Den Haag, 29 mei 2001
BIJDRAGE VAN JAAP JELLE FEENSTRA (PVDA) AAN HET ALGEMEEN OVERLEG OVER HET
VUURWERKBESLUIT EN REGISTRATIEPLICHT RISICOSITUATIES
De echo overstemde de klap: negen jaar na de ontploffing van de
vuurwerkfabriek in Culemborg werden we allen diep getroffen door de ramp in
Enschede. In de samenleving, in de Raad en in deze Kamer is over
voorgeschiedenis en oorzaken, effecten en verantwoordelijkheden uitgebreid
gedebatteerd en er zijn vele, indringende afspraken gemaakt om dergelijke
ongevallen te bestrijden.
Het ministerie van VROM heeft daarin een actieve rol vervuld én te
vervullen. De PvdA-fractie waardeert dat het ministerie van VROM snel heeft
gehandeld; met een interim-vuurwerkbesluit in november, een ontwerpbesluit
in februari en een Regeling registratieplicht risicosituaties in maart.
De PvdA-fractie waardeert tevens dat in het Vuurwerkbesluit is gekozen voor
een integrale benadering van invoer-doorvoer-uitvoer-opslag en
vervaardigen-assembleren-handel-afsteken.
De PvdA steunt het Vuurwerkbesluit met betrekking tot
* de intensivering van de handhaving door de Landelijke Werkgroep
Vuurwerk van OM, politie, douane en IMH;
* het professionaliseren van de sector, de cowboys moeten eruit,
bedrijven moeten gecertificeerd worden, met vakbekwaamheid, met een
erkenningsregeling
* en de vergunningverlening moet gekoppeld zijn aan de ruimtelijke
ordening én aan een volledige aansprakelijkheidsverzekering.
De PvdA-fractie wil ná Culemborg en Enschede veiligheid organiseren voor de burgers, snel en goed, en dat vergt noodzakelijkerwijs een scherp beleid, helder en handhaafbaar. Veiligheid organiseren begint bij een betrouwbare classificatie. Dat dat moet én kan goed geregeld worden. Wij verwijzen daarbij naar de TNO-testen; een correcte classificatie is te leveren, als solide basis voor het veiligheidsbeleid en het handhavingsbeleid.
Een betrouwbare classificatie is ook nodig om de zwaarste categorie van het massa-explosieve vuurwerk te kunnen aanwijzen. Zowel Culemborg als Enschede werden rampen omdat er massa-explosief vuurwerk aanwezig was (zie antwoord 14). De PvdA-fractie wil van dit gevaarlijk vuurwerk af. Massa-explosief vuurwerk is van zichzelf riskant en kan consumentenvuurwerk ook "meenemen". Veiligheid organiseren ná Culemborg en Enschede begint dan met het van de markt nemen van het massa-explosieve vuurwerk. Het weren van massa-explosief vuurwerk geeft ook invulling aan de motie-Van den Berg en past ook bij de eerdere pleidooien van deze minister, die zich afvroeg of we voor een "fun-artikel" wel deze risico's willen lopen. En het van de markt halen van massa-explosief vuurwerk, zoals blijkt uit de antwoorden (antwoord 2), vereenvoudigt de handhaving. Dus bepleit de PvdA: het zwaarste vuurwerk mag van de markt, dat geeft de burger ná Culemborg en Enschede veiligheid.
De PvdA-fractie vindt dat de aanpak met betrekking tot de classificatie nog wel wat ambitieuzer mag, niet door vanwege een onbetrouwbare classificatie bij opslag en transport eenvoudigweg uit te gaan de zwaarste categorie maar door de classificatie gewoon op orde te brengen. De TNO-testen, die eerdere studies bevestigen, zijn daarvoor de aangewezen weg, bij gekwalificeerde instelling, hier of in het buitenland, zoals nu op de testlocatie Bündeanstalt für Materialforschung und -prüfung te Berlijn, BAM.
De PvdA bepleit dus twee aanvullingen, twee feitelijke aanscherpingen: het
snel opzetten van een betrouwbaar classificatiesysteem als basis voor het
veiligheids- en handhavingsbeleid en het van de markt nemen van het
massa-explosieve vuurwerk, waarvan de minister zelf ook in zijn
beantwoording (antwoorden 22,59) aangeeft. Afstand doen van 1.1 wordt
toegejuicht.
Het Vuurwerkbesluit introduceert het effectbeleid in plaats van het gangbare
risicobeleid. Gevraagd naar de motieven antwoordt het ministerie van VROM:
daar hebben we toe besloten (antwoorden 8,9), daar is voldoende reden voor
aanwezig (antwoord 14). Dat overtuigt echter nog niet! Effectbeleid zou
passen bij aard en betekenis van de activiteit voor de samenleving. Dit
lijkt geen onlogisch uitgangspunt maar vergt wel eerst een omstandig debat
over noodzakelijke en misbare activiteiten. Is bijvoorbeeld naast benzine
nog diesel en ook nog LPG nodig? Rechtvaardigt de aanwezigheid van
alternatieven het hanteren van uiteenlopende veiligheidsnormen terwijl uit
de antwoorden blijkt dat er nu geen vaste criteria voorhanden zijn (antwoord
16), er is geen definiëring van het maatschappelijk nut (antwoord 35)?
