Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Integratie Europa DIE/TI Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 21 mei 2001 Auteur Aldrik Gierveld
Kenmerk DIE-284/2001 Telefoon 070-3484986
Blad /5 Fax 070-3484086
Bijlage(n) 1
Betreft Kamervragen over de reactie van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken op bondskanselier Schröder
Zeer geachte Voorzitter,
Onder verwijzing naar de brief van de Griffier Uwer Kamer, d.d. 14 mei 2001, kenmerk 2000110550, waarbij gevoegd waren de door het lid Verhagen (CDA)
overeenkomstig artikel 134 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer
bij U ingediende vragen, heb ik de eer U als bijlage dezes het antwoord op
de gestelde vragen te doen toekomen.
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
2000110550
Vragen van het lid Verhagen (CDA) aan de staatssecretaris van Buitenlandse
Zaken over Benschops reactie op Schröder. (Ingezonden 14 mei 2001).
Vraag 1
Deelt U de mening van Bondskanselier Schröder dat de Europese Commissie zou
moeten uitgroeien tot 'einen starken Europaïschen Executive'? 1)
Antwoord 1
Ja, zie de 'Staat van de Europese Unie