Hoogvliet, deelgemeente Rotterdam
376. Ontwikkelingsvisie Hoogvliet
21 mei 2001
Dit is agendapunt 2 van de vergadering van de cie REOB van 28 mei
2001.
De commissie wordt gevraagd de deelgemeenteraad te adviseren de visie
in zijn vergadering van 31 mei vast te stellen.
Aan de commissie REOB
Datum 28 mei 2001
Agendapunt 2
Aan de deelgemeenteraad
Betreft: Vaststelling Ontwikkelingsvisie Hoogvliet, Hoofdnotitie,
Voegen en Samenhang, Wonen, Milieu (concepten januari 2001) en
Economie (concept april 2001)
Bijlage: Geen (reeds in bezit)
De Ontwikkelingsvisie Hoogvliet bestaat uit een Hoofdnotitie en
-momenteel - een vijftal deelnotities: Voegen en samenhang, Wonen,
Economie, Buitenruimte en Milieu. De deelnotitie Verkeer is nog in
voorbereiding.
De Ontwikkelingsvisie Hoogvliet is opgesteld om een kader te bieden op
Hoogvliets niveau voor de verschillende deelplannen. De
Onwikkelingsvisie, Hoofdnotitie, is een integraal kader, waarin de
samenhang van de verschillende thema's verwoord is. De deelnotities
vormen een nadere uitwerking van deze thema's. In de
Ontwikkelingsvisie zijn eerder vastgestelde beleidsvisies opgenomen,
waar nodig aangevuld en geactualiseerd.
De Ontwikkelingsvisie Hoogvliet is onderwerp van bespreking geweest
van een informele raadsbijeenkomst op 22 november 2000. Tijdens deze
bijeenkomst in de conceptvisie positief ontvangen. Vervolgens is de
Ontwikkelingsvisie Hoogvliet op 6 februari j.l. in de bijstandsfunctie
geagendeerd tijdens de bijeenkomst van de commissie REOB. Daarbij is
tevens een overzicht van de opmerkingen van 22 november en een
voorstel tot verwerking van deze opmerkingen bijgevoegd. Op 6 februari
hebben de leden van de commissie een aantal aanvullende opmerkingen
gemaakt; deze zijn opgenomen in het verslag van de vergadering en
verwerkt in dit raadsvoorstel. Door de portefeuillehouder is een
communicatietraject aangekondigd, waarna de Ontwikkelingsvisie ter
vaststelling aan de deelgemeenteraad zal worden voorgelegd.
Op 19 februari j.l. heeft een overleg plaatsgevonden met de wethouders
Kombrink, Kuijper en Meijer. Daarbij was met name de afstemming tussen
Ontwikkelingsvisie Hoogvliet en Ruimtelijk Plan Rotterdam 2010 aan de
orde. Dit heeft geen bijzondere bespreekpunten opgeleverd, behoudens
een opmerking over de ontwikkelingsmogelijkheden van de oostzijde van
Hoogvliet in relatie tot de reservering ten behoeve van RW4. Tijdens
dit overleg is afgesproken de Ontwikkelingsvisie Hoogvliet zo mogelijk
nog voor de zomer aan de commissie ROG voor te leggen.
Op 3 april j.l. is de deelnotitie Economie in de bijstandsfunctie
voorgelegd aan de commissie REOB. De commissie heeft een aantal vragen
gesteld en positief geadviseerd (zie afspraken commissie 3 april). Op
5 april j.l. is de notitie onderwerp van bespreking geweest in het
MKB-platform. De notitie is daar positief ontvangen.
Naar aanleiding van de afspraak m.b.t. communicatie is advies gevraagd
aan de afdeling communicatie over de organisatie van dit traject. De
communicatiedeskundigen hebben aangegeven twijfels te hebben bij het
succes van dit traject in verband met de aard van het product
(abstractie, omvang, veel elementen van reeds vastgesteld beleid) en
geadviseerd de communicatie toe te spitsen op concrete thema's. Verder
is erop gewezen dat de communicatie rond de deelplannen dit jaar erg
intensief is en veel tijd vraagt, zowel van bewoners als van de
deelgemeente en andere betrokkenen. Dit overwegende heeft het
dagelijks bestuur ervoor gekozen geen apart communicatietraject voor
de Ontwikkelingsvisie Hoogvliet als geheel te organiseren. Daarom is
met het MKB-platform overlegd over de uitgangspunten m.b.t.
