Dossier MKZ
Wijziging Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en
klauwzeer 2001 II
dd. 29-05-2001 17:00 uur
29 mei 2001
Toelichting
Thans zijn de ruimingen in het toezichtsgebied Oene voltooid en is
begonnen met de eindscreening. In het licht daarvan is er uit
veterinair oogpunt geen aanleiding meer bepaalde verboden te laten
bestaan. Dit leidt ertoe dat het geldende regime in de
toezichtsgebieden op een aantal punten kan worden versoepeld. Met de
onderhavige wijziging wordt het mogelijk om onder bepaalde voorwaarden
naast kalveren, vleesstieren en varkens ook schapen ter slacht te
brengen. Tevens wordt er met betrekking tot de slacht van de genoemde
dieren, het 1-op-1 vervoeren van kalveren en varkens en het weiden van
evenhoevigen nu ook in het gebied I (Oene) geen onderscheid meer
gemaakt tussen beschermingsgebieden en toezichtsgebieden.
Voor het overige blijft het regime dat geldt binnen het ingesloten
gebied ongewijzigd.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,
Gelet op artikel 9 van Richtlijn 85/511/EEG van de Raad van de
Europese Gemeenschappen van 18 november 1985 tot vaststelling van
gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van mond- en klauwzeer
(PbEG L 315) en op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn 90/425/EEG
van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake
veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire
handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het
vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L
224);
Gelet op de artikelen 17, 30, eerste en vierde lid, en 31 van de
Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
BESLUIT:
Artikel I
De Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en
klauwzeer 2001 II wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 8, eerste lid, komt te luiden:
1. Het verbod, bedoeld in artikel 7, is niet van toepassing op het
vervoer van runderen, jonger dan 12 maanden, vleesstieren, varkens
en schapen van een bedrijf rechtstreeks naar een slachthuis mits:
a. het bedrijf niet is gelegen in een beschermingsgebied als
bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de Richtlijn 85/511/EEG
van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 november
1985, tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter
bestrijding van monden klauwzeer (PbEG L 315);
b. het onderzoek, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel c,
van de Beschikking 2001/295/EG van de Commissie van de
Europese Gemeenschappen van 10 april 2001 houdende
vaststelling van maatregelen die moeten worden uitgevoerd
voordat de op grond van artikel 9 van Richtlijn 85/511 van de
Raad van de Europese Gemeenschappen toegepaste beperkende
maatregelen worden ingetrokken (PbEG L 100), op het bedrijf
waarvan de dieren worden afgevoerd, is uitgevoerd en daarbij
geen mond- en klauwzeer is aangetroffen;
c. het transport voorafgaand is gemeld met gebruikmaking van een
daartoe door de Minister ter beschikking gesteld formulier
dat vergezeld gaat van de uitslag van voormeld onderzoek;
d. een kopie van het ingevulde formulier alsmede de uitslag van
het onderzoek tijdens het vervoer op het voertuig aanwezig
zijn, en
e. het vervoer rechtstreeks plaatsvindt naar een door de
Minister aangewezen slachthuis dat is gelegen in
toezichtsgebied I of in toezichtsgebied II.
In de bijlage komt bij gebied I: Oene, onderdeel 1 te luiden:
1. De artikelen 1 tot en met 23 van de regeling zijn op dit gebied van toepassing, met uitzondering van de artikelen 6, tweede lid en vierde lid, onderdeel b, 8, eerste lid, onderdeel a, 9, eerste lid, onderdeel a, 10, 11, 13, 15, 16 en 18.
Artikel II
Deze regeling wordt op 29 mei 2001 om 17:00 uur bekendgemaakt aan de
media en treedt onmiddellijk in werking.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden
geplaatst.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
Regeling