28 mei 2001
D66 kritisch over FOL-verdrag
Olga Scheltema
Bijdrage D66 (Olga Scheltema) inzake goedkeuring van het verdrag
tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Verenigde
Staten van Amerika betreffende toegang tot en gebruik van faciliteiten
in de Nederlandse Antillen en Aruba voor drugsbestrijding vanuit de
lucht (FOL-verdrag) 27 229 (R 1660)
De goedkeuring van heel wat verdragen heeft minder voeten in de aarde
gehad dan het voorliggende voorstel van rijkswet tot goedkeuring van
het FOL-verdrag (Forward Operating Locations). Het is ook niet te
verwonderen, het gaat immers om de introductie van een aanmerkelijke
betrokkenheid van het Koninkrijk bij de Amerikaanse aanpak van de
bestrijding van de drugscriminaliteit in het Caraïbisch gebied en
aangrenzende streken.
Onmiskenbaar wordt op het terrein van de internationale
drugsbestrijding sinds jaar en dag met de Amerikanen samengewerkt. De
aanpak van de zware drugscriminaliteit overstijgt ruimschoots de
capaciteit van de veelal kleine staten en landen in het Caraïbisch
gebied.
Zo werkt de KMAR sinds 1991 bij de surveillance van zee en lucht rond
de Antillen en Aruba nauw samen onder meer via de door de VS
opgerichte Joint Task Forces, en is er sinds 1996 ook een samenwerking
met de VS in het kader van de kustwacht. In dat licht bezien, is het
niet zo verwonderlijk dat toen de bases in Panama moesten worden
beëindigd de VS bij het zoeken naar nieuwe
drugbestrijdings-steunpunten in de regio terechtkwamen bij de Antillen
en Aruba.
Evenmin is het verwonderlijk dat er in de Nederlandse Antillen en
Aruba wel degelijk voordelen worden gezien in de uitbreiding van de
samenwerking met de VS via het FOL-concept en niet alleen om de
verbeteringen aan de luchthavens die daarmee gepaard gaan. Allereerst
blijkt daaruit immers eens temeer dat het de landen ernst is met hun
inzet bij de internationale drugsbestrijding en dat zal hun aanzien
geen slecht doen. Integendeel, het zal het image van betrouwbaarheid
versterken. Ook zal er van de FOL-vestigingen een zekere economische
impuls uitgaan en -last but not least - is er het politieke belang van
een goede verstandhouding met de VS in de regio.
Hoezeer dit alles ook waar mag zijn, toch leven er ook bij de fractie van D66 nog bedenkingen tegen het zomaar, zonder meer, goedkeuren van het FOL-verdrag zoals dat nu voorligt. En waarin voor tien jaren een nauwe samenwerking tussen het Koninkrijk en de VS bij de drugsbestrijding via de vestiging van twee FOL's wordt verankerd.
Onze bezwaren richten zich niet zozeer op het doel: stationering van Amerikaans personeel en materieel op de luchthavens van Curaçao en Aruba ( Hato en Reina Beatrix), en het van daaruit uitvoeren van beperkte operaties in het belang van de internationale drugsbestrijding, maar vooral op de mogelijke extensieve interpretatie, de neveneffecten en mogelijke uitwassen daarvan.
Het meest klemt daarbij het gevaar dat het Koninkrijk te zeer
betrokken raakt in de war on drugs, zoals deze door de VS wordt
gevoerd en waarvan Nederland evenals de andere landen van de EU
terecht afstand hebben genomen. Vooral de wijze waarop door de VS via
een sterk militair getint steunpakket aan het plan Colombia wordt
meegewerkt, heeft de steun aan het plan Colombia van premier Pastrani
doen afbrokkelen. De voortdurende schendingen van mensenrechten, de
niets en niemand ontziende sproeivluchten, het grove gebruik van
chemische bestrijdingsmiddelen, het zijn voorbeelden van hoe het naar
ons oordeel niet moet en waarvoor we dus ook geen
medeverantwoordelijkheid willen gaan dragen.
Voorzitter, voorkomen moet worden dat wij ons in het kader van het
FOL-verdrag direct of indirect mengen in de afschuwelijke situatie in
Colombia waar regering, groepen guerilla's (FARC, ELN) en groepen
paramilitairen elkaar in een meedogenloze burgeroorlog via kleine
boeren en individuele burgers bestrijden.
De situatie in Colombia is dusdanig complex en precair, de strijd al
zolang gaande, dat D66 zich geen overall oordeel wil aanmatigen over
hoe de situatie aldaar zou kunnen worden verbeterd. De goedkeuring van
een verdrag als dit is daarvoor ook niet het geëigende moment. Wel
moeten wij ervoor waken dat niet door het meewerken aan een verdrag
wordt bijgedragen aan een verslechtering van de situatie in Colombia
of aan een escalatie van vijandigheden.
