De Voorzitter van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
VVM. 2001/1876
datum
28-05-2001
onderwerp
Antwoorden op de vragen, ter voorbereiding op het AO MKZ d.d. 29 mei
2001
TRC 2001/5333 doorkiesnummer
bijlagen
1
Geachte Voorzitter,
Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen van de fracties van het CDA en de SGP, ter voorbereiding op het Algemeen Overleg op 29 mei.
De minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
mr. L.J. Brinkhorst
up
datum
28-05-2001
kenmerk
VVM. 2001/1876
bijlage
Kamervragen
Vraag CDA 1
Kunt u een indicatie geven van de schade die de MKZ-crisis met zich
mee heeft gebracht en nog met zich mee zal brengen? Kunt u daarbij een
onderscheid maken tussen de schade in de verschillende sectoren
(landbouw, MKB, recreatie, transportsector etc)?
Antwoord:
Er bestaat nog geen definitief beeld van de economische schade van de
MKZ-uitbraak. Wel heeft het CPB onlangs de MKZ-schade geraamd op 2,8
miljard gulden, waarvan 1,2 miljard gulden in de landbouw, 1,1 miljard
gulden in het netwerk van toeleverende en verwerkende bedrijven en 0,5
miljard gulden in de sectoren die los staan van de landbouw, waaronder
de recreatiesector.
Het LEI heeft de inkomensschade in de primaire sector van de
veehouderijbedrijven onlangs geraamd op 164 miljoen gulden (voorlopig
cijfer).
Vraag CDA 2
Kunt u een indicatie geven van het aantal arbeidsplaatsen dat zal
verdwijnen door de MKZ-crisis? Bent u bereid om maatregelen te treffen
om het opheffen van arbeidsplaatsen te voorkomen? En zo ja: welke
mogelijkheden ziet u daartoe?
Antwoord:
Ik kan geen indicatie geven van het aantal arbeidsplaatsen dat zal
verdwijnen. Ik mag in herinnering roepen dat, om te voorkomen dat
arbeidsplaatsen verdwijnen, de minister van SZW een faciliteit in het
leven heeft geroepen waarbij voorzien is in een uitkering bij
tijdelijke werkloosheid als gevolg van de MKZ-maatregelen.
Overigens is het Noodfonds MKZ er op gericht om bedrijven die als
gevolg van de MKZ-maatregelen in de problemen komen en er op eigen
benen niet bovenop kunnen komen en zonder MKZ wel levensvatbaar waren
geweest een faciliteit te bieden om continuïteit te realiseren.
Vraag 3 CDA
Kunt u aangeven welke totaalbedragen in het Noodfonds zullen komen en
welke partijen daadwerkelijk geld zullen storten? Wat is de reden dat
marktpartijen niet bereid zijn om mee te betalen?
Antwoord:
Alleen het bedrag van 25 miljoen gulden dat de overheid in een
Noodfonds MKZ wil bijdragen is zeker. De overheid heeft aangeboden het
geld van andere partijen te verdubbelen tot een maximum van 35 miljoen
gulden.
De marktpartijen ondersteunen wel de gedachte van een noodfonds maar
zijn van mening dat de criteria te eng zijn en dat de overheid er te
weinig geld in stort. Zij wijzen erop dat het bedrijfsleven al ernstig
is getroffen.
Ik heb in een recente brief de provincies en het bedrijfsleven
nogmaals opgeroepen een bijdrage te leveren.
Vraag 4 CDA
Welke criteria gaan gelden voor het Noodfonds? Waar kunnen mensen
terecht die een beroep op het noodfonds willen doen? Hoe snel kan een
aanvraag afgehandeld worden en wie handelt de aanvragen af?
Antwoord:
In de brief van 14 mei 2001 met kenmerk VVM/01.1781 ben ik reeds
globaal ingegaan op het fonds. Het is erop gericht om bedrijven die
als gevolg van de MKZ-maatregelen een continuïteitsprobleem krijgen en
er op eigen benen of met behulp van de tot nu toe getroffen
maatregelen niet bovenop kunnen komen, doch zonder MKZ wel
continuïteit hadden gehad een mogelijkheid te bieden te overleven.
Exacte criteria zijn op dit moment nog niet te geven.
Er zal op korte termijn een bestuur worden benoemd dat over de
uitvoeringsorganisatie zal beslissen. Ik hoop dat zo spoedig mogelijk
aanvragen kunnen worden ingediend. Hierbij ben ik evenwel mede
afhankelijk van het parlement, want de statuten zullen ex artikel 29
van de Comptabiliteitswet worden voorgelegd. Ik ben voornemens dat op
zeer korte termijn te doen.
