Ministerie van Financien

Titel: Heffingskorting voor partners van 65-plussers



Voorzitter van de Vaste Commissie voor Financiën

uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Datum

Uw brief (Kenmerk)

Ons kenmerk

23 mei 2001

27 april 2001

Fin-01-255 (SZW-01-329)

RTB 2001-01872 U

Onderwerp

Heffingskorting voor partners van 65-plussers

Geachte heer Van Gijzel,

De Nederlandse Vereniging voor Personal Finance signaleert in haar brief van 6 april 2001, waar u mij een reactie op vraagt, het volgende probleem. De niet-verdienende partner (zelf jonger dan 65 jaar) ontvangt in het geheel geen algemene heffingskorting, omdat diens partner onvoldoende belasting en premie betaalt in het geval deze alleen AOW of AOW en een klein pensioen geniet. Dit effect doet zich evenwel niet voor. Aan die partner betaalt de Belastingdienst door middel van een VT een volledige heffingskorting per maand uit als om een heffingskorting verzocht is.

Wel is het zo dat deze partner daarmee feitelijk te veel ontvangt hetgeen via een aanslag zou moeten worden gecorrigeerd. Ik heb deze gevolgen reeds enige maanden geleden onderkend en daarover met de SVB contact opgenomen. De SVB kan mij een bestand aanleveren van alle 65-plussers met een partner jonger dan 65 jaar. Dit bestand zal worden aangehouden tegen de bestanden van de Belastingdienst waarin de meest recente inkomensgegevens die van het jaar 2000 zullen zijn opgenomen. Bezien wordt of het mogelijk is vanaf juli 2001 de VT van die jongere partners zodanig aan te passen dat op jaarbasis de juiste heffingskorting wordt uitbetaald. Het bedrag dat de betrokkenen in de eerste maanden van dit jaar dan te veel hebben uitbetaald gekregen, wordt dan, uitgesmeerd over de nog resterende maanden van het jaar, verrekend met de

maandelijkse VT-uitbetalingen. De betrokkenen zullen hierover uiteraard goed worden geïnformeerd.

Hoogachtend,

De Staatssecretaris van Financiën

W. Bos