Wij zullen nu dan ook de vraag moeten beantwoorden of wij - en dan
bedoel ik het hele Koninkrijk - via een verdragsrechtelijke
verankering van een medewerking aan de vestiging van FOL's op de
Antillen en Aruba voor de duur van tien jaren, ongewild meegezogen
zullen worden in en dus ook aangesproken kunnen worden op de wijze
waarop de VS steun verleent aan het plan Colombia. Met andere woorden
of wij niet via deze medewerking aan de drugsbestrijding mede
betrokken zullen raken bij de opstandbestrijding in Colombia.
Het FOL-verdrag op zich biedt daartegen wel enige bescherming maar de
vraag is of dat genoeg zal blijken te zijn. Overeengekomen is dat de
via de FOL's in te zetten militaire middelen beperkt en ongewapend
zullen zijn en dat de drugbestrijdingstaken zullen bestaan uit
waarneming, volgen en zonodig onderscheppen in de naburige regio. Maar
wat die naburige regio precies inhoudt, blijft onduidelijk. Kennelijk
(toelichting, nota nav verslag) kan het waarnemen, volgen en
onderscheppen ook plaatsvinden boven land en boven de territoriale
wateren, mits met instemming van het betrokken land. Met Colombia
hebben de VS dat soort afspraken gemaakt en daar gebeurt het dus. Maar
wordt daardoor de medebetrokkenheid van Nederland niet behoorlijk
vergroot?
Met Venezuela trachten de VS afspraken te maken. Zijn deze al tot
stand gekomen? En is ook bekend hoe Venezuela aankijkt tegen een FOL
vestigingen op Curaçao en Aruba? Terecht vragen de Nederlandse
Antillen daarnaar. Het lijkt ook D66 niet geheel van belang ontbloot
hoe de directe omgeving reageert.
De vluchtplannen zullen niet specifiek gericht zijn op het volgen van
de narcotica-guerilla in Colombia zelf, aldus de minister. In zijn
laatste brief legt de minister iets duidelijker uit wat daar nu onder
moet worden verstaan. De narcotica-guerilla zal niet rechtstreeks het
voorwerp van volgen etc zijn, maar wel indirect, als
narcoticatransporten daartoe aanleiding geven.
Maar wat kan er dan precies gebeuren vanuit de FOL-vestigingen?
De drugbestrijdingsactiviteiten vanuit de FOL's mogen dan op
drugsbestrijding en niet direct op opstandbestrijding zijn gericht,
maar niet ontkend kan worden dat de informatie die wordt vergaard toch
zal worden doorgespeeld naar instanties die daar op een mogelijk door
ons niet gewenste wijze hun voordeel mee zullen doen. Het recente
ongeluk in Peru waarbij ook een onschuldig vliegtuig naar beneden werd
gehaald op grond van door de VS aangedragen informatie toont aan hoe
grofmazig de informatie wordt verzameld en hoezeer ook daarbij fouten
worden gemaakt.
Voorzitter, de minister probeert in alle toonaarden aan te geven dat
de activiteiten in het kader van de FOL's te onderscheiden zijn van de
militaire ondersteuning van de Amerikaanse bijdrage aan het plan
Colombia. De laatste valt onder de USSOCOM en de FOL's vallen onder de
verantwoordelijkheid van de JIATF-East. Maar vz, de minister wil mij
wel doen geloven dat die beide instanties volledig gescheiden van
elkaar opereren, en dat moge waar zijn, maar het kan toch niet zo zijn
dat zij nooit gebruik maken van elkaars informatiestromen?
Als met betrokkenheid van het Koninkrijk kan worden opgetreden boven
Colombia, wordt dan het risico van terroristische vergeldingsacties
van de drugsmaffia op de Nederlandse Antillen en Aruba niet groter dan
tot nu toe wordt verondersteld? Zijn de inlichtingendiensten er bij
hun gevarenanalyse wel vanuit gegaan dat er ook boven Colombia zal
worden gevlogen en zonodig onderschept? En zijn er afspraken gemaakt
over meldingen over en weer van mogelijke terroristische bedreigingen
en over de een eventuele gezamenlijke aanpak?
Mevrouw de voorzitter, op papier mogen de afspraken wellicht redelijk
lijken geregeld, zij zijn dusdanig vaag dat veel zal aankomen op de
uitwerking van de afspraken en de uitvoeringregelingen. En daar staat
de Kamer volledig buiten en dat is nu precies wat ons steekt. Zeker
waar het hier gaat om een zo precaire situatie en waarbij niet is uit
te sluiten dat de door het verdrag geboden mogelijkheden zo worden
opgerekt dat daardoor indirect wordt bijgedragen aan een inmenging van
de VS in de Colombiaanse situatie, die door ons worden verfoeid.
