Persbericht Amsterdam, 23-05-2001
Amnesty International: 40 jaar en honderdduizend namen
Op 28 mei aanstaande bestaat de mensenrechtenorganisatie Amnesty
International 40 jaar. Sinds 1961 heeft de organisatie zich ingezet
voor miljoenen mensen en actie gevoerd voor ongeveer honderdduizend
individuele slachtoffers. Leden van Amnesty werkten aan circa 45.000
dossiers voor gewetensgevangenen en verdwenen personen. Er zijn circa
16.000 bliksemacties gevoerd bij dreigende situaties van marteling,
executie of verdwijning van een of meerdere personen. Hiermee ligt het
totale aantal door Amnesty met name genoemde slachtoffers in de buurt
van de honderdduizend.
Begonnen als een initiatief van de Britse advocaat Peter Benenson,
telt de beweging nu wereldwijd 56 afdelingen,15 regionale kantoren,
circa 1,2 miljoen leden en 7.500 plaatselijke groepen. In meer dan 140
landen ter wereld ontvangen Amnesty-leden informatie over
mensenrechtenschendingen.
Amnesty is na een half mensenleven helaas nog niet overbodig. Er
moeten nieuwe middelen geïntroduceerd worden om naleving van de
mensenrechten te garanderen, aldus Adri Kemps, directeur van de
Nederlandse afdeling. Te beginnen bij de campagne tegen martelen die
Amnesty nu wereldwijd voert. Want hoewel iedere regering, politieagent
of gevangenbewaarder weet dat martelen verboden is onder
internationaal recht, ontvangen we nog dagelijks berichten over
slachtoffers. Een verschil met 1961 is dat we nu naast brieven de
nieuwste technieken zoals e-mail en SMS inzetten om nog sneller in
actie te komen.
De huidige SMS-actie tegen martelen telt in 2 weken ruim 9.000 nieuwe,
vooral jonge deelnemers die via hun mobiele telefoon actievoeren.
Wat is bereikt
In 40 jaar is veel bereikt. Berichten over mensenrechtenschendingen
bereiken organisaties en media uit alle delen van de wereld. Er zijn
een dozijn internationale mensenrechtenverdragen en tientallen
mensenrechtenmechanismen van de Verenigde Naties in werking. Het
aantal mensenrechtenorganisaties is enorm gegroeid en er kwamen
internationale tribunalen om daders te berechten. De doodstraf is
wereldwijd sterk teruggedrongen en marteling kan in geen enkel land
nog ongezien worden begaan.
Welk aandeel Amnesty International heeft gehad in het groeiend
bewustzijn over mensenrechten is natuurlijk niet nauwkeurig te zeggen,
maar dat wij als grootste mensenrechtenorganisatie deze ontwikkeling
hebben aangejaagd en beïnvloed lijkt boven elke twijfel verheven,
aldus Kemps.
Amnesty voerde tientallen landen- en themacampagnes. Zo wees zij de
wereld op verdwijningen en martelingen onder de militaire junta in
Argentinië aan het einde van de jaren 70 en rapporteerde over het
bestaan van werkkampen in China na het begin van de culturele
revolutie. Ook publiceerde zij over martelingen in Noord Ierland en in
het Iran van de sjah, en over duizenden politieke gevangenen in de
jaren 70 in Indonesië.
De organisatie nam zaken op voor zowel onbekende als prominente
gevangenen, waaronder Nelson Mandela in Zuid Afrika, Václav Havel in
Tsjecho-Slowakije, Olusegun Obasanjo in Nigeria, Kim Dae-jung in Zuid
Korea en Aung San Suu Kyi in Myanmar.
Belangrijke erkenning kreeg Amnesty in 1977 met de Nobelprijs voor de
vrede.
