Den Haag, 23 mei 2001
NMa: Rotterdamse taxicentrales overtraden kartelverbod
De Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa) heeft vastgesteld dat diverse Rotterdamse taxicentrales in 2000 het kartelverbod hebben overtreden. Tijdens de procedure bij de NMa hebben de bedrijven een einde gemaakt aan de verboden afspraken over ritprijzen. De NMa ziet geen aanleiding om nog een sanctie op te leggen.
Het besluit bevestigt de vermoedens die de NMa eerder in een rapport
neerlegde. Na het rapport hebben de taxicentrales hun visie gegeven.
De NMa stelt nu vast dat zij prijsafspraken hebben gemaakt die
verboden zijn op grond van de Mededingingswet. De afspraken beperkten
de prijsconcurrentie tussen taxiondernemers en de mogelijkheid van
klanten om te kiezen voor de taxi met de gewenste
prijs-kwaliteitsverhouding.
De NMa ziet af van het opleggen van een last onder dwangsom of boete,
gelet op de zeer specifieke omstandigheden van de kwestie. Een last
onder dwangsom is niet nodig omdat de taxibedrijven de overtreding
inmiddels hebben beëindigd. De NMa ziet in dit specifieke geval
evenmin reden voor een boete. Een relevante omstandigheid is onder
meer dat de overheidsbemoeienis met de taxitarieven in 2000 verviel
zonder dat voorzien was in een overgangsregeling of tijdige
voorlichting. Ook hebben de taxicentrales zich vanaf het begin bereid
verklaard de wettelijke voorschriften na te leven.