Hoe kan de minister ons met dit verdrag in de hand nu de garantie geven dat dit niet zal gebeuren en dat -als er onverhoopt toch sprake van zou worden - uiteindelijk een halt zal kunnen worden toegeroepen aan de FOL-samenwerking? Voorzitter op die vragen heb ik nog geen bevredigend antwoord gekregen. En dat ligt niet alleen aan de wijze waarop in de nota naar aanleiding van het verslag op de gestelde vragen werd ingegaan noch door de selectiviteit in de beantwoording waardoor mijn fractie onaangenaam is getroffen en waardoor de overigens onjuiste indruk werd gewekt dat enkele fracties in het geheel geen schriftelijke inbreng hadden geleverd en vragen gesteld.
Voorzitter, het zou naar het oordeel van D66 al veel verbeteren als
toegezegd wordt dat
1. de Kamer inzage krijgt in de begeleidende brieven bij dit verdrag
en uitvoeringsregelingen waarin de nadere uitwerking wordt vastgelegd.
2. de Kamer jaarlijks via een nauwgezet evaluatieverslag op de hoogte
wordt gesteld van de wijze waarop het FOLverdrag wordt uitgevoerd.
3. dat bij al dan niet door de Kamer gesignaleerde problemen bij de
uitvoering overleg met de VS zal worden gevoerd zonodig tot op het
hoogste niveau.
4. En dat duidelijk wordt gemaakt op welke wijze een eventuele
patstelling zal kunnen worden doorbroken.
Wat dat laatste betreft, is veel onduidelijk. Als ik het goed zie
maakt het verdrag geen eenzijdige opzegging mogelijk. Wel wordt in een
wijzigingsmogelijkheid voorzien. Maar vaak zal het natuurlijk gaan om
een uitwerking of uitvoering van een redelijk globale
verdragsbepaling. Nu ook niet in een vorm van internationale
geschillenbeslechting of arbitrage is voorzien - terecht legt ook de
Raad van State de vinger op deze wonde plek- zal men toch op de een of
andere wijze uit een patstelling moeten kunnen komen.
Er wordt wel in overleg tussen partijen voorzien, maar omdat het over
bondgenoten gaat wordt meer niet nodig geacht. Voorzitter, ik wil dat
graag geloven maar ik ben er bepaald niet zeker van dat op het punt -
drugsbestrijding in het Caraïbisch gebied - altijd overeenstemming zal
zijn te bereiken. En wat als die overeenstemming niet tot stand komt?
Het kan toch niet zo zijn dat het Koninkrijk geblinddoekt en geketend
kan worden meegevoerd in een richting die wij niet wensen.
Kan het Koninkrijk uiteindelijk onder het verdrag uit, en zonder al te
grote nadelige consequenties?
Ook op het punt van de ruime immuniteitenregeling heeft mijn fractie
nog wel wat vragen en bedenkingen. De getroffen immuniteitenregeling
is uiterst ruim en blijkt voor de VS een conditio sine qua non. Het
gaat wel ver dat FOL-functionarissen en hun familieleden niet
strafrechtelijk op de Antillen en Aruba mogen worden vervolgd en dat
voor de functionarissen binnen hun functie-uitoefening een totale
immuniteit geldt. We moeten het doen met de toezegging van de VS dat
een verzoek om uitoefening van jurisdictie in welwillende overweging
zal worden genomen.
Voorzitter het gaat slechts om weinig mensen en dat maakt het probleem
gelukkig iets minder groot. Maar waar het mijn fractie zeker ook om
gaat is of door de nu getroffen regeling het Koninkrijk niet ernstig
de dupe kan worden of een of meerdere inwoners. Betekent de nu
getroffen regeling niet dat bijvoorbeeld een in Aruba of Curaçao
wonende burger, die schade lijdt door als dan niet strafrechtelijk
handelen van een Amerikaanse FOL-functionaris op hoge kosten zal
worden gejaagd omdat hij zijn recht in de VS moet gaan zoeken? En wie
zal dat vergoeden? Zal het Koninkrijk daarvoor kunnen worden
aangesproken of moet de persoon in kwestie die last zelf maar dragen.
En wat houdt de afspraak dat over een weer wordt afgezien van
overheidsclaims in? Betekent dat, dat iedere claim ten aanzien van de
VS kan worden afgewenteld op het Koninkrijk? En leidt dat niet tot een
verschuiving van aansprakelijkheden naar het Koninkrijk?
Geheel los daarvan: hoe groot acht de regering de kans dat Nederland
in de slipstream van de VS bij volkenrechtelijk verkeerd optreden door
de VS zal kunnen worden aangesproken?