Vraag 5 CDA
Op welke termijn kunnen de dossiers van geruimde bedrijven zodanig op
orde zijn dat de tweede tranche taxatiegeld uitbetaald kan worden (dit
vanwege de dringende behoefte van vele geruimde bedrijven die willen
starten met het aankopen van nieuw vee)? Bent u eventueel bereid meer
menskracht in te zetten om de dossiers op de kortst mogelijke termijn
af te handelen om zo tegemoet te komen aan de wensen van de getroffen
agrariërs?
Vraag 3 SGP
De uitbetaling van 50% van de taxatiewaarde is vrijwel overal
uitbetaald. Kunt u toezeggen wanneer de overige 50% uiterlijk is
uitgekeerd? En wordt over het resterende bedrag ook rente vergoed?
Antwoord:
Thans wordt met man en macht gewerkt om de dossiers zodanig samen te
stellen dat op basis daarvan de eindbetaling aan gedupeerden kan
worden verricht. Ik teken hier overigens bij aan dat bij de uitkering
van het resterende bedrag een korting kan worden toegepast. Ik streef
ernaar het hele betalingsproces op zo kort mogelijke termijn af te
ronden. Omdat naar verwachting binnen redelijke termijn de
eindbetalingen plaatsvinden, is om die reden vergoeding van rente niet
aan de orde.
Vraag 6 CDA
Signalen uit onder meer Ee en Anjum wijzen erop dat het taxatiebedrag
dat bedoeld is voor het aankopen van een nieuwe veestapel onvoldoende
is om daadwerkelijk nieuw vee aan te kunnen kopen, dit in verband met
de hoge veeprijzen en het schaarse aanbod. Bent u van mening dat een
aanpassing van de taxatiebedragen op basis van indexering van de
veeprijzen tot stand moet komen?
Antwoord:
Er bestaat voor mij gegeven de voorwaarden vanuit Brussel geen
mogelijkheid om af te wijken van de huidige lijn dat de taxatiewaarde
wordt bepaald door de marktwaarde van het vee kort voor het moment van
de MKZ-uitbraak.
Vraag 7 CDA
Kunt u aangeven of er al gebruik is gemaakt door MKZ-getroffenen van
de BBZ-regeling (besluit bijstandsverlening zelfstandigen)? En zo ja:
om welke aantallen gaat dat?
Antwoord:
Informatie bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
leert dat kwantitatieve gegevens hieromtrent op dit moment niet
voorhanden zijn.
Vraag 8 CDA
Dreigt een aantal gemeenten in de financiële problemen te komen
vanwege BBZ-aanvragen? En zo ja: welke mogelijkheden ziet u om voor de
financiële problemen een oplossing te vinden of mee te denken over het
vinden van een oplossing?
Antwoord:
Informatie bij mijn collega van SZW leert dat tot nu toe slechts één
gemeente aandacht heeft gevraagd voor de mogelijke financiële gevolgen
van extra BBZ-aanvragen. Van ernstige financiële problemen lijkt
vooralsnog geen sprake te zijn. De criteria van het BBZ en de
uitgangspunten van het Fonds Werk en Inkomen beperken de financiële
gevolgen voor gemeenten in vergaande mate.
Vraag 9 CDA
Wat is op dit moment de stand van zaken met betrekking tot de
ruimingen? Verlopen de ruimingen nog volgens schema? Hoeveel ruimingen
zijn er geweest? Hoeveel dieren betreft het en hoeveel dieren moeten
nog geruimd worden?
Antwoord:
De ruimingen zijn op 23 mei 2001 afgerond. Eerder was uitgegaan van
een geplande einddatum van 25 mei. In totaal zijn ruim 265.000 dieren
geruimd bij ruim 2800 bedrijven en hobbyboeren.
Vraag 10 CDA
Wat is op dit moment de stand van zaken met betrekking tot de
slachtcapaciteit? Kan er volop geslacht worden? En kunnen er steeds
genoeg RVV-medewerkers ingezet worden om door te slachten, ook
bijvoorbeeld rond Hemelvaart (voor velen zijn dat vrije dagen) en op
zaterdagen? Zo nee, bent u dan bereid oplossingen aan te dragen zodat
de capaciteit optimaal benut kan worden?
