Persbericht
Perscontacten: tel. 020 5415446
Investor relations: tel. 020 5415462
Amsterdam, 22 mei 2001
Conference call voor analisten, 23 mei 2001, 15.30 uur.
Niet-analisten kunnen meeluisteren op
http://www.acttel.nl/ing/ir/1stQR2001.html
EERSTE KWARTAAL 2001 ING GROEP:
Operationele nettowinst stijgt met 11% naar EUR 1.131 miljoen:
winstverwachting blijft gehandhaafd (Hoofdlijnen)
* Operationele nettowinst per aandeel stijgt met 10% naar EUR 1,17
* Door specifieke mix aan activiteiten blijft ING groeien ondanks de
omslag in de markt
* Acquisities in de VS zorgen voor groei resultaat
verzekeringsactiviteiten
* Operationeel rendement op eigen vermogen bereikt beoogd niveau van
18%
"Dankzij ons brede productaanbod zijn wij in staat om ook onder
ongunstige marktomstandigheden te blijven groeien. De winststijging
van 11% moet worden gezien binnen de context van een wereldwijde
daling van de aandelenkoersen en de stagnatie in de economische
groei", aldus Ewald Kist, voorzitter van de Raad van Bestuur. "Er zijn
vele integratie- en synergieprojecten opgestart om de positie van ING
verder te versterken. Deze projecten verhogen de kwaliteit van de
dienstverlening, bevorderen onze product- en distributiemogelijkheden
en waarborgen de verdere ontwikkeling en uitbouw van ING in de
toekomst."
WINSTVERWACHTING 2001
Ervan uitgaande dat de economische omstandigheden en de financiële
markten wereldwijd niet verder verslechteren, blijft de Raad van
Bestuur van mening dat ING haar nieuwe doelstelling van een autonome
groei van de operationele nettowinst per aandeel van ten minste 12% in
2001 zal behalen.
Kerncijfers
(in miljoenen euro's) 1e kwartaal 2000 1e kwartaal 2001 % mutatie
Operationele nettowinst:
- verzekeringsactiviteiten 526 681 29,5
- bancaire activiteiten 497 450 -9,5 Operationele nettowinst 1.023 1.131 10,6
(per gewoon aandeel in euro's):
Operationele nettowinst 1,07 1,17 9,7
(in miljarden euro's) 31 december 2000 31 maart 2001 Balanstotaal 650,2 714,7 9,9
Eigen vermogen 25,3 25,1 - 0,7
Totaal beheerd vermogen 503,1 513,8 2,1
Operationeel nettorendement op eigen vermogen 12,2% 18,1%
BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN
* Voortgaande groei in het eerste kwartaal
Het eerste kwartaal werd gekenmerkt door moeilijke marktomstandigheden wereldwijd. Het keren van het economisch tij viel samen met de start van een aantal belangrijke integratieprocessen binnen ING, zoals de consolidatie van de acquisities van vorig jaar in de VS, Latijns Amerika en Azië, en de integratie van alle corporate en investment banking activiteiten van ING in één organisatie. Tegen deze achtergrond kunnen de resultaten van ING voor het eerste kwartaal bevredigend worden genoemd. Verder moet worden gesteld dat in het eerste kwartaal 2000 het resultaat van het bankbedrijf uitzonderlijk hoog was. Vergeleken met het vierde kwartaal van vorig jaar steeg de operationele nettowinst van de Groep met bijna 18% en het netto resultaat van het bankbedrijf met 49%.
* De activiteiten van ReliaStar, Aetna Financial Services en Aetna International hebben EUR 154 miljoen bijgedragen aan de nettowinst
Na aftrek van de financieringslasten is de bijdrage van ReliaStar, Aetna Financial Services en Aetna International aan de nettowinst EUR 63 miljoen of EUR 0,07 per aandeel. Deze bijdrage is iets lager dan verwacht. Zowel de nieuwe bedrijven als de bestaande verzekeringsactiviteiten in de VS werden beïnvloed door de neerwaartse trend op de aandelenmarkten. De lagere aandelenkoersen verminderden het beheerd vermogen en derhalve de provisie-inkomsten. Het integratieproces in de VS verloopt goed. Worksite Financial Services, onderdeel van het voormalige Aetna Financial Services, nu onderdeel van de employee-benefitsactiviteiten van ING in de VS, liet een stijging van de verkopen zien van 49% tot EUR 2,4 miljard. Tegenover een verkoopafname bij variable annuities van 23% stond een stijging van 64% in de verkoop van fixed annuities. Dit toont aan dat ING voldoende variëteit in haar producten heeft om te kunnen voldoen aan de financiële behoeften van de klanten, wanneer hun voorkeur wijzigt door veranderingen in de marktontwikkeling. Binnen de gehele organisatie is ING doende back offices per specifieke functie samen te voegen op één locatie. Naar verwachting zal dit in de komende jaren aanzienlijke kostenbesparingen opleveren. Cross-selling kent een snelle groei, met name in mutual funds en employee benefits.
