EKO-keurmerk wel betrouwbaar!

Platform Biologica heeft met een ingezonden brief gereageerd op artikelen in het NRC van vrijdag 18 mei en zaterdag 19 mei waarin het EKO-keurmerk onbetrouwbaar genoemd wordt.
(21 mei 2001)
EKO-keurmerk

Donderdag kopt Trouw: 'Onderzoek: Keurmerk EKO
deugt'. Vrijdag kopt NRC op de voorpagina:
'Conclusie onderzoek KPMG: EKO-keurmerk is niet
betrouwbaar'. Gaat het hier werkelijk om hetzelfde onderzoek? Wat is hier aan de hand? Skal, de
controleorganisatie voor biologische producten,
heeft KPMG onderzoek laten uitvoeren, nadat
actualiteitenrubriek Nova vorig jaar vraagtekens
had gezet bij de betrouwbaarheid van het
EKO-keurmerk. Het betrof 3 voorbeelden uit '98/'99 van Teakhout uit Costa Rica, sesamzaad uit
Ethiopië en bietsuiker uit Slowakije. KPMG heeft
in haar rapport geconcludeerd dat er weliswaar
fouten zijn gemaakt bij Skal, maar dat in deze
gevallen geen producten ten onrechte met het
EKO-keurmerk op de markt zijn gebracht.

Wel maakt KPMG een kanttekening bij het feit dat
producten een keurmerk krijgen op basis van
'procescertificering' en dat er geen
'productcertificering' plaatsvindt. Met andere
woorden: er wordt gekeken of de producten op een
biologische manier worden geproduceerd, de
eindproducten worden niet gemeten op bijvoorbeeld
residuen van bestrijdingsmiddelen. KPMG schrijft
dat het EKO-keurmerk mogelijk verwachtingen wekt
bij de consument, die de huidige
procescertificering niet waar kan maken.

Of de consument werkelijk verkeerde verwachtingen
heeft, zoals KPMG stelt, is de vraag. Het heeft
echter niets met onbetrouwbaarheid te maken. Een
biologisch product is wettelijk omschreven als een product dat middels de biologische landbouwmethode is geproduceerd. Er bestaan inderdaad geen
'biologische productcriteria'. Dat er
procescertificering plaatsvindt is logisch. Aan
een karbonade kan niemand zien hoeveel vierkante
meter stalruimte het varken heeft gehad. Ook
andere bekende keurmerken, die in de winkel op
producten staan, zijn toegekend op basis van
procescertificering, zoals het Milieukeur, het Max Havelaar Keurmerk en de keurmerken voor
scharrelvlees en -eieren. Totnogtoe blijkt de
procescertificering tevens een goede garantie voor het eindproduct (uit onder meer onderzoeken van de Consumentenbond).

Dit is dus geen reden om het keurmerk
onbetrouwbaar te noemen. KPMG heeft het keurmerk
dan ook niet onbetrouwbaar genoemd. Die conclusie
is van het NRC. NRC schrijft (zaterdag, weer op de voorpagina), dat 'accountantbureau KPMG heeft
vastgesteld dat de biologische EKO-merken die door Skal worden verstrekt niet betrouwbaar zijn'. NRC
beschrijft vervolgens wat er verder is gebeurd met de afgekeurde partij sesamzaad. Inderdaad een
dubieus verhaal. Maar vast staat - ook volgens het KPMG-rapport - dat de partij niet als biologisch
is verkocht, dus niet met EKO-keur op de markt is
gekomen. De kop (op pagina 2) 'Biologische sesam
uit Ethiopië - met DDT' zet de lezer op het
verkeerde been. Vervolgens plaatst het NRC er 3
levensgrote foto's bij van biologische pindakaas
en van uit Nederland afkomstige biologische
yoghurt en eieren bij. Zijn dit passende foto's
bij een 'dubieus verhaal uit '98/'99 over
sesamzaad uit Ethiopië dat nooit met EKO-keurmerk
is verkocht' of is 'de kwaliteitskrant van
Nederland' de betrouwbaarheid van het EKO-keurmerk aan het aantasten?

Ellen Winkel, Platform Biologica