Vraag 20 CDA
Signalen bereiken ons dat het slachten van varkens absoluut niet
adequaat afgehandeld wordt. Is het bij u bekend dat de capaciteit van
de slachterij in Apeldoorn normaal gesproken het slachten van maximaal
4500 varkens mogelijk maakt, en dat er op 21 mei door storingen 1700
varkens zijn blijven liggen tot 22 mei? En zo ja, is de minister met
ons van mening dat dit in het kader van dierenwelzijn zo niet kan? Is
de minister met ons van mening dat in dit soort situaties
RVV-medewerkers langer door zouden moeten werken of dat er extra
RVV-medewerkers aangetrokken of ingezet moeten worden? En is de
minister met ons van mening dat in tijden van MKZ-crisis (dat volgens
de minister als 'oorlogssituatie' betiteld kan worden) extra
regelgeving en inzet van menskracht verantwoord is, gezien het
oplossen van de crisis?
Antwoord:
Nog niet alle slachterijen benutten momenteel de volledige capaciteit.
Dit komt met name door de beperkingen in de compartimenteringsregeling
en de regeling toezichtsgebieden. De problematiek is maar voor een
klein deel gelegen in de personele inzet van de RVV. De RVV is bereid
om ook ten behoeve van het slachten rond Hemelvaart personeel
beschikbaar te stellen.
In het geval van een storing bij een slachthuis is sprake van
overmacht. Normaal gesproken werken slachthuis en RVV bij een storing
langer door om de reeds aangevoerde levende dieren diezelfde dag te
kunnen afwerken. Overigens hangt dit geheel van de aard van de storing
af en de duur ervan. Bij langdurige storing komt het voor dat,
alhoewel ongewenst, levende dieren de nacht op het terrein van het
slachthuis moeten doorbrengen. Van het door u genoemde geval in
Apeldoorn is (ook bij navraag ter plaatse) niets bekend.
Vraag 11 CDA
Is er een bijzondere positie te geven aan de omgeving Oosterwolde,
Mastenbroek en Zalk, omdat de daar gesitueerde bedrijven op ruim 10
kilometer liggen van het Toezichtsgebied Oene (dit in verband met de
uitspraak van de minister dat 'fine-tuning' op zijn plaats zou zijn)?
Vraag 6 SGP
Het toezichtsgebied rond Oosterwolde is opgeheven. Is het nodig dat
deze gescreende bedrijven rond Oosterwolde nu nog steeds onder het
toezichtsgebied van Oene vallen, terwijl uit de screening al is
gebleken dat deze bedrijven niet besmet zijn?
Antwoord:
Op 22 mei jl. om 00.00 uur is het toezichtsgebied rondom Oosterwolde
verkleind.
Conform de Europese regelgeving dient rond het vaccinatiegebied
Noord-Veluwe een toezichtsgebied van tenminste 10 kilometer te worden
gehandhaafd. De begrenzingen dienen goed handhaafbaar te zijn en
zoveel mogelijk aan te sluiten bij natuurlijke barrières; om deze
reden kan de grens op sommige plaatsen op meer dan 10 kilometer
afstand van het vaccinatiegebied liggen.
Vraag 12 CDA
Welke verlichtende maatregelen zijn van kracht sinds enige dagen in de
gebieden Kamperveen, Noordeinde en Oosterwolde?
Antwoord:
Op 22 mei jl. om 00.00 uur is het toezichtsgebied rond Oosterwolde
opgeheven.
De gebieden Kamperveen, Noordeinde en een deel van het gebied rond
Oosterwolde zijn eveneens gelegen in het toezichtsgebied rond Oene.
Derhalve geldt voor deze gebieden het strengere regime van het
toezichtsgebied.
Vraag 13 CDA
Wanneer kunnen boeren in de toezichtsgebieden weer de normale
bedrijfsvoering uitoefenen?
Antwoord:
Het huidige regime van de toezichtsgebieden kan opgeheven worden zodra
de eindscreening een gunstig resultaat heeft opgeleverd en er
tenminste 30 dagen zijn verstreken na ruiming van het laatste
gevaccineerde dier. Als dat zo is, zijn er geen veterinaire redenen
meer om het strengere regime in het toezichtsgebied te handhaven. De
landelijke compartimenteringsregeling zal vanaf dat moment van
toepassing zijn, zoals nu het geval is voor de gebieden rond Ee/Anjum,
Flevoland en Kampereiland. In deze gebieden is een normale
bedrijfsvoering weer mogelijk.
Overigens geldt voor het toezichtsgebied Kootwijkerbroek sinds 22 mei
al een versoepeld regime waarbij onder meer weidegang is toegestaan en
onder voorwaarden vervoer van vee (sinds 19 mei). Ditzelfde regime is
met ingang van 24 mei ook van toepassing op het toezichtgebied Oene.
