25 mei 2001
CDA is niet progressief
Bert Bakker
We moeten naar een "progressief" kabinet volgend jaar, schrijven Jet
Bussemaker en Adri Duivesteijn in de Volkskrant van maandag. Een
pakkend plan, maar meteen valt op dat zo'n progressief kabinet
blijkbaar bestaat uit een combinatie van Groenlinks, de PvdA en het
CDA.
Het CDA als progressieve partij, als katalysator voor een vernieuwend
beleid. Hoeveel fantasie moet een mens hebben? We hebben het toch over
die partij die meent dat de staat weer meer naar de kerken moet
luisteren, dat homoseksualiteit weliswaar geen ziekte is, maar toch
vooral geen reden mag zijn om te trouwen, de partij die tegen elke
vernieuwing van onze democratie stemt? Of hebben we het over het CDA
van de automobilist, de goedkope benzine, van alle koffieshops dicht,
van liever niet debatteren over gevoelige zaken? Of zelfs over het CDA
van het succesvolle middenveld, dat zo doeltreffend is geweest in het
terugdringen van het aantal wao'ers, van samenwerking tussen scholen,
van vernieuwing van de publieke omroep!
Boeiende, progressieve partij, dat CDA. Maar daar gaat het me nu niet
om. Veel interessanter is de analyse die de PvdA-kamerleden maken van
de behoeften van de hedendaagse samenleving. Want daar schuilt veel
waars in. Het is belangrijk dat gemeenschapszin en samenleving een
groter accent krijgen. Economische voorspoed brengt veel goeds, maar
leidt hier en daar ook tot egoïsme tot nooit-genoeg, tot weinig
bereidheid om ook buiten het werk en het eigen huis
verantwoordelijkheid te dragen. Dat is niet goed, daar zijn we het
over eens. Maar hoewel ze zeggen het niet te doen, is kennelijk toch
het recept dat de overheid de verantwoordelijkheid weer overneemt. Dat
blijkt alleen al uit de gehanteerde voorbeelden. In het huurbeleid
heeft de PvdA, onder aanvoering van Duivesteijn, de afgelopen jaren
keer op keer het initiatief genomen om meer collectief te regelen.
Niet alleen om mensen met lage inkomens behoorlijk en prettig te laten
wonen, want dat spreekt vanzelf. Maar om huursubsidie een steeds
verdere strekking te geven en er daardoor steeds meer mensen van
afhankelijk te maken, eigenaren van woningen te beknotten, regels uit
te breiden. Ook op het terrein van Arbeid en Zorg heeft de PvdA
voorstellen ingediend, die sympathiek waren, maar die het niet konden
halen omdat a. daarin alles van bovenaf werd geregeld en b. niemand
zich bij de PvdA afvroeg hoe de meer dan 1 miljard gulden aan extra
uitgaven betaald moesten worden.
Het meest zorgelijk is echter de denktrant achter het artikel. De
individu is bevrijd, maar kennelijk niet in staat tot gemeenschapszin
en tot zelf kiezen, en dus schakelen we de overheid in om voor ons te
kiezen en ons te leren dat we meer om elkaar moeten denken. Hierin nu,
schuilt de essentie van het verschil tussen de sociaaldemocraten van
de PvdA en de sociaalliberalen van D66. Natuurlijk is een actieve
overheid een vereiste in deze samenleving: om een goed niveau van
sociale zekerheid te garanderen, om toegang en kwaliteit van
gezondheidszorg en onderwijs te waarborgen, om ervoor te zorgen dat
mensen veilig de straat op kunnen, om het milieu te beschermen. Die
taken vereisen effectieve regels, die ervoor zorgen dat niemand ten
koste van anderen of van ons allen kan leven. Tot zover verschillen we
niet van mening.
Maar de overheid is van de mensen, en de mensen zijn van zichzelf.
Voor D66 is het kunnen maken van zo veel mogelijk eigen keuzes in het
leven -dus ook de keuze om samen met anderen verantwoordelijkheid te
dragen- wezenlijk. Daarbij is gemeenschapszin een voorwaarde voor een
humane samenleving, maar juist ook gemeenschapszin is in de kern een
individuele waarde - wie hem niet beleeft, kan er niet van bovenaf toe
worden gedwongen - noch door overheid noch door kerk. Belangrijke
waarden als solidariteit, naastenliefde of verantwoordelijkheidsgevoel
zijn in de kern waarden die hun betekenis krijgen in de individuele
beleving daarvan, en het daarop gebaseerde gedrag. Wie niet bewust
kiest voor dergelijke waarden, kan door de overheid nog zo veel worden
voorgehouden, maar gedraagt zich geen greintje anders. Natuurlijk
mogen en moeten overheid en politici, maar ook de vele andere
waardevolle instituties in de samenleving, uitdragen wat van belang
is, maar wie het van bovenaf bepaalt, oogst afwenteling en
onverantwoordelijkheid. De gemeenschapszin heeft dan immers
gemakkelijk gestalte gekregen in een anonieme overheid, en niet via
eigen, bewuste keuzes. De recente geschiedenis kent legio voorbeelden
daarvan, van de 'calculerende burger' uit de jaren '80 tot en met de
acties van vrachtwagenchauffeurs, boeren of treinconducteurs van het
afgelopen jaar. Staat en individu staan dan tegenover elkaar, hebben
(blijkbaar) tegenovergestelde doeleinden. Gezamenlijke inspanningen om
Nederland een stukje beter (eerlijker, groener, socialer, veiliger) te
maken zijn dan tot mislukken gedoemd, want de individu zorgt voor
zichzelf, en de overheid voor ons allen.
En toch is dat waar de PvdA kennelijk weer naartoe wil. Geen woord
over de mensen meer te zeggen geven - niet in het openbaar bestuur,
niet in hun eigen leven. Noch over een gezondheidszorg waarin mensen
zelf hun dokter kiezen. Geen aandacht voor een onderwijsbestel waarin
ouders, leraren en leerlingen het voor het zeggen hebben, in plaats
van Zoetermeer of Den Haag, ook al hebben alle centraal ingezette
onderwijsveranderingen (niet toevallig door sociaal-democraten
bedacht) jammerlijk gefaald. Niets over kansen vergroten, over de
mensen zelf het stuur in handen geven. En al evenmin aandacht voor een
nieuwe landbouwpolitiek, waarin welzijn voor dier en mens centraal
staan. Kortom: nergens ook maar de geringste aanwijzing dat de PvdA
enig vertrouwen heeft in de kracht van de samenleving zelf, of van
individuele mensen: de staat moet het weer gaan doen. De dagen van Wim
Kok lijken definitief voorbij.
Een karikatuur? Misschien, maar dat geldt dan allereerst voor het stuk
van Bussemaker en Duivesteijn. Een kabinet van PvdA, CDA en GroenLinks
is in de Nederlandse verhoudingen geen progressief kabinet, hooguit
een centrum-links kabinet en op onderdelen zelfs rechts-links . Naar
verwachting zal zo'n - in zich zelf tegengesteld - kabinet
staatsverantwoordelijkheid benadrukken ook waar dat weinig zin heeft.
Ook zal weer hevig worden geleund op de klassieke
middenveldorganisaties al representeren die tegenwoordig voornamelijk
zichzelf.
De individuele burger en diens vrije keuze en zeggenschap raken
daarbij uit het zicht. Zitten wij daarop te wachten? Echt progressief
in het begin van de 21ste eeuw betekent inzetten op de combinatie van
individuele vrijheid, verantwoordelijkheidsbesef en actief
overheidsoptreden waar dat nodig is. Dat vraagt om de ambitie en de
wil om te vernieuwen, om het experiment niet te schuwen. Of het nu
gaat om democratie en overheid, om de WAO, het ziektenkostenstelsel of
milieubeleid. GroenLinks kan daarin een partner zijn, de PvdA maar tot
op zekere hoogte, het CDA zelden.
Een combinatie van die drie brengt niet de verbeelding aan de macht,
maar de restauratie. Misschien sociaal, zeker niet liberaal en al
helemaal niet het gouden evenwicht daartussen.
D66