economische ontwikkeling. Verder wil het dagelijks bestuur expliciet
communiceren over de uitgangspunten m.b.t. groen en water. Bewoners
hebben meerdere malen te kennen gegeven bijzondere belangstelling te
hebben voor het thema groen in relatie tot de ontwikkeling van
Hoogvliet. De portefeuillehouder Ruimte heeft toegezegd een specifieke
groenconferentie te organiseren. Het dagelijks bestuur wil deze
Groenconferentie benutten om over de uitgangspunten met betrekking tot
groen en water met de Hoogvlietse participanten van gedachten te
wisselen en haar uitgangspunten te toetsen. Deze conferentie zal in
juni plaatsvinden. Het is van belang de resultaten van de
Groenconferentie mee te nemen met de besluitvorming over de
Ontwikkelingsvisie, waar het deze onderwerpen betreft, m.n. in de
notities Buitenruimte en Milieu.
Deze zullen echter pas in september aan de commissie kunnen worden
voorgelegd.
Het dagelijks bestuur is van mening, dat het vanuit het perspectief
voortgang van de deelplannen en afspraken met het stedelijk bestuur
wenselijk is de vaststelling van de Ontwikkelingsvisie Hoogvliet niet
integraal uit te stellen naar september. Wij stellen u voor de
besluitvorming over de deelnotitie Buitenruimte naar september uit te
stellen, zodat deze kan plaatsvinden op basis van de resultaten van de
Groenconferentie. Verder stellen wij u de vaststelling van de
paragrafen 3.22 en 3.23 (Buitenruimte en Water) van de Hoofdnotitie
tevens uit te stellen naar september a.s. Tot slot merken wij op, dat
de groenconferentie zo nodig ook kan leiden tot aanpassingsvoorstellen
ten aanzien van de andere notities.
Wij stellen u voor de Ontwikkelingsvisie Hoogvliet, Hoofdnotitie,
Voegen en Samenhang, Wonen, Milieu (concepten januari 2001) en
Economie (concept april 2001) vast te stellen met inachtneming van de
volgende aanpassingen.
De volgende aanpassingen worden voorgesteld:
in de Hoofdnotitie op pagina 7 het woord `veroudering' vervangen moet
worden in `verandering' en pagina 10 na stelsel en voor
voorschoolvoorzieningen het woord basisonderwijs moet worden
tussengevoegd (DB 23 januari 2001).
Naar aanleiding van de commissie REOB op 6 februari: 2001:
In deelnotitie Voegen en Samenhang:
explicieter aandacht voor de Laning om de samenhang tussen Oudeland en
Stadshart vorm te geven
tekeningen op pagina 23 met elkaar in overeenstemming brengen
aangeven dat bij de Aveling Zuid al een aanpassing uitgevoerd is
In deelnotitie Milieu:
Op pagina 2 wijzigen zin over uitbreiding Gadering
In deelnotitie Buitenruimte (besluitvorming september 2001)
Aanpassen pagina 24: schrappen opmerking dat integratieslag nog niet
plaatsgevonden heeft
In deelnotitie Economie:
Toevoegen nadere uitwerking ""verplichting tot werken""
In januari j.l. heeft een gesprek plaatsgevonden met de corporaties
Maasoevers en Estrade. Op basis hiervan worden de volgende
aanpassingen voorgesteld.
Toevoegen Voorwoord, waarin de status en functie de ontwikkelingsvisie
worden toegelicht, waarin in het spanningsveld tussen hoofdlijnen en
detaillering helder gemaakt wordt, waaruit enthousiasme spreekt.
Layou
t: er moet aandacht besteed worden aan de layout in die zin, dat niet
alleen foto's uit het verleden het beeld moeten bepalen.
In de deelnotitie Wonen:
De woonmilieus zijn gedefinieerd als stedenbouwkundige milieus en
sluit niet aan bij bekende woonmilieus/leefmilieus. De corporaties
vinden het van belang dat een nadere uitwerking op woon/ leefmilieus
ontwikkeld wordt. Hierin hoort ook aandacht voor woonmilieus voor
ouderen. Voorgesteld wordt aan de deelnotitie wonen toe te voegen dat
een nadere uitwerking van woon/leefmilieus gewenst is.
Verder wordt voorgesteld de tekst bij de opmerking dat tweederde
blijft staan zodanig aan te passen, dat niet de suggestie gewekt wordt
dat in deze gebieden niets verandert.
