de peace-enforcing brigade vergt een groot deel van de parate capaciteit van de Koninklijke landmacht. Inzet van landmachteenheden voor andere operaties is in dat geval slechts zeer beperkt mogelijk en zou kunnen inhouden dat in voorkomend geval eenheden die reeds elders zijn ingezet, teruggenomen moeten worden.

VRAAG 24:

Wat betekent de verschuiving waarbij de nadruk ligt op deels modulaire samen te stellen brigades voor de divisie- en legerkorpsstructuur? Zijn divisie en legerkorpsniveaus als staande structuren voor Nederland niet in zekere zin overbodig, behalve dan de staven die in internationaal verband grotere eenheden kunnen aansturen?

De wijze van samenstellen van een peace-enforcing brigade heeft geen directe gevolgen voor de divisie- en legerkorpsstructuren. Het inzetten van een peace-enforcing brigade is de maximale bijdrage die de Koninklijke landmacht voor crisisbeheersoperaties kan leveren. Tevens heeft Nederland een High Readiness Force Headquarters (HRF HQ) ten behoeve van Crisis Response Operations ter beschikking gesteld. Voor bondgenootschappelijke verdediging heeft Nederland zich in NAVO-verband gecommitteerd tot het inzetten van het Duits-Nederlandse legerkorps met inbegrip van de Nederlandse Divisie.