VOORBEREIDING WTO-CONFERENTIE IN QATAR
Datum: 21-05-2001
Het kabinet heeft ingestemd met de brief van staatssecretaris Gerrit
Ybema van Economische Zaken aan de Tweede Kamer over de Nederlandse
inzet in de aanloop naar de vierde ministeriële conferentie van de
WTO, die van 9-13 november in Doha, Qatar, zal worden gehouden.
Tijdens de derde ministeriële conferentie van de WTO, eind 1999
gehouden in Seattle, is de poging om een brede handelsronde te
lanceren mislukt. Alle hoop is nu gericht op de conferentie in Qatar.
Het kabinet is van mening dat een dergelijke ronde nog steeds het
beste antwoord is op de uitdagingen van het globaliseringsproces.
De Nederlandse inzet voor de conferentie zal in eerste instantie
gericht zijn op de opstelling van de Europese Unie in Geneve. De
Nederlandse inzet zal zich daarbij op de volgende aspecten
concentreren:
- voldoende flexibiliteit in de EU-positie voor een nieuwe ronde,
vooral op het terrein van investeringen en mededinging. Uitgangspunt
is dat zij geen breekpunt mogen vormen voor de nieuwe ronde.
- de opstelling ten aanzien van landbouw. Nederland vindt dat de EU
bereid moet zijn tot een verdere liberalisering van de landbouw,
vooral via het reduceren van de Europese invoerbescherming, interne
steun en exportsubsidies.
- aandacht voor de verzoeken van een aantal ontwikkelingslanden om
meer tijd te krijgen voor het uitvoeren van de in de Uruguay-ronde
gemaakte afspraken. De EU zal hier het initiatief moeten nemen en druk
moeten uitoefenen op de VS om te volgen.
- verbetering van de relatie met de VS, door deëscalatie van de
bilaterale handelsgeschillen. De kansen op een nieuwe ronde zijn
groter als de VS daar samen met de EU het voortouw toe neemt.
Ybema zal het komende half jaar gebruiken om het nationale debat in de
aanloop naar Qatar te intensiveren. De maatschappelijke organisaties
zullen daarbij worden betrokken.