Tot slot wordt voorgesteld toe te voegen dat 17.000 woningen als
uitgangspunt dient, mits dit de kwaliteit niet tekort doet.
De tabellen 2at/m f op pag. 10 en 11 en de tekst op pag.11 vervangen
door:
Tabel 2 (a t/m f) Categorieën woningvoorraad 1999*, nieuwbouw** en
2010***
a) NOORDWEST
Huur-Koop
Ééngezins-Meergezins
Goedkoop- middenduur- duur
1999 %
73%
27%
45%
55%
75%
24%
1%
1999 abs
2400
908
1480
1828
2497
782
29
2010 %
41%
59%
56%
44%
47%
43%
10%
2010 abs
1426
2059
1965
1520
1631
1505
349
Nieuwbouw %
53%
47%
35%
65%
40%
37%
23%
Nieuwbouw abs
735
650
485
900
550
515
320
b) OUDELAND
hr-kp
eg - mg
gk - md - dr
1999 %
97%
3%
35%
65%
93%
7%
0%
1999 abs
2163
73
774
1462
2082
149
2010 %
38%
62%
68%
32%
58%
25%
16%
2010 abs
726
1206
1309
623
1125
492
315
Nieuwbouw %
44%
56%
60%
40%
38%
27%
35%
Nieuwbouw abs
390
495
535
350
334
241
310
c) MAASRANDEN
hr-kp
eg - mg
gk - md - dr
1999 %
91%
9%
27%
73%
80%
20%
0%
1999 abs
5927
604
1782
4749
5247
1284
2010 %
64%
36%
44%
56%
57%
33%
10%
2010 abs
4437
2470
3060
3847
3927
2268
712
Nieuwbouw %
34%
66%
54%
46%
31%
39%
30%
Nieuwbouw abs
808
1566
1278
1096
730
932
712
d) STADSHART
hr-kp
eg - mg
gk - md - dr
1999 %
100%
0%
16%
84%
100%
0%
0%
1999 abs
675
105
570
675
2010 %
55%
45%
8%
92%
55%
27%
18%
2010 abs
736
601
105
1232
741
357
239
Nieuwbouw %
10%
90%
0%
100%
10%
54%
36%
Nieuwbouw abs
596
662
357
239
e) OVERIG
hr-kp
eg - mg
gk - md - dr
1999 %
40%
60%
85%
15%
16%
81%
3%
1999 abs
1851
2827
3995
683
756
3792
130
2010 %
27%
73%
83%
17%
19%
78%
3%
2010 abs
1353
3604
4100
857
955
3872
130
Nieuwbouw %
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
Nieuwbouw abs
f) TOTAAL
hr-kp
eg - mg
gk - md - dr
1999 %
75%
25%
47%
53%
65%
34%
1%
1999 abs
13016
4412
8136
9292
11257
6007
164
2010 %
47%
53%
57%
43%
45%
46%
9%
2010 abs
8678
9940
10539
8079
8379
8494
1745
Nieuwbouw %
36%
59%
41%
54%
30%
37%
28%
Nieuwbouw abs
1999
3307
2298
3008
1680
2045
1581
* Ongewijzigd
** De nieuwbouw per deelgebied is gebaseerd op (behalve in Maasranden)
voorlopige programma's d.d. 1 mei 2001. Dit houdt in dat voor
Maasranden het programma uit de Structuurschets Maasranden is
gehanteerd (inclusief wijzigingen o.b.v. de stedebouwkundige plannen
en de extra sloop van Estrade waarover in januari jl. besloten is).
Voor Oudeland, Noordwest en het Stadshart zijn de
woningbouwprogramma's uit de concept-struktuurschetsen zoals die er 1
mei 2001 voorstonden gebruikt. Voor de laatste drie is de verwachting
dat de aantallen onder invloed van de optimaliseringsslag die nu
gedaan wordt nog zullen veranderen.
*** Ongewijzigd
Uit bovenstaande tabellen blijkt dat er in het laatste half jaar een
verdere verschuiving heeft plaatsgevonden richting duur/ midden-duur
en koop. Daarnaast een kleine verschuiving richting
meergezinswoningen. Deze verschuivingen worden mede veroorzaakt
doordat bij verdere uitwerking van het programma Stadshart een aantal
aannames, zoals ze eerder gedaan waren, niet haalbaar en wenselijk
bleken.