GroenLinks Tweede-Kamerfractie Nieuwsbrief 28 mei 2001 15:37
De benoeming van een burgemeester in Houten
(28 mei 2001)
Vragen van het lid Halsema aan de minister van BZK over de beïnvloeding van een vertrouwenscommissie voor de benoeming van een burgemeester
1. Kloppen de berichten dat de Commissaris van de Koningin van Utrecht, de heer B. Staal, de Houtense vertrouwenscommissie heeft verzocht te overwegen een bepaalde kandidaat voor het burgemeesterschap in de procedure op te nemen danwel bij de minister voor te dragen, geruime tijd na het verstrijken van de sluitingstermijn? Zo ja, is het juist dat het de tweede keer in twee jaar is dat deze CdK probeert op deze wijze invloed uit te oefenen op de benoeming van een burgemeester in zijn provincie? (Utrechts Nieuwsblad 19, 25 26 mei 2001)
2. Hoe beoordeelt de minister het optreden van de Commissaris van de Koningin jegens de vertrouwenscommissie in deze fase van de procedure van een burgemeestersbenoeming, met name het geven van een oordeel over de geschiktheid van bepaalde personen? Is het gebruikelijk dat een CdK zo laat in de procedure nog met nieuwe kandidaten naar de vertrouwenscommissie komt? Deelt de minister de mening van de kabinetsschef van de CdK, dat met deze wijze van benaderen van de vertrouwenscommissie niet veel mis is?
3. Kan de minister zijn licht laten schijnen over de wenselijkheid van beinvloedings-mogelijkheden van de CdK en in zijn antwoord anticiperen op de nieuwe wettelijke procedure voor de benoeming van de burgemeester, waarin de vertrouwenscommissie en de gemeenteraad een veel zwaardere rol krijgt in de selectie, de beoordeling, en het advies aan de minister?
4. Welke maatregelen neemt de minister om beïnvloeding van (leden van de) commissies voor benoemingen van personen in publieke functies in de toekomst te voorkomen?