* Integratie van ING Barings in ING Europa verloopt goed
ING is momenteel bezig met de integratie van de corporate- en
investment-bankingactiviteiten van ING Barings, ING Bank, BBL en
BHF-Bank in ING Europa langs twee activiteitenlijnen: wholesale en
financial markets. Het integratieproces verloopt volgens plan. Binnen
de Europese tijdzone stelt deze integratie ING in staat om vanuit één
punt het volledige assortiment capital-markets-, investment-banking-
en commercial-bankingproducten te leveren aan haar binnenlandse en
internationale grotere zakelijke klanten. De integratie van locaties
en activiteiten in Azië en Noord- en Zuid-Amerika vordert gestaag en
de benadering van de zakelijke markt resulteert in een sterkere
positie in deze landen. De investment-bankingactiviteiten van ING
Barings in de VS zijn gedesinvesteeerd. De verkoop van deze
activiteiten aan ABN AMRO voor EUR 296 miljoen, zoals aangekondigd op
31 januari 2001, is afgerond op 30 april 2001.
* ING Direct verwelkomt 1 miljoenste klant. Succesvolle start in
Italië
Op 17 april 2001 kon ING Direct haar 1 miljoenste klant welkom
heten. ING Direct is in de VS sinds de start acht maanden geleden
gegroeid van nul naar 130.000 klanten eind april 2001. Het bedrag aan
toevertrouwde middelen van alle ING Direct-activiteiten wereldwijd
heeft inmiddels de grens van EUR 10 miljard overschreden. ING Direct
is op 2 april 2001 van start gegaan in Italië, waarmee Italië het
zesde land is waar ING Direct actief is. ING Direct Canada boekte
winst.
* Voortgaande sterke groei van de (ex-)greenfields
Het premie-inkomen van de (ex-)greenfields stijgt autonoom met 42,2%
naar EUR 988 miljoen. Het resultaat van de (ex-)greenfields
verdubbelde bijna van EUR 23 miljoen in het eerste kwartaal 2000 naar
EUR 44 miljoen in het eerste kwartaal 2001.
* Employee benefits nu in 10 landen
Met de start van de employee benefits-activiteiten in Tsjechië op 8
februari 2001, wordt dit unieke ING-concept nu toegepast in 10 landen.
Met name de verkoopresultaten in Spanje zijn goed, hetgeen geleid
heeft tot een stijging van het premie-inkomen met EUR 154 miljoen.
* ING vergroot belang in Bank Slaski van 55,0% tot 74,7%
Een bod van EUR 72,05 per aandeel op de aandelen Bank Slaski die nog
niet in handen van ING waren, heeft ertoe geleid dat ING haar belang
met 19,7%-punt heeft kunnen vergroten naar 74,7%. ING is van plan Bank
Slaski samen te voegen met ING Bank Warschau.
FINANCIËLE HOOFDPUNTEN
In het eerste kwartaal van 2001 is de operationele nettowinst
toegenomen met 10,6% tot EUR 1.131 miljoen. Door de afwezigheid van
niet-operationele posten in het eerste kwartaal van 2000 en 2001 is de
nettowinst gelijk aan de operationele nettowinst.
Het operationele nettorendement op het eigen vermogen van ING Groep
steeg van 12,2% over het gehele jaar 2000 tot 18,1% (op jaarbasis)
over het eerste kwartaal 2001. Het rendement op het eigen vermogen van
het bankbedrijf was 12,6% (12,0% in 2000) en van het
verzekeringsbedrijf 15,5% (9,8% in 2000).
De operationele nettowinst van het verzekeringsbedrijf steeg met 29,5%
tot EUR 681 miljoen. Deze toename kan worden toegeschreven aan zowel
het leven- als het schadebedrijf. In het operationele nettoresultaat
zijn gerealiseerde verkoopwinsten zakelijke waarden begrepen voor een
bedrag van EUR 178 miljoen (tegenover EUR 155 miljoen in 2000).
Met ingang van 2001 wordt 'Verzekering - algemeen' niet meer
afzonderlijk gerapporteerd. De posten die voorheen onder deze noemer
werden verantwoord, zijn nu begrepen onder het leven- dan wel het
schaderesultaat. De resultaten voor 2000 zijn overeenkomstig aangepast
(zie bijlage 7).
Vergeleken met het vierde kwartaal 2000, is de operationale nettowinst
van het bankbedrijf met 49% toegenomen tot EUR 450 miljoen. Echter,
vergeleken met het eerste kwartaal van vorig jaar is er sprake van een
daling met 9,5%, vooral door de sterke afname van de
provisie-inkomsten ten gevolge van de lagere aandelenkoersen en het
lagere activiteitenniveau op de aandelenmarkten wereldwijd. De dotatie
aan de post waardeveranderingen vorderingen bankbedrijf is toegenomen
van EUR 100 miljoen in het eerste kwartaal 2000 tot EUR 125 miljoen
(op jaarbasis, 22 basispunten van de voor kredietrisico gewogen
activa).