Vraag 14 CDA
Welke stappen heeft u ondernomen en gaat u ondernemen om de evaluatie
van MKZ, die het COT niet uit gaat voeren, zo spoedig mogelijk te
laten plaatsvinden? Welke partijen wilt u erbij betrekken?
Antwoord:
De evaluatie van de MKZ-crisis zal geschieden conform het Nationaal
Handboek Crisisbesluitvorming. Dit houdt in concreto in dat de
minister van LNV het voortouw zal nemen bij het opstellen van een plan
van aanpak voor de evaluatie en dat hij zal zorgdragen voor de
interdepartementale coördinatie. Het plan van aanpak zal vervolgens
door het kabinet worden vastgesteld. Het is mijn streven om de
evaluatie na de zomer van start te laten gaan en nog in deze
kabinetsperiode af te ronden. Het eindrapport zal vanzelfsprekend aan
de Tweede Kamer worden aangeboden. Op dit moment wordt gewerkt aan het
opstellen van het plan.
De opdracht voor de uitvoering van de evaluatie zal worden verstrekt
in het kader van een openbare aanbestedingsprocedure. Deze procedure
staat in principe open voor alle onderzoeksinstituten/bedrijven.
Daarom is op dit moment niet aan te geven welke partijen bij de
evaluatie betrokken zullen zijn.
Vraag 15 CDA
In Groot-Brittannië is er nog steeds sprake van MKZ-uitbraken. Welke
voorzorgs- en controlemaatregelen worden getroffen door de Nederlandse
overheid om te voorkomen dat het MKZ-virus vanuit Engeland in
Nederland terecht komt? Hoe worden de grenzen gecontroleerd? Zijn er
nog extra controlemaatregelen als het gaat om de grens met Duitsland
en België? Zijn de getroffen maatregelen anders dan bij het uitbreken
van de MKZ-crisis in februari/maart? Zo ja, waarom?
Antwoord:
De douane controleert nog steeds het vracht- en personenverkeer op de
invoer van MKZ-gevoelige producten vanuit het Verenigd Koninkrijk.
Deze controles vinden voornamelijk plaats in de lucht- en zeehavens.
De controle van reizigers geschiedt daarbij steekproefsgewijs. De
douane wordt bij deze controles bijgestaan door een aantal militairen.
Overigens is de EU-richtlijn inzake export voor het Verenigd
Koninkrijk de belangrijkste waarborg voor het voorkomen van import van
het MKZ-virus naar Nederland.
Vraag 16 CDA
Is het waar dat het MKZ-virus niet had hoeven toeslaan als de Europese
Unie een geharmoniseerde en snelle aanpak had geformuleerd voor dieren
die vanuit Groot-Brittannië waren ingevoerd, op het moment van de
uitbraak in Engeland (zoals omschreven in het agrarisch dagblad van 19
mei)? En zo ja, welke lessen trekt u hier uit?
Vraag 17 CDA
Is het waar dat eerdere informatieverstrekking over de grilligheid van
het MKZ-virus in Nederland de MKZ-crisis in ons land had kunnen
voorkomen (zoals omschreven in het agrarisch dagblad van 19 mei)? En
zo ja, welke lessen trekt u hieruit?
Antwoord:
In het Agrarisch Dagblad van 19 mei 2001 maken twee journalisten een
eigen reconstructie van de gebeurtenissen. Ik heb kennisgenomen van de
door hen gesuggereerde lessen voor de toekomst. Het is erg en
waarschijnlijk tè gemakkelijk om achteraf te concluderen dat het
MKZ-virus niet had hoeven toeslaan als een andere aanpak was toegepast
en nieuwe informatie over het virus bekend was geweest. Bij de
evaluatie van de bestrijding komen deze vragen overigens ook aan de
orde.
Overigens wordt er op mijn ministerie reeds gewerkt aan diverse
structurele maatregelen en wijzigingen van beleid die de kans op een
uitbraak dan wel de omvang van een uitbraak moeten beperken. Ik zal
hiertoe waar nodig met de EU en andere lidstaten overleggen om een
geharmoniseerde aanpak te bereiken.
Vraag 18 CDA
Kunt u aangeven of er al gebruik gemaakt is van het door u ingestelde
meldpunt voor wild? Op welke wijze controleert u op dit moment de
eventuele aanwezigheid van het MKZ-virus onder het wild?
Antwoord:
Er is slechts één melding van een aangereden ree binnengekomen bij het
meldpunt. Binnen de doelstellingen van het reguliere populatiebeheer
heb ik in de gebieden rond Ee/Anjum en Noord-Veluwe (alleen in het
gedeelte ten noordwesten van de A28) een aantal reebokken laten
afschieten. Monsters van deze dieren zijn door ID-Lelystad onderzocht
op de aanwezigheid van het MKZ-virus. Ook monsters van een aantal
aangereden dieren zijn door ID-Lelystad onderzocht. Zowel de
klinische, als de pathologische, als de serologische screening van dit
wild heeft een negatief resultaat opgeleverd.
Vraag 19 CDA
Kunt u aangeven op welke termijn de levende export van vee vanuit de
nu nog gesloten gebieden opengesteld wordt?
Antwoord:
Met ingang van 29 mei is de uitvoer van levende dieren vanuit Zuid- en
West-Nederland weer toegestaan. Vanuit de drie noordelijke provincies
en Flevoland is vooralsnog slechts de uitvoer van levende
slachtvarkens en -runderen mogelijk naar slachterijen in het
buitenland.
Vraag 1 SGP
Bij een bezoek van de SGP-fractie aan Oene bleek dat bij meerdere
bedrijven, waaronder er zijn waar het eerst MKZ werd vastgesteld, dat
de besmette mest nog steeds op het bedrijf is (opgeslagen). Hoe heeft
het zo ver kunnen komen dat de mest niet onmiddellijk is verwijderd?
Dit heeft allerlei negatieve consequenties voor het bedrijf en de
omgeving. Kan concreet worden toegezegd dat deze mest nu onverwijld
wordt weggehaald?
Antwoord:
Mest wordt na de ruiming van besmette bedrijven niet onmiddellijk
verwijderd. Na de ruiming wordt het bedrijf eerst ontsmet, gevolgd
door een wachttijd. Daarna wordt de mest verwijderd. De mest van
besmette bedrijven wordt afgevoerd naar de vuilverbranding.
Vraag 2 SGP
Hoe kan het dat op de MKZ-bedrijven van het eerste uur na al die weken
nog geen schriftelijke bevestiging is ontvangen van de uitkomsten van
de monsters? Er zijn ook bedrijven die onder de verdenking van MKZ
meteen zijn geruimd en waar na zeven weken nog steeds geen positieve
of negatieve uitslag schriftelijk noch mondeling is meegedeeld aan
betrokkenen. In een concreet geval hoorden wij van een boer die ook
een loonbedrijf heeft dat het ontbreken van de uitslag grote
consequenties heeft voor zijn bedrijf, omdat zijn klanten geen
zekerheid hebben dat hij niet besmet is. Hoe zit dat?
Antwoord:
Tijdens de MKZ-crisis zijn zeer grote aantallen monsters genomen die
door het ID-Lelystad moet worden onderzocht. Zodra de uitslagen bekend
zijn worden deze vervolgens door de RVV gekoppeld aan de bijbehorende
veehouderijbedrijven. De RVV en het ID-Lelystad stellen alles in het
werk om de uitslagen op een nauwkeurige en correcte wijze te doen
toekomen aan de juiste personen en bedrijven. In voorkomende gevallen
kost dit wat meer tijd. Overigens is in de afgelopen dagen een groot
aantal bedrijven schriftelijk op de hoogte gesteld van de
testuitslagen.
Vraag 4 SGP
Ten aanzien van de taxatie van dieren wordt in de meeste gevallen het
bedrag als reëel beschouwd. Echter niet in de kalversector. Waarom
zitten deze getaxeerde bedragen ver onder de reële waarde? Op welke
waarden zijn de taxaties gebaseerd?
Antwoord:
De taxatiewaarden zijn gebaseerd op de waarde van de dieren op het
moment direct voor het uitbreken van de MKZ-epidemie. Deze systematiek
wordt voor alle diersoorten gehanteerd. Voor vleeskalveren was de
marktprijs op dat moment betrekkelijk laag.
Vraag 5 SGP
In de melkveesector wordt 40 cent per niet-gemolken liter melk
uitbetaald. U heeft toegezegd dat hierop een voorschot zal worden
gegeven. Vanaf wanneer wordt dit voorschot uitbetaald? Vindt deze
uitbetaling vanaf dat moment maandelijks plaats?
Antwoord:
De 40 cent regeling is een initiatief van het zuivelbedrijfsleven. Het
kabinet heeft daarbij toegezegd, ingeval het nationale melkquotum niet
wordt volgemolken, bereid te zijn tot medegarantstelling (50/50). Hoe
een en ander op bedrijfsniveau zal uitwerken wordt pas aan het eind
van het melkprijsjaar 2001/2002 duidelijk. Het uitbetalen van een
voorschot is mijns inziens niet aan de orde en in elk geval niet door
mij toegezegd.