Langdurig verblijf van psychiatische patiënten in politiecel
Via de onderstaande brief beantwoordt de minister - mede namens de
minister van Justitie - een vraag van het kamerlid Dittrich over
het langdurig verblijf van psychiatrische patiënten in een
politiecel, die verdacht worden van het plegen van een strafbaar
feit.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Postbus 20350
2500 EJ DEN HAAG
Telefoon (070) 340 79 11
Fax (070) 340 78 34
Bezoekadres:
Parnassusplein 5
2511 VX DEN HAAG
Correspondentie uitsluitend
richten aan het postadres
met vermelding van de
datum en het kenmerk van
deze brief
Internetadres:
www.minvws.nl
De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag
GVM-2181012 22 mei 2001
Onderwerp Bijlage(n) Uw brief
Langdurig verblijf van psychiatrische patiënten in een politiecel
Hierbij bied ik u aan - mede namens mijn ambtgenoot van Justitie - mijn antwoord op een
vraag van het lid Dittrich (D66) gesteld tijdens het wetgevingsoverleg op 23 april jl. van het
wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten om-trent
de toepassing van maatregelen in het belang van het onderzoek en enige andere onder-werpen
(Kamerstukken II 2000-2001, 26 983, nr. 11).
Bij gelegenheid van het wetgevingsoverleg op 23 april jl. inzake bovenvermeld wetsvoorstel
van de Minister van Justitie heeft het Tweede Kamerlid Dittrich (D66) de Minister van Justi-tie
en ondergetekende gevraagd om een schriftelijke reactie inzake langdurig verblijf van
psychiatrische patiënten in een politiecel, die verdacht worden van het plegen van een straf-baar
feit (Kamerstukken II 2000-2001, 26 983, nr. 11 p. 20).
De aanleiding van dit verzoek vormt kennelijk een brief van de Vereniging Ypsilon aan de ge-meenteraad
van Amsterdam. In deze brief vraagt Ypsilon aandacht voor de omstandigheid
dat het in Amsterdam vrijwel dagelijks voorkomt dat psychiatrische patiënten langer dan 6
uur in een politiecel verblijven.
In deze brief zal ik - mede namens de Minister van Justitie - ingaan op het verzoek van het
Tweede Kamerlid Dittrich.
De verantwoordelijkheid voor het bieden van directe hulpverlening aan en opvang van per-sonen
in een crisissituatie ligt bij de betrokken lokale organisaties: de GG & GD, de politie,
de zorgverzekeraars en instellingen voor de geestelijke gezondheidszorg. De gemeenten heb-ben
daarbij een coördinerende en regisserende rol om deze gezamenlijke verantwoordelijk-heid
in de praktijk op een adequate wijze gestalte te geven. De taak en de verantwoordelijk-heden
van de rijksoverheid in dezen bestaan uit het scheppen van de juiste randvoorwaar-den,
zoals het beschikbaar stellen van toereikende financiële middelen en het ontwerpen van
de benodigde wettelijke kaders. Deze rol van de rijksoverheid bij hulpverlening aan mensen
in een crisissituatie is verwoord in de brief die ik begin 2000 aan de Tweede Kamer zond
(Kamerstukken II 1999-2000, 25 424, nr. 25).
Mijn reactie naar aanleiding van deze problematiek in Amsterdam moet dan ook in de con-text
van deze brief worden bezien.
De afgelopen jaren hebben zich in Amsterdam regelmatig problemen voorgedaan bij de plaat-sing
van psychiatrische patiënten die in een acute crisissituatie verkeren. Deze problemen
bestaan uit het langer verblijven in een politiecel dan strikt noodzakelijk en uit het plaatsen
van psychiatrische patiënten uit Amsterdam in ggz-instellingen elders in het land.