Het totale premie-inkomen is met 77,3% gestegen van EUR 7.270 miljoen
in het eerste kwartaal 2000 naar EUR 12.888 miljoen in het eerste
kwartaal 2001.
Het beheerd vermogen nam toe met 2,1% tot EUR 514 miljard, hetgeen
grotendeels kan worden toegeschreven aan de asset management joint
venture met H&CB in Korea. Het voor externe klanten beheerde vermogen
steeg met 1,4% van EUR 358 miljard ultimo 2000 tot EUR 363 miljard
ultimo maart 2001 en omvat nu 71% van het totale beheerde vermogen.
De totale bedrijfslasten stegen met 22,6%, vooral door de invloed van de acquisities en deconsolidaties alsmede de fluctuaties in de valutakoersen. Exclusief deze invloeden stegen de lasten met ongeveer 3%.Het beheerd vermogen nam toe met 2,1% tot EUR 514 miljard, hetgeen grotendeels kan worden toegeschreven aan de asset management joint venture met H&CB in Korea. Het voor externe klanten beheerde vermogen steeg met 1,4% van EUR 358 miljard ultimo 2000 tot EUR 363 miljard ultimo maart 2001 en omvat nu 71% van het totale beheerde vermogen.
Het verschil tussen de (geschoonde) premiegroei en de (geschoonde)
stijging van de kosten van het verzekeringsbedrijf was 0,7 procentpunt
(exclusief de activiteiten in Noord-Amerika). Dit is beneden de
doelstelling van + 2 procentpunten.
De efficiencyratio van het bankbedrijf (exclusief ING Direct) liet een
geringe verslechtering zien van 69,7% tot 70,8%. Dit is echter toch
een verbetering ten opzichte van de efficiencyratio voor het gehele
jaar 2000 van 72,1%.
Fluctuaties in valutakoersen, vooral de waardestijging van de US
dollar ten opzichte van de euro, dragen EUR 14 miljoen
(verzekeringsbedrijf EUR 11 miljoen, bankbedrijf EUR 3 miljoen) bij
aan de nettowinst. Het positieve effect van de dollar hedge in het
verzekeringsbedrijf bedroeg EUR 9 miljoen.
Het belastingtarief op de operationele winst daalde van 27,7% in het
eerste kwartaal van 2000 tot 24,0% in het eerste kwartaal van 2001,
vooral door lagere belastingen bij BBL en de onbelaste winst op de
verkoop van de investment-bankingactiviteiten in de VS.
Vergeleken met eind 2000 steeg het balanstotaal met 9,9% tot EUR 715
miljard. Het eigen vermogen daalde tot EUR 25,1 miljard (-0,7%). Een
specificatie van de mutaties in het eigen vermogen wordt gegeven in
bijlage 5. Het eigen vermogen per aandeel daalde met 1,8% van EUR
26,08 eind 2000 tot EUR 25,60 eind maart 2001. In het tweede kwartaal
van 2001 heeft ING Groep het marktrisico met betrekking tot de
personeelsopties die in 2001 zijn toegewezen volledig gedekt door de
inkoop van eigen aandelen.
Aanvullende informatie:
De specificaties winst-en verliesrekening zullen vanaf de komende
maand beschikbaar zijn.
In deze publicatie zijn uitspraken over verwachtingen omtrent
toekomstige gebeurtenissen opgenomen. Deze verwachtingen zijn
gebaseerd op de huidige inzichten en veronderstellingen van het
management met betrekking tot bekende en onbekende risico's en
onzekerheden die tot gevolg kunnen hebben dat feitelijke resultaten,
prestaties of andere omstandigheden in meer dan geringe mate kunnen
afwijken van de verwachtingen zoals die tot uitdrukking komen of
worden geïmpliceerd door zulke uitspraken. De werkelijke resultaten
kunnen in meer dan geringe mate afwijken van deze inzichten als gevolg
van, maar niet beperkt tot, (i) de algemene economische
omstandigheden, inclusief die in de voor ING belangrijke markten (ii)
de resultaten op de financiële en /of opkomende markten (iii)
frequentie en ernst van verzekerde schadegevallen (iv) sterfte-,
invaliditeits- en ziektecijfers en ontwikkelingen hierin (v) mate van
verval in portefeuille (vi) het rentepeil (vii) de valutakoersen,
inclusief de Euro- U.S. dollar wisselkoers (viii) toenemende
concurrentie (ix) wijzigingen in wet- en regelgeving, inclusief t.a.v.
de monetaire convergentie en de Economische en Monetaire Unie (x)
wijzigingen in het beleid van centrale banken en/ of buitenlandse
overheden en (xi) algemene concurrentiefactoren, meer in het algemeen
op mondiaal, regionaal en/of nationaal niveau.