Provincie Groningen

Groningen, 29 mei 2001 Persbericht nr. 108

Bewoners Veenkoloniën tevreden over woonomgeving

De bewoners van de Veenkolonien geven in een enquete die in april is gehouden aan met plezier in het gebied te wonen. Alle positieve en negatieve aspecten afwegend zegt tweederde van de bewoners hun hele leven in de Veenkolonien te willen blijven wonen. Wel maakt een kwart van de bewoners zich zorgen over de ontwikkeling van het gebied. Het vaakst wordt in dit verband dan de werkgelegenheid genoemd.

Als de traditionele aardappelteelt minder ruimte gaat innemen in de toekomst vinden 7 van de 10 bewoners dat hiervoor natuur en recreatiemogelijkheden in de plaats moeten komen. Een combinatie van landbouw, natuur en recreatie heeft dan de meeste voorkeur.

Negen van de tien bewoners van het landelijk gebied vinden voorzieningen, zoals een basisschool, een dorpshuis, een huisarts, een winkel en een goede busverbinding met de kernen, thuis horen in hun dorp of woongebied. De overgrote meerderheid geeft echter aan niet te verhuizen wanneer die voorzieningen zouden verdwijnen.

Aan de bewoners van het stedelijk gebied is een vijftal maatregelen voorgelegd om hun woonplaats te verbeteren. De meeste voorkeur gaat daarbij uit naar een gezelliger stadscentrum en veiliger buurten.

De telefonische enquete is gehouden tussen 9 tot 20 april onder de bewoners van de Veenkolonien. Doel van de enquete was inzicht te krijgen hoe de bewoners van dit gebied aankijken tegen hun eigen gebied, hoe ze hun woongebied ervaren en wat zij als de belangrijkste opgaven voor hun gebied zien. De resultaten van de enquete worden gebruikt als input voor de ontwikkeling van een visie voor de Veenkolonein, zoals die wordt ontwikkeld vanuit het Provinciaal Omgevingsplan (POP).

De Provincie Groningen werkt momenteel aan het opstellen van een toekomstplan voor het gebied Veenkolonien. Daarbij is de mening van de inwoners van het gebied uitermate relevant, vandaar de enquete.

De bewoners wonen in de Veenkolonien omdat hun familie, vrienden en kennissen hier ook wonen. Verder worden het veenkoloniale landschap, het karakter van de bevolking en de goedkope woningen relatief vaak als positieve omstandigheden genoemd.

9 van de 10 bewoners vinden het niet terecht dat buitenstaanders negatief over de Veenkolonien oordelen. Negatieve waardeoordelen die het vaakst worden gehoord, zijn het kale landschap, de hoge werkloosheid en de lange rechte dorpen, wegen en kanalen. Alle positieve en negatieve aspecten afwegend zegt tweederde van de bewoners hun hele leven in de Veenkolonien te willen blijven wonen. Een derde zegt dit te laten afhangen van hun prive en werkomstandigheden. De groep die zegt te willen verhuizen als die kans zich voordeed is verwaarloosbaar klein. Een kanttekening valt te maken bij de leeftijd van de bewoners: jongeren zijn verhoudingsgewijs meer bereid te verhuizen bij veranderende prive- en werkomstandigheden.

Een kwart van de bewoners maakt zich zorgen over de ontwikkeling van het gebied in de toekomst. Het vaakst wordt in dit verband dan de werkgelegenheid genoemd. Als de bewoners zelf maatregelen mochten nemen die tot verbeteringen leiden, wordt dan ook door de grootste groep genoemd dat er meer werkgelegenheid moet komen. Daarnaast opteren relatief veel bewoners voor snellere busverbindingen.

Een derde van de bewoners ervaart het overigens als een probleem dat de werkeloosheid in het gebied hoger is dan elders, tweederde ervaart dit niet als een probleem. De meerderheid van de bewoners is van mening dat er in het gebied zelf werk moet worden gecreeerd voor de werkelozen. De mening over hoe jongeren die hun vervolgopleiding buiten de Veenkolonien volgen kunnen worden gestimuleerd om terug te keren sluit hierbij aan. Driekwart van de bewoners vindt dat er voldoende werk moet zijn voor deze jongeren.

De bewoners van de Veenkolonien zijn tevreden met het landschap van het gebied. Een ruime meerderheid (9 van de 10) van de bewoners is van mening dat landschappelijke veranderingen de karakteristieke kenmerken van het gebied in tact moeten laten of versterken. Wel zijn voor de helft van de bewoners de voorzieningen in de directe omgeving belangrijker dan het landschap in hun woonomgeving. Daarentegen vindt de andere helft het landschap wel van meer belang. Als de traditionele aardappelteelt minder ruimte gaat innemen in de toekomst vinden 7 van de 10 bewoners dat hiervoor natuur en recreatiemogelijkheden in de plaats moet komen. Een combinatie van landbouw, natuur en recreatie heeft dan de meeste voorkeur.

Voor meer informatie over dit persbericht kunt u contact opnemen met: Wim Trip, afdeling bestuurscontacten provincie Groningen, tel. 050 3164129