Om aan de hiervoor geschetste problemen een einde te maken, hebben de gemeente
Amsterdam, de ggz-instellingen, de politie, de GG & GD, de lokale huisartsen vereniging, het
maatschappelijk werk en woningbouwcorporaties, in oktober 2000 het zogeheten Amstel-zorgakkoord
ondertekend. Dit mede in vervolg op diverse overleggen die ik met de Amster-damse
ggz-instellingen heb gevoerd en waaruit bleek dat de betrokken problematiek in be-langrijke
mate wordt veroorzaakt door onvoldoende samenwerking tussen de verantwoor-delijke
organisaties en een niet toereikende organisatie van de acute zorgverlening.
Het Amstelzorgakkoord ziet op verbetering van deze samenwerking en organisatie, niet al-leen op het terrein van de ggz, maar ook op het terrein van de maatschappelijke opvang. Een aantal onderdelen van het Amstelzorgakkoord is gerealiseerd, waaronder een eerste screening die de GG & GD sedert februari 2001 uitvoert bij aanmeldingen door de politie van personen in acute crisissituatie. Het komt echter nog steeds voor dat psychiatrische pa-tiënten langer dan strikt noodzakelijk in een politiecel verblijven. Volgens de betrokken par-tijen van het Amstelzorgakkoord houdt dit verband met de omstandigheid dat er onvoldoen-de crisisbedden beschikbaar zijn. Ik merk daar het volgende over op.
In het kader van de wachtlijstproblematiek in de geestelijke gezondheidszorg is er begin
2001 f 82,5 mln. beschikbaar gesteld voor de aanpak van wachtlijsten. Hiervoor dienden
de zorgaanbieders met het zorgkantoor productie-afspraken te maken. Daarnaast hebben op
initiatief van de Taskforce Aanpak Wachtlijsten de zorgkantoren in overleg met de aanbie-ders
regionale wachtlijstplannen opgesteld, waarin wordt aangegeven welke afspraken er in
aanvulling op de gemaakte afspraken uit de f 82,5 mln. in 2001 nodig zijn om de wachtlijs-ten
aan te pakken. Voor die aanvullende afspraken is in 2001 f 90 mln. beschikbaar. Ik heb
daarbij expliciet aangegeven dat deze middelen ook kunnen worden aangewend voor crisis-opvang.
De Amsterdamse regio heb ik nog eens nadrukkelijk gewezen op deze mogelijkheid.
Om aanspraak te kunnen maken op de beschikbare middelen, dient het Zorgkantoor Amster-dam
een aanvraag in te dienen bij het College Tarieven Gezondheidszorg. Inmiddels hebben
het Zorgkantoor Amsterdam en de betrokken ggz-instellingen om het tekort aan crisisplaat-sen
weg te werken, reeds bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een re-gionaal
wachtlijstplan ingediend.
Dit plan is geheel gewijd aan de problemen die zich voordoen in Amsterdam op het gebied
van de acute psychiatrie. Het plan heeft betrekking op een uitbreiding van het aantal crisis-plaatsen
en het realiseren van een zogeheten 'voorportaal', waarin psychiatrische patiënten
geplaatst kunnen worden, als alternatief voor het verblijf in een politiecel, in afwachting van
de opname in een ggz - of andere instelling. In dit plan hebben alle betrokken partijen (de
ggz-instellingen en het zorgkantoor) gegarandeerd dat geen enkele persoon die in een acute
crisis verkeert, onnodig lang in een politiecel meer behoeft te verblijven in afwachting van
plaatsing in een geschikte instelling, mits de daarvoor vereiste financiële middelen beschik-baar
worden gesteld.
De besluitvorming op de aanvraag van het Zorgkantoor Amsterdam en de andere aanvragen
in het kader van de wachtlijstmiddelen vindt plaats door het College Tarieven Gezondheids-zorg.
Naar verwachting zal deze besluitvorming omstreeks medio juni plaatsvinden.
Gelet op het bovenstaande bestaat er thans geen aanleiding om op rijksniveau aanvullende
maatregelen te treffen in Amsterdam inzake verblijf van psychiatrische patiënten in een poli-tiecel.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. E. Borst-Eilers