Anders dan het Vuurwerkbesluit is de voorgestelde Risicoregistratie wel weer gebaseerd op het gangbare risicobeleid en de wettelijke norm van 10-6. Hieraan voldoen tal van activiteiten en sectoren in de samenleving nog niet eens;. Binnen de 10-6 contour wonen momenteel 25.000 personen! In plaats van nu te kiezen voor een effectbenadering, kiezen wij voor het éérst realiseren van de generieke en wettelijke normen uit het risicobeleid.
Dan een opmerking over de presentatie van de effecten, de uitkomsten van het
Vuurwerkbesluit. Het ministerie van VROM geeft aan dat een verbod ten
aanzien van vuurwerk te ver zou gaan (antwoord 14) en dat de regering geen
sanering maar regulering beoogt (antwoord 74).
Maar het ministerie bevestigt ook dat 80% van de verkooppunten zal
verdwijnen (antwoorden 13, 74), maar dat moeten we niet als een verkapt
verbod beschouwen (antwoord 63). De Milieudienst van Amsterdam rekent zelfs
uit dat 100% van de verkooppunten moeten sluiten.
De PvdA-fractie accepteert ten gunste van veiligheid vergaande consequenties
maar benoem die dan ook.
Wij hebben vernomen dat het ministerie van VROM door Haskoning een onderzoek
heeft laten uitvoeren naar de ruimtelijke inpasbaarheid en effecten van
besluit. Bijna alle bedrijven moeten verhuizen en er zijn nauwelijks nieuwe
locaties te vinden. Hebben we het dan over reguleren of over saneren? Graag
toelichting.
Het weren van massa-explosief vuurwerk versterkt de handhaving maar kan in
de herberekening ook leiden tot geringere afstandsmaten, nadrukkelijk niet
als doel maar als mogelijke uitkomst van beleid, biedt dat ook mogelijkheden
om het beleid ruimtelijk sneller uit te voeren en dus de burgers snel meer
veiligheid te bieden?
Als 80 tot 100% van de verkooppunten verdwijnt, als voor bedrijven nagenoeg
geen plaats meer is, zeg dan niet dat deze sector gereguleerd wordt, maar
erken dan ruiterlijk dat de regering een debat over de sanering van de
sector nastreeft. Kom dan met een beleid waarbij overheden en bedrijven
schadeloos worden gesteld en de handhaving wordt gericht op illegale import
en handel. Nu wordt geantwoord dat minder verkooppunten niet zal leiden tot
een toename van de illegale handel (antwoord 13). Een volstrekt naïef
standpunt want juist illegaliteit zal leiden tot opslag in garageboxen en
handel vanuit kofferbakken, en dus tot meer onveiligheid!
Dan de onderbouwing van de afstandsmaten. Op de hoorzitting werd aangegeven
dat de 800 m. tot stand is gekomen door de effect van proeven eenvoudigweg
met een factor 2 te vermenigvuldigen en dat bij de 20 m. geen rekening is
gehouden met bouwkundige voorschriften, volumebeperkingen en de wettelijk
voorgeschreven sprinklerinstallatie (antwoorden 10, 23, 55). Uit
TNO-onderzoek (pagina's 36, 48) blijkt dat een sprinklerinstallatie type-1
veiligheidsafstanden bepaald, die (tabel pagina 43) heel anders zijn dan het
ministerie van VROM nu voorstelt. Graag reactie.
Uit de reacties van afzonderlijke gemeenten (Dronten, Leeuwarden) blijkt dat
het Vuurwerkbesluit vergaande consequenties met zich meebrengt. Nogmaals,
als de veiligheid dit vergt, dan moet het maar dan moet het beleid ook een
toereikend Fonds Planschade omvatten, zodat gemeenten daardoor niet tot
artikel 12 vervallen. Graag reactie.
De PvdA-fractie vindt het voorstel voor een Registratieplicht
Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen een goede zaak. Het voorstel is generiek
en geeft openbaarheid, het voorstel leidt tot een actuele en virtuele
veiligheidskaart door vergunningen (gestandariseerd?) op internet te zetten.
De PvdA-fractie bepleit ook openbaarmaking van handhavingsrapportages én
bedrijfsmilieuverslagen. Dat informeert burgers en organisaties,
woningbouwverenigingen en makelaars, dat geeft een democratische impuls aan
debatten in raden, staten en kamer. De PvdA-fractie bepleit om hier niet pas
vanaf 2003 mee te beginnen maar nu al meteen. Provincies hebben in opdracht
van het ministerie van BZK al een inventarisatie opgesteld; maak deze
openbaar, verbeter en actualiseer deze kaart werkendeweg. Enkele vragen:.
* rust de informatieplicht op overheid of op bedrijf?
* is voorzien in het jaarlijks in staten en raden actief aan de orde
stellen van de voortgangsrapportages?
* TNO komt nog met een onderzoek op basis van risicobenadering;
wanneer?
Afsluitend, het Vuurwerkbesluit moet toch nog worden herzien naar aanleiding
van het debat over het rapport van de Commissie-Oosting in verband met
vervallen defensietaken, de wettelijke adviestaak brandweer en etikettering
(antwoorden19, 34). De PvdA-fractie bepleit dat bij deze herziening wordt
uitgegaan van de volgende aanvullende, aanscherpende voorstellen die de
burgers sneller en meer veiligheid moeten bieden:
- het snel opzetten van een betrouwbare classificatie;
- het van de markt nemen van het massa-explosieve vuurwerk;
- het snel openbaar maken van vergunningen en handhavingsrapportages;
- het jaarlijks in staten en raden agenderen van de voortgang.