Agenda voor de toekomst
Veel moet ook nog bereikt worden, zo blijkt uit het jaarboek over 2000
van Amnesty dat 30 mei aanstaande uitkomt. Gewetensgevangenen zitten
nog vast in 63 landen en gevangenschap zonder enige vorm van proces
komt voor in 71 landen. Marteling en mishandeling door politie en
veiligheidspersoneel komt voor in 125 landen, mensen verdwijnen in 30
landen, executies van ter dood veroordeelden vinden plaats in 28
landen, en in 61 landen zijn buitengerechtelijke executies
gesignaleerd.
Amnesty bestrijdt vandaag de dag schendingen van mensenrechten door,
naast regeringen, ook multinationale ondernemingen aan te spreken op
hun rol bij de naleving van mensenrechten. Ook wendt de organisatie
nieuwe technologieën aan voor haar doel. Er zijn wereldwijd meer dan
250 Amnesty-internetsites, en waar vroeger actie gevoerd werd per
brief of fax worden nu tevens e-mail en SMS gebruikt, omdat snelheid
geboden is als het om mensenlevens gaat.
Ontwikkeling werkterrein
Amnesty International begon met werk voor vrijlating van
gewetensgevangenen (mensen die op basis van hun politieke of
godsdienstige overtuiging, etnische, nationale of maatschappelijke
afkomst, geslacht, kleur, taal, economische status of geboorte
gevangen zitten), en eerlijke processen voor politieke gevangenen.
Gaandeweg breidde de organisatie haar werkgebied uit. Eerst met actie
tegen martelen en doodstraf (rond 1970), vervolgens met werk voor
vluchtelingen (jaren 70) en tegen politieke moorden en verdwijningen
(jaren 80). Het werk voor vervolgde homoseksuelen werd in 1991 in het
mandaat ondergebracht.
Oprichting
De Britse advocaat Peter Benenson (1921) stond aan de wieg van Amnesty
International. Hij bedacht het woord gewetensgevangenen voor 2
gevangen Portugese studenten die op de vrijheid hadden getoost en
schreef in de Observer van 28 mei 1968 een paginagroot artikel:
Iedere dag van de week dat u uw krant openslaat zult u een artikel
aantreffen over iemand op de wereld die gevangen wordt gehouden,
gemarteld of geëxecuteerd wordt omdat zijn mening of religie niet
geaccepteerd wordt door zijn regering. De krantenlezer voelt zich
machteloos. Als al deze gevoelens van machteloosheid zich zouden
verenigen in een gezamenlijke actie, zou er iets gedaan kunnen worden
dat effect heeft. Onvermijdelijk kan de meeste actie waar onze
campagne toe oproept uitsluitend door regeringen worden ondernomen.
Maar de ervaring leert dat regeringen slechts bereid zijn te volgen
waar de publieke opinie leidt.
Kranten uit verschillende landen namen het verhaal over en men
besloot onder de titel Appeal for Amnesty een jaar campagne te
voeren. Na dat jaar werd in Londen de permanente organisatie Amnesty
International opgericht.
De Nederlandse afdeling
In Nederland reageerde de Volkskrant alert met publicatie van
Benenons artikel. De journaliste Elka Schrijver richtte een werkcomité
op met als doel het oprichten van een Nederlandse sectie. Wegens
gebrek aan belangstelling gebeurde dat pas in 1968.
De Nederlandse afdeling heeft met 225.000 leden en donateurs,
waaronder circa 10.000 actieve leden, een groot draagvlak. In het oog
springende activiteiten waren onder meer de ledenwerfcampagne Hoe ver
moet het komen? (1990) en de Uitdaging met Angela Groothuizen (1998),
waarbij 3 miljoen handtekeningen werden verzameld ter ondersteuning
van de 50e verjaardag van de Universele Verklaring van de Rechten van
de Mens. In 1998 werd de tv-spot over mensenrechtenschendingen in
Nigeria, die tijdens de rust van de voetbalwedstrijd Nederland-Nigeria
uitgezonden zou worden, geweigerd door de STER. Hierop kreeg de spot
nationaal en internationaal grote bekendheid.
Ter gelegenheid van de 40e verjaardag werft de Nederlandse afdeling
van Amnesty International rond eind mei nieuwe leden.
Amnesty International afdeling Nederland