P E R S M E D E D E L I N G
SP-FRACTIE
AGALEV-FRACTIE
VU/ID-FRACTIE
VLAAMS PARLEMENT
Brussel, 22 mei 2001
Zonevreemde woningen
Uit de discussie die is ontstaan naar aanleiding van de verklaringen van
dhr. DE GUCHT is in de eerste plaats gebleken hoeveel misverstanden er nog
altijd bestaan rond de precieze rechtspositie van zonevreemde woningen. Van
die onduidelijkheid wordt door sommigen misbruik gemaakt om andere belangen
te dienen dan die van "gewone" eigenaars van zonevreemde woningen.
Als SP-, Agalev-, en VU-fracties willen we dan ook in de huidige discussie een aantal inhoudelijke punten nogmaals duidelijk onderlijnen:
1. Zonevreemde woningen moeten in principe NIET verdwijnen. Ze zijn niet
illegaal en de eigenaars hebben inderdaad geen wetten of decreten
overtreden. Indien de overheid wil dat deze woningen verdwijnen moet zij
ze, ook in de huidige regeling, onteigenen, vermits niemand de rechtmatige
eigenaar kan dwingen te vertrekken en/of zijn huis af te breken.
2. In de huidige regeling is het wél zo dat de woningen die zonevreemd
blijven zullen onderworpen worden aan een aantal beperkingen die niet gelden
voor andere woningen. Zo zullen zij slechts in beperkte mate kunnen
uitbreiden en gelden er beperkingen voor verbouwen, herbouwen en structureel
onderhoud. Ook deze beperkingen gaan echter slechts in na de
overgangsperiode waarin de gemeenten de opdracht hebben om een regeling uit
te werken. Tot op die datum geldt een regime waarbij een zonevreemde
eigenaar ongeveer dezelfde mogelijkheden heeft als ieder ander legaal
eigenaar.
3. Het voorstel dat door de meerderheidspartijen is uitgewerkt komt erop
neer dat ook indien een woning na 2006 zonevreemd blijft, zij NIET hoeft te
verdwijnen en dat zij voor 100% in goede staat kan worden onderhouden,
gemoderniseerd en aangepast doch niet uitgebreid boven een volume van 700
m3. Eigenaars van zonevreemde woningen hebben dus ook vandaag VOLLEDIGE
RECHTSZEKERHEID over hun eigendom.
4. Het systeem van planbaten houdt NIET in dat men een bepaald bedrag moet
betalen op het moment dat een woning zone-eigen wordt. Planbaten moeten
slechts betaald worden op het moment waarop de meerwaarde ook daadwerkelijk
gerealiseerd wordt, d.w.z. bij verkoop of vererving van de woning. Het
vastgelegde bedrag voor de planbaten vormt bovendien slechts een beperkt
deel van de gerealiseerde waardestijging ten gevolge van de regularisatie.
Ook in het licht van de zeer grote stijging van grond- en woningprijzen die
Vlaanderen in de voorbije jaren heeft gekend lijkt een systeem van planbaten
ons niet meer dan rechtvaardig t.o.v. van de overgrote meerderheid van
kopers en bouwers die wél "echte" bouwgrond hebben gekocht.
5. Een globale regeling voor heel Vlaanderen is voor ons niet aanvaardbaar
omdat zij het onmogelijk maakt om toestanden zoals verkrotte woningen die
niet bewoond zijn, bouwwerken in kwetsbare gebieden en andere uitzonderlijke
gevallen hier buiten te houden. Daardoor dreigen in een aantal gevallen
nieuwe problemen te ontstaan die ook in de toekomst blijvend voor discussie
zullen zorgen. Bovendien dreigen hierdoor ook een reeks duidelijke gevallen
van speculatie, waarbij b.v. vervallen en verlaten landbouwerswoningen
omgebouwd worden tot heuse villa's, bevoordeeld en zelfs gestimuleerd te
worden.
6. Ook het onderscheid tussen eigenaars die pas na 1999 hun zonevreemde
woning hebben gekocht en zij die reeds eerder eigenaar worden moet behouden
blijven, precies om deze speculatie af te remmen.
Uit deze opsomming van de huidige stand van zaken blijkt o.i. dat de huidige
regeling, met de aanpassingen waarover reeds een akkoord werd bereikt, een
zeer grote mate van rechtszekerheid biedt aan alle eigenaars van zonevreemde
woningen aan wie zelf geen fout kan worden verweten.
Indien er voorstellen zijn die hieraan nog verbetering kunnen brengen binnen
het regeerakkoord, zonder dat zij erop neerkomen dat speculatie wordt
beloond of dat onverantwoorde situaties voor eeuwig gebetonneerd worden zijn
wij uiteraard bereid hierover te praten. We hebben echter de stellige
indruk dat een aantal van de voorgestelde wijzigingen er slechts toe leiden
om precies deze gevallen te bevoordelen die maatschappelijk onverdedigbaar
zijn en dat zij eerder als demagogie dan als goed beleid moeten omschreven
worden.
Bruno Tobback (SP),
Isabelle Vertriest (Agalev),
Herman Lauwers (VU).