Vakantieparticipatie daalt
Persbericht Trendrapport Toerisme en Recreatie 2000/200122 mei 2001
Het aantal Nederlanders dat vorig jaar één of meerdere keren met vakantie ging (de zogenaamde vakantie-participatie) is, voor het eerst sinds jaren afgenomen! En wel van 80,1% in 1999 naar 79,4% vorig jaar. Dit heeft echter niet geleid tot minder vakanties in 2000 omdat het gemiddeld aantal vakanties per persoon (de vakantie-intensiteit) licht steeg, evenals de bevolkingsomvang in Nederland. Er is met in totaal ruim 30,5 miljoen vakanties door Nederlanders in 2000 dus sprake van een zekere stabilisatie. Deze en nog veel andere gegevens uit het Continu Vakantie Onderzoek (CVO) staan in de 21e editie van het NRIT Trendrapport Toerisme en Recreatie (2000/2001).
Evenals in het voorgaande jaar is in 2000 het aantal korte vakanties
van Nederlanders toegenomen, namelijk met +3,0%. Het daarmee gepaard
gaande aantal overnachtingen steeg met +3,1% ongeveer even sterk
(+739.000 overnachtingen). De toename van het aantal korte vakanties
en de daarmee samenhangende overnachtingen heeft uitsluitend
betrekking gehad op het binnenland (+4,9% vakanties; +5,0%
overnachtingen). In het buitenland daalde zowel het aantal korte
vakanties (-3,6%) als het aantal overnachtingen (-3,4%).Het aantal
lange vakanties (4 of meer overnachtingen) is in 2000 afgenomen met
-1,6% ten opzichte van 1999. Het daarbij behorend aantal
overnachtingen daalde met -1,2% in ongeveer gelijke mate. Zowel in
eigen land als richting het buitenland was sprake van een ongeveer
gelijke afname van het aantal lange vakanties (respectievelijk -1,4%
en -1,7%). Het aantal overnachtingen ontwikkelde zich echter
uiteenlopend. In eigen land was er een duidelijke toename (+2,7%),
terwijl het aantal buitenlandse vakantie-overnachtingen zo'n -3,1%
lager was dan het jaar daarvoor.Wanneer de lange vakanties worden
uitgesplitst in middellange (4 tot en met 7 overnachtingen) en langere
vakanties (8 overnachtingen of meer), dan blijkt dat het aantal
langere vakanties (8 of meer nachten)in het binnenland met bijna +6%
toenam, terwijl er bij dezelfde soort buitenlandse vakanties sprake
was van een afname met zo'n -4%! Bovendien blijkt de gemiddelde
verblijfsduur bij langere binnenlandse vakanties eveneens hoger uit te
vallen. Namelijk gemiddeld 17,1 nachten tegenover 15,9 nachten voor
het buitenland.
In het zojuist verschenen NRIT Trendrapport Toerisme en Recreatie
komen uiteraard ook allerlei trends op macro-, meso- en micro-niveau
aan de orde, evenals de diverse toeristische en recreatieve sectoren.
Zo wordt in dat verband onder meer geconstateerd dat:
designhotels in de hottelerie een antwoord lijken te zijn op
de beleveniseconomie;
het permanent recreatief wonen beleidsmatig steeds meer
aandacht krijgt;
de verkoop van 2e woningen weer iets lijkt te stijgen;
met name het kamperen op seizoen-/jaarplaatsen het relatief
goed doet;
het aandeel van de geboekte vakanties ten opzichte van het
totaal al enkele jaren nagenoeg gelijk blijft (circa 1/3);
het bezoek aan Disneyland Tokio daalde. Dit in tegenstelling
tot Lotte World in Korea waar een dusdanige toename viel te
constateren dat dit attractiepark in de intenationale top 10'
belandde;
dierentuinen in ieder geval tot aan de MKZ-crisis een
aanzienlijk positievere ontwikkeling van het bezoek te zien gaven dan
de (dagtoeristische) educatieve en recreatieve bedrijven;
vooral de grotere musea het afgelopen jaar goede resultaten
hebben geboekt;
er in Nederland nogal wat kapitaalintensieve plannen zijn
(veelal 50 miljoen of meer!) tot renovatie of nieuwbouw van
mulitifunctionele- en muziektheaters;
moderne vrijetijds-leisurecentra steeds meer de traditionele
sporthallen gaan vervangen;
de Nijmeegse Vierdaagsefeesten al jaren qua bezoekomvang het
belangrijkste evenement van Nederland zijn;
bij een kosten- batenanalyse van Euro 2000' blijkt dat dit
internationale sportevenement voor Nederland in zowel economisch als
maatschappellijk opzicht als geslaagd kan worden beschouwd.