Centraal Bureau voor de Statistiek

Statistisch Centraal Bureau voor de Statistiek Bulletin 57e jaargang no. 20/ 24 mei 2001

Inhoud Verkeer, vervoer en communicatie ­ Indexcijfers van de verkeersintensiteit op weekdagen, septem- ber 2000. pag. 4

Arbeid Financiële instellingen en markten ­ Werkloosheidscijfers februari 2001-april 2001. pag. 3 ­ Gemiddeld rendement van obligatieleningen, obligatie- en aan- delenindexcijfers, week no. 19. pag. 7 Handel, horeca en reparatie ­ Consumptief krediet, december 2000. pag. 4 ­ Ontwikkeling van de omzetten (incl. BTW), de prijzen en de ­ Nieuw ingeschreven hypotheken op onroerende goederen, berekende hoeveelheden in de detailhandel, maart 2001. pag. 2 maart 2001. pag. 5 ­ Particuliere woningtransacties, maart 2001. pag. 6 ­ Spaargelden, maart 2001. pag. 6

Verklaring van de tekens Prijs: . = gegevens ontbreken; ­ = nihil; x = geheim; * = voorlopig cijfer. 145,00 (ã 65,80) per jaar (excl. verzendkosten); los nummer 13,00 (ã 5,90). ( ) achter de titel = nummer met de laatst gepubliceerde overeenkomstige tabel.
Informatie Auteursrecht Infoservice: tel. (045) 570 70 70; E-mail: infoservice@cbs.nl © CBS, Voorburg/Heerlen, 2001. Bronvermelding is verplicht. Website: www.cbs.nl; Conjunctuur: teletekst pag. 506 en 507 Verveelvoudiging voor eigen of intern gebruik is toegestaan. Redactie SB: CBS, Postbus 4000, 2270 JM Voorburg. V32778 ISSN: 0166­9680




Ontwikkeling van de omzetten (incl. BTW), de prijzen en de berekende hoeveelheden in de detailhandel 1) (14)

Indexcijfers (1995=100) Wijzigingen in % 2)

2000 2000 2001 febr. 2001 maart 2001 jan. 2001 ­ t.o.v. t.o.v. maart 2001 okt. nov. dec. jan. febr. maart febr. 2000 maart 2000 t.o.v. jan. 2000 ­ maart 2000

Detailhandel (SBI 521 t/m 526)
Geldomzet 127 127 135 155 117 112 135 2,6 7,2 6,0 Prijs 105 107 107 106 106 108 110 4,1 5,0 4,1 Hoeveelheid 121 119 125 146 111 104 122 ­1,4 2,2 1,8 w.v. met hoofdactiviteit
Detailhandel in winkel (SBI 521 t/m 525)
Geldomzet 128 127 135 157 117 112 136 2,1 7,0 5,6 Prijs 105 107 107 106 106 108 110 4,1 5,0 4,1 Hoeveelheid 122 119 126 148 111 104 123 ­1,9 1,9 1,4 w.v. met hoofdactiviteit
Detailhandel in voedings- en genotmiddelen
(SBI 5211 en 522)
Geldomzet 113 109 116 135 109 107 127 4,2 9,8 7,6 Prijs 107 108 108 108 109 110 112 5,1 6,6 5,1 Hoeveelheid 106 101 107 124 100 97 113 ­0,9 3,0 2,4 w.o. met hoofdactiviteit
Voedings- en genotmiddelen algemeen assortiment (SBI 5211)
Geldomzet 117 113 120 135 114 111 134 4,3 11,3 8,4 Prijs 106 107 107 107 108 109 111 4,9 6,3 4,9 Hoeveelheid 111 106 112 125 105 101 120 ­0,5 4,7 3,4 Vlees en vleeswaren (SBI 5222.1)
Geldomzet 93 90 94 118 90 88 100 4,0 2,7 4,3 Prijs 105 107 108 108 110 110 113 6,2 8,6 6,5 Hoeveelheid 88 84 87 109 82 80 89 ­2,0 ­5,4 ­2,1 Dranken (SBI 5225)
Geldomzet 107 97 112 192 93 94 109 7,5 9,9 9,6 Prijs 107 107 108 108 109 110 111 3,1 4,1 3,3 Hoeveelheid 101 90 105 179 85 86 98 4,3 5,6 6,0 Detailhandel in duurzame en overige non-food consumptiegoederen (SBI 5212 en 523 t/m 525) Geldomzet 137 139 147 171 122 115 141 0,9 5,4 4,5 Prijs 104 106 106 105 104 106 109 3,5 3,9 3,4 Hoeveelheid 132 131 138 163 118 109 129 ­2,5 1,4 1,0 w.o. met hoofdactiviteit
Drogisterij-artikelen (SBI 5232.1)
Geldomzet 142 136 152 173 141 132 144 2,8 6,4 6,5 Prijs 108 109 110 110 111 112 112 4,1 4,0 3,7 Hoeveelheid 132 125 139 158 127 118 129 ­1,2 2,3 2,8 Bovenkleding (SBI 5242.1 t/m 5242.4) Geldomzet 125 154 126 148 112 92 132 4,1 9,5 8,0 Prijs 103 110 108 101 89 96 110 ­0,5 0,1 ­0,5 Hoeveelheid 121 140 117 146 126 96 120 4,6 9,4 8,6 Textiel algemeen assortiment (textielsupermarkten) (SBI 5242.7)
Geldomzet 104 118 119 109 93 83 102 ­0,3 1,9 2,6 Schoeisel (SBI 5243.1)
Geldomzet 126 151 122 139 99 79 110 4,6 4,8 5,6 Prijs 108 114 114 108 102 107 115 5,5 4,4 4,7 Hoeveelheid 117 132 107 129 97 74 96 ­0,9 0,4 0,8 Meubelen, woningtextiel, verlichtingsartikelen en vloerbedekking (SBI 5244.1 t/m 5244.4 en 5249.7) Geldomzet 142 150 158 174 140 131 150 ­1,2 3,7 3,4 Prijs 107 109 109 109 112 113 113 6,9 6,7 6,5 Hoeveelheid 132 138 144 159 126 116 132 ­7,6 ­2,8 ­2,9 Glas, porcelein en aardewerk en overige huishoudelijke artikelen (SBI 5244.5 t/m 5244.7) Geldomzet 111 106 138 166 96 94 105 ­2,8 4,9 1,9 Prijs 103 103 103 103 104 105 106 2,7 3,5 2,7 Hoeveelheid 108 103 134 161 92 90 99 ­5,4 1,4 ­0,8 Wit-, bruingoed, geluidsdragers en computers (SBI 5245.1 t/m 5245.3, 5245.6 en 5249.4) Geldomzet 150 149 170 225 156 134 151 ­0,3 6,9 4,9 Prijs 91 91 91 92 92 93 93 2,0 3,2 2,3 Hoeveelheid 165 164 186 245 169 145 162 ­2,3 3,6 2,6 Doe-het-zelf artikelen (SBI 5246)
Geldomzet 143 141 153 156 121 123 149 ­2,2 2,5 1,1 Prijs 106 107 108 108 110 111 111 5,3 5,2 5,2 Hoeveelheid 135 132 142 144 110 111 135 ­7,2 ­2,6 ­3,9 w.o. met hoofdactiviteit
Bouwmarkten (SBI 5246.8)
Geldomzet 143 136 146 147 126 121 141 ­2,5 ­3,9 ­1,3 Prijs 108 109 110 110 112 112 112 5,2 5,2 5,1 Hoeveelheid 132 124 133 133 113 108 125 ­7,3 ­8,6 ­6,1 Detailhandel niet in winkel (SBI 526)
Geldomzet 121 127 125 123 119 121 129 14,4 13,3 14,0 w.o.

Postorderbedrijven (SBI 5261)
Geldomzet 141 146 144 125 142 144 147 12,6 14,8 13,6

1) Met uitzondering van de apotheken (SBI 5231).
2) Wijzigingen t.o.v. dezelfde maand(en) van het vorig jaar en berekend m.b.v. niet-afgeronde indexcijfers.

2 Centraal Bureau voor de Statistiek




Werkloosheid verder gedaald

De werkloosheid is verder gedaald. Het aantal geregistreerde minstens twaalf uur per week en geen werk hebben of werk van werklozen is in de maanden februari-april uitgekomen op 155 minder dan twaalf uur per week. De cijfers over de geregistreerde duizend. Dit blijkt uit de nieuwste cijfers van het CBS. werkloosheid zijn gebaseerd op de registratie van de arbeids- bureaus en de Enquête beroepsbevolking van het CBS, een steek- proef-onderzoek dat maandelijks onder ruim tienduizend mensen Daling geregistreerde werkloosheid in Nederland wordt gehouden. In de maanden februari-april van dit jaar waren er gemiddeld 155 De geregistreerde werkloosheidscijfers hebben een onnauwkeurig- duizend geregistreerde werklozen. Dat is 21 duizend minder dan in heidsmarge omdat ze gebaseerd zijn op een steekproefonderzoek. de maanden januari-maart. Door seizoenseffecten is in deze perio- Alleen uit grote veranderingen of uit veranderingen die zich ge- de van het jaar een daling van het aantal werklozen met tiendui- durende een langere periode aftekenen mogen conclusies worden zend gebruikelijk. Na verwijdering van de seizoenseffecten komt getrokken over de tendens van de werkloosheid. het werkloosheidscijfer dus elfduizend lager uit dan in de vorige driemaandsperiode. Naast de maandelijkse cijfers van de geregistreerde werkloosheid, publiceert het CBS jaarlijks een breder scala van indicatoren van het onbenut arbeids-aanbod. Eén daarvan is de werkloze beroeps- Gemiddelde daling vierduizend bevolking: mensen die niet of minder dan twaalf uur werken en Omdat de cijfers gebaseerd zijn op een steekproefonderzoek actief zoeken naar werk voor twaalf uur of meer. Het Centraal hebben ze een onnauwkeurigheidsmarge. De tendens van de Planbureau gebruikt dit cijfer voor economische analyses. werkloosheid kan daarom het beste over een wat langere periode worden vastgesteld. Vergeleken met een jaar geleden is het aantal Een nog bredere afbakening van het onbenut arbeidsaanbod is: werklozen nu 46 duizend lager. Dat komt overeen met een daling alle mensen die niet of minder dan twaalf uur werken en betaald van bijna vierduizend per maand. werk voor twaalf uur of meer zouden willen hebben (ongeacht of men direct in staat is om te werken, op zoek is naar werk, enzo- voorts). Technische toelichting
Geregistreerde werklozen zijn mensen die bij een arbeidsbureau Een andere indicatie van het arbeidspotentieel is het aantal men- staan ingeschreven, direct beschikbaar zijn voor een baan van sen met een bijstands- of ww- uitkering.

1. Geregistreerde werklozen naar geslacht, naar duur inschrijving en naar leeftijd (driemaandsgemiddelden) (16)

Totaal Mannen Vrouwen Korter dan 1 jaar x 1 000

Dec. `99 ­ febr. `00 201 116 85 106 95 26 53 123 Jan. `00 ­ maart `00 217 123 94 121 96 26 57 133 Febr.`00 ­ april `00 201 109 92 114 87 27 47 127

April `00 ­ juni `00 173 91 82 95 78 21 44 108 Juli `00 ­ sept. `00 176 87 88 98 78 24 42 110 Okt. `00 ­ dec. `00 186 90 96 108 78 22 53 111

Dec. `00 ­ febr. `01 184 104 79 119 65 26 48 111 Jan. `01 ­ maart `01 176 98 78 114 62 24 43 109 Febr.`01 ­ april `01 155 86 69 95 60 19 36 99

Bron Statistiek geregistreerde werkloosheid.

N.B. Niet voor seizoen gecorrigeerde cijfers. Duur inschrijving volgens registratie arbeidsbureaus.

2. Geregistreerde werklozen naar geslacht en leeftijd en naar geslacht en duur inschrijving (driemaandsgemiddelden) (16) Inl. tel. (045) 570 72 70

Totaal jaar 25­64 jaar Korter dan 1 jaar 1 jaar of langer

Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw

x 1 000

Dec. `99 ­ febr. `00 201 14 12 102 73 61 45 55 40 Jan. `00 ­ maart `00 217 16 11 107 83 68 53 55 41 Febr.`00 ­ april `00 201 13 14 96 78 61 53 48 39

April `00 ­ juni `00 173 10 12 82 70 47 48 44 34 Juli `00 ­ sept. `00 176 11 14 77 75 51 48 37 41 Okt. `00 ­ dec. `00 186 7 14 83 81 48 59 42 36

Dec. `00 ­ febr. `01 184 12 13 92 66 68 51 37 28 Jan. `01 ­ maart `01 176 11 13 87 65 65 49 33 28 Febr.`01 ­ april `01 155 10 9 76 60 52 43 33 26

Bron Statistiek geregistreerde werkloosheid.

N.B. Niet voor seizoen gecorrigeerde cijfers. Duur inschrijving volgens registratie arbeidsbureaus.

Statistisch bulletin 20 (CBS) 24/5/2001 3




Indexcijfers van de verkeersintensiteit op weekdagen 1) (18)

Jaargemiddelde 1999 2000

1997 1998 1999 aug. sept. okt. nov. dec. jan. febr. maart april mei juni juli aug. sept.

Nederland 154 158 166 164 175 173 169 155 153 164 166 175 178 176 167 170 175 Wegcategorie
w.v.
Rijkswegen 159 164 173 171 183 181 176 161 159 170 172 182 185 183 174 177 182 w.o.
autosnelwegen 162 168 176 175 186 185 180 164 164 175 177 187 190 188 179 183 187 Provinciale wegen 128 134 134 129 141 137 136 128 127 136 139 144 146 143 136 138 144 Landsdeel
Noord-Nederland 152 154 165 156 174 173 169 157 149 160 165 171 175 173 171 157 172 Oost-Nederland 167 173 182 181 195 192 185 169 166 179 182 194 198 196 186 187 194 West-Nederland 147 152 157 155 165 164 160 147 147 157 160 166 169 166 159 162 166 Zuid-Nederland 155 158 169 170 179 176 171 157 153 164 163 175 178 176 164 176 174 Hoofdwegen 160 166 174 172 184 182 177 162 161 172 175 184 187 184 178 176 184 w.o.
Hoofdtransportassen 163 169 176 176 187 185 179 164 164 176 178 189 195 194 185 188 192 w.o.
Achterlandverbindingen 160 166 172 172 182 180 175 160 160 172 174 183 186 183 174 179 182 Randstad-screenlines 158 164 173 169 183 182 178 163 162 173 176 186 188 184 173 177 184 w.v.
Rijkswegen 160 166 176 172 186 185 181 166 164 176 179 189 192 188 177 181 187 Provinciale wegen 134 138 141 132 147 147 143 134 134 142 146 153 152 147 136 137 150

1) Gebaseerd op het dagelijks gepasseerd aantal motorvoertuigen op ca. 800 permanente telpunten op wegen buiten de bebouwde kom.

Consumptief krediet

1999 2000

jan.-dec jan.-dec. mei juni juli aug. sept. okt. nov. dec.

mln gld

Debiteurensaldo begin periode 27 905 30 699 31 777 31 956 32 085 32 464 32 764 33 154 33 450 33 660

Verstrekt krediet 21 985 22 648 1 989 1 768 1 984 2 074 1 859 1 978 1 863 1 729 w.v. door:
Gemeentelijke kredietbanken 457 384 33 37 34 31 33 36 25 24 Banken en creditcardorganisaties 12 167 12 963 1 082 985 1 176 1 236 1 108 1 171 1 112 1 103 Financieringsmaatschappijen 8 389 8 253 794 667 679 730 626 670 645 528 Postorderbedrijven 972 1 048 80 79 95 78 92 102 82 74

naar kredietvorm:
aflopend krediet 3 605 3 261 293 272 281 274 246 286 254 194 doorlopend krediet 13 467 13 452 1 149 996 1 109 1 150 1 099 1 186 1 162 1 097 spaar-/leenkrediet 1 564 1 402 144 139 115 129 105 108 94 73 creditcard krediet 3 349 4 534 402 362 478 521 410 398 352 365

Rente en kosten 2 391 2 813 227 223 231 235 243 261 261 257

Aflossingen 21 582 22 430 2 037 1 862 1 836 2 009 1 713 1 943 1 914 1 915

Debiteurensaldo einde periode 30 699 33 731 31 956 32 085 32 464 32 764 33 154 33 450 33 660 33 731 w.v. bij:
Gemeentelijke kredietbanken 769 731 754 751 749 746 741 742 733 731 Banken en creditcardorganisaties 14 712 15 837 15 038 14 999 15 197 15 325 15 538 15 669 15 776 15 837 Financieringsmaatschappijen 14 391 16 290 15 310 15 486 15 662 15 838 16 008 16 161 16 274 16 290 Postorderbedrijven 828 872 855 850 856 855 867 878 877 872

naar kredietvorm:
aflopend krediet 6 875 6 695 6 857 6 836 6 868 6 812 6 794 6 791 6 765 6 695 doorlopend krediet 20 057 22 480 21 024 21 127 21 398 21 657 21 922 22 162 22 390 22 480 spaar-/leenkrediet 3 096 3 485 3 258 3 317 3 364 3 415 3 426 3 450 3 457 3 485 creditcard krediet 671 1 071 818 806 834 880 1 012 1 046 1 048 1 071

Totaal van de toegezegde limieten 40 395 44 962 42 270 42 608 43 240 43 806 44 159 44 501 44 797 44 962

Overtrekkingen op betaalrekeningen 10 443 12 289 10 413 10 854 11 023 11 333 11 523 12 005 11 973 12 289

x 1000

Aantal uitstaande contracten 4 873 4 965 4 854 4 916 4 357 4 399 4 459 4 506 4 988 4 965 w.v.
aflopend krediet 721 679 710 753 699 692 691 693 692 679 doorlopend krediet 3 753 3 717 3 698 3 712 3 196 3 214 3 236 3 268 3 746 3 717 spaar-/leenkrediet 103 116 109 111 112 113 114 113 115 116 creditcard krediet 296 454 336 340 351 380 418 433 435 454

Aantal toegezegde limieten (ultimo) 8 107 8 310 8 296 8 298 8 605 7 695 7 735 7 783 8 310 8 310

Aantal overtrekkingen op betaalrekeningen 2 539 2 575 2 043 2 243 2 307 2 497 2 617 2 660 2 592 2 575

1) De procentuele groei van de laatst bekende cumulatieve periode t.o.v. dezelfde periode een jaar eerder.

4 Centraal Bureau voor de Statistiek




Nieuw ingeschreven hypotheken op onroerende goederen (17)

2000 2001 Trend

aug. sept. okt. nov. dec. jan. febr. maart maart

aantallen %

Hypotheken op woonhuizen 41 762 39 550 42 776 42 790 62 770 29 674 32 526 38 790 38 790 ­23 w.v. gegeven door particulieren 41 429 39 198 42 368 42 372 61 962 29 337 32 191 38 436 38 436 ­23 Landelijke eigendommen 334 386 366 451 865 314 319 470 470 ­12 Combinaties woonhuis/bedrijfspand 880 919 901 996 1 714 851 770 1 061 1 061 ­10 Bedrijfspanden 785 863 912 883 1 812 876 891 1 045 1 045 ­7 Voor bouwgrond bestemde percelen 1 137 833 928 1 028 1 974 720 565 687 687 ­20

Alle hypotheken te zamen 44 898 42 551 45 883 46 148 69 135 32 435 35 071 42 053 42 053 ­22 w.v. genomen door
hypotheekbanken en bouwfondsen 13 148 12 620 13 441 13 617 22 832 10 243 11 506 13 918 13 918 ­26 verzeker., spaarkas., pensioenfnds. 7 214 6 493 6 995 7 292 10 428 4 744 5 265 6 259 6 259 ­22 banken 21 390 20 251 21 799 21 266 29 879 14 723 15 362 18 519 18 519 ­21 andere rechtspers.,partc., buitenl. 3 146 3 187 3 648 3 973 5 996 2 725 2 938 3 357 3 357 ­23

mln gld mln euro

Hypotheken op woonhuizen 13 253 13 061 14 251 14 352 23 195 10 005 11 239 12 907 5 857 ­10 w.v. gegeven door particulieren 12 676 12 165 12 961 12 930 20 638 8 887 10 168 12 024 5 456 ­11 Landelijke eigendommen 286 445 995 578 1 323 620 428 635 288 2 Combinaties woonhuis/bedrijfspand 1 205 1 536 965 996 2 158 894 964 1 109 503 ­6 Bedrijfspanden 1 553 4 187 2 507 3 395 5 937 3 959 4 209 2 853 1 294 ­5 Voor bouwgrond bestemde percelen 681 1 178 783 819 1 764 882 735 718 326 ­4


Alle hypotheken te zamen 16 978 20 408 19 501 20 141 34 378 16 359 17 574 18 221 8 269 ­9 w.v. genomen door 0 hypotheekbanken en bouwfondsen 5 188 5 591 5 736 5 820 12 033 4 999 5 136 6 225 2 825 ­10 verzeker., spaarkas., pensioenfnds. 2 316 2 114 2 294 2 385 3 724 1 693 1 761 2 104 955 ­7 banken 8 002 9 731 8 117 8 093 13 425 6 739 6 502 7 385 3 351 ­13 andere rechtspers.,partc., buitenl. 1 472 2 972 3 354 3 842 5 195 2 928 4 174 2 508 1 138 8

Gem. hypotheekrente op woninghypotheken 6 6 6 6 6 6 6 6 6

Schuld op woninghypotheken

99-Il 99-III 99-IV 00-I 00-II 00-III 00-IV 01-I 01-I

mld gld mld euro

Uitstaande schuld, ultimo kwart. 1) 522 538 554 573 592 602 624 643 292

Bron Kadaster.

1) Bij banken, verzekeraars, pensioenfondsen en bouwfondsen, inclusief de woninghypotheken aan bedrijven en aan het buitenland.

Statistisch bulletin 20 (CBS) 24/5/2001 5




Particuliere woningtransacties 1) (12)

2000 2001 Gemiddelde koopsom

nov. dec. jan. febr. maart 2000 2001

nov. dec. jan. febr. maart maart

1 000 gulden 1 000 euro

Groningen 518 783 380 427 534 245 260 265 269 256 120 Friesland 673 930 372 474 665 287 286 278 286 305 126 Drenthe 506 754 315 413 473 333 358 329 346 360 149 Overijssel 828 1 357 683 770 940 364 358 347 353 368 157

Gelderland 1 554 2 451 1 083 1 424 1 558 443 443 440 449 438 200 Utrecht 1 232 1 839 802 984 1 167 467 476 491 484 500 223 Noord-Holland 2 278 3 200 1 623 1 766 2 173 460 470 460 484 467 209 Zuid-Holland 3 441 5 074 2 426 2 808 3 417 353 382 355 373 360 161

Zeeland 444 613 303 370 414 263 282 261 281 279 118 Noord-Brabant 2 251 3 613 1 473 1 847 2 211 426 441 432 441 436 196 Limburg 963 1 624 582 775 937 351 362 350 344 357 159 Flevoland 434 673 299 369 472 389 355 355 344 363 161

Nederland 15 122 22 911 10 341 12 427 14 961 390 402 391 402 398 178

Bron Kadaster.

1) Bestaande eengezinswoningen en bestaande en nieuwbouw appartementen (maximaal 2 objecten per transactie).

Spaargelden 1) (17)

2000 2001 2)

jaar sept. okt. nov. dec. jan. febr. maart maart

mln gld mln euro

Stand per ultimo voorgaande periode 287 243 291 969 292 248 293 668 293 614 295 837 304 600 307 492 139 534

Stortingen 186 023 15 058 18 506 17 725 18 255 28 946 19 024 20 320 9 221 Terugbetalingen 184 162 14 888 17 787 18 329 18 948 22 769 16 180 16 911 7 674 Spaarverschil 1 862 170 719 ­604 ­693 6 176 2 845 3 409 1 547

Bijgeschreven rente 6 736 112 704 550 2 913 1 192 47 129 58 Besparingen 8 598 282 1 423 ­55 2 220 7 368 2 892 3 537 1 605

Correcties en statistische verschillen ­4 ­2 ­3 2 1 396 ­1 ­1

Stand per ultimo verslagperiode 295 837 292 248 293 668 293 614 295 837 304 600 307 492 311 028 141 138

Deposito `s met opzegtermijn 232 275 239 209 236 599 232 680 229 565 237 537 238 458 240 530 109 148 Deposito's met vaste looptijd 63 561 53 039 57 069 60 934 63 561 67 063 69 034 70 498 31 991

1) Voorlopige cijfers.
2) Begin nieuwe reeks door wijziging rapportageplichtige kredietinstellingen.

6 Centraal Bureau voor de Statistiek




Gemiddeld rendement van obligatieleningen, obligatie- en aandelenindexcijfers (19)

Gemiddelden Week 20 per dag

2001 14-5 15-5 16-5 17-5 18-5

maart april week 18 week 19 week 20


Gemiddeld effectief rendement

Staatsleningen, algemeen 4,79 4,91 5,08 5,00 5,09 5,11 5,10 5,10 5,09 5,06 w.v. met gemiddeld resterende looptijd van
3­ CBS-koersindex voor staatsobligaties ultimo 1983=100

Gemiddeld resterende looptijd
3­ ultimo 1993=100

CBS-index voor converteerbare obligaties 1) 349,0 338,1 341,6 340,6 341,5 341,2 339,9 339,0 342,3 345,0

ultimo 1983=100 CBS-herbeleggingsindex voor obligaties

Staatsleningen 364,6 363,7 362,2 363,4 362,3 362,1 362,0 362,5 362,6 362,6 Financiele instellingen
gewone obligaties 346,0 346,7 345,5 346,7 346,5 346,4 346,3 346,7 346,5 346,6 achtergestelde obligaties 422,4 422,9 421,8 423,6 422,8 422,7 422,4 423,1 423,0 423,1

Algemeen 362,6 362,2 360,9 362,2 361,4 361,2 361,1 361,6 361,6 361,6

jaar

Duration van staatsleningen met een vaste looptijd 4,79 4,80 4,77 4,75 4,68 4,68 4,68 4,68 4,68 4,68

CBS-koersindex voor aandelen ultimo 1983=100 Officiele Markt
Algemeen 812,7 808,8 834,8 834,2 843,1 836,7 841,8 836,1 845,4 855,4 Algemeen excl. Kon. Olie 807,7 800,6 827,8 822,7 826,8 824,3 826,6 819,1 827,6 836,7

Internationals 799,4 791,2 824,7 837,6 857,5 841,1 852,6 849,3 864,7 879,7

Lokale fondsen 850,8 849,8 871,7 861,9 863,6 863,8 864,7 857,1 862,8 869,7 Financiele instellingen 1 001,8 1 034,6 1 040,5 1 015,3 1 021,0 1 024,6 1 025,9 1 013,1 1 019,1 1 022,3 Niet-financiele instellingen 798,0 773,5 807,9 808,4 807,4 805,1 805,8 801,5 807,2 817,2

ultimo 1993=100 CBS/MoneyView-index voor beleggingsfondsen
Algemeen 167,7 167,2 173,7 174,5 174,6 173,9 173,9 173,5 175,6 176,2 aandelenfondsen 227,7 226,9 240,1 241,2 241,8 240,1 240,4 239,7 243,9 244,7 obligatiefondsen 132,2 131,2 129,9 130,8 130,6 131,1 130,6 130,6 130,2 130,5 geldmarktfondsen 118,6 117,3 117,3 117,4 117,5 117,5 117,5 117,5 117,5 117,5

CBS/NIB-index voor niet AEX-aandelen 368,1 340,6 348,0 355,9 355,5 355,1 354,0 353,6 355,5 359,3 CBS MIT-index 443,9 405,5 449,0 452,0 447,5 443,8 443,0 435,9 451,2 463,7 CBS MIT Small-index 560,2 489,4 527,2 528,4 514,5 512,8 502,8 504,8 521,4 530,6 CBS/SBV Vastgoedindex algemeen 99,0 96,0 95,9 96,4 96,9 97,1 96,8 97,1 96,4 96,9

CBS-herbeleggingsindex voor aandelen ultimo 1983=100 Officiele Markt
Algemeen 1 529,6 1 526,1 1 580,6 1 581,5 1 603,4 1 589,8 1 599,5 1 588,6 1 607,4 1 631,7 Algemeen excl. Kon. Olie 1 397,4 1 389,7 1 443,3 1 436,9 1 448,9 1 444,0 1 447,9 1 434,8 1 450,9 1 467,0

Internationals 1 614,4 1 600,9 1 670,6 1 697,5 1 743,7 1 707,7 1 731,0 1 724,2 1 755,5 1 799,9 Lokale fondsen 1 474,7 1 477,0 1 522,5 1 508,3 1 515,9 1 515,4 1 517,1 1 503,8 1 515,3 1 527,8 Financiele instellingen 2 056,9 2 131,4 2 156,5 2 110,0 2 131,2 2 138,7 2 141,5 2 114,7 2 127,3 2 134,0 Niet-financiele instellingen 1 261,2 1 225,0 1 284,5 1 286,7 1 287,4 1 282,6 1 283,9 1 276,9 1 288,5 1 305,0

ultimo 1993=100 CBS/MoneyView-index voor beleggingsfondsen
Algemeen 183,0 182,8 190,6 191,5 191,7 190,9 190,9 190,4 192,7 193,3 aandelenfondsen 250,7 250,0 265,2 266,5 267,1 265,2 265,6 264,7 269,4 270,3 obligatiefondsen 142,1 141,7 141,0 141,9 141,7 142,3 141,7 141,7 141,3 141,6 geldmarktfondsen 121,0 121,5 121,7 121,8 121,9 121,9 121,9 121,9 121,9 121,9

CBS/NIB-index voor niet AEX-aandelen 428,9 398,1 409,1 419,2 420,1 419,5 418,2 417,8 420,0 425,1 CBS MIT-index 507,7 466,2 516,3 519,7 514,6 510,2 509,4 501,2 518,8 533,1 CBS MIT Small-index 607,0 530,8 571,8 573,2 558,2 556,2 545,6 547,7 565,8 575,7 CBS/SBV Vastgoedindex algemeen 152,6 150,1 153,7 154,5 155,3 155,6 155,2 155,6 154,5 155,4

1) Tot 1-1-2001 CBS/Stroeve index.

Statistisch bulletin 20 (CBS) 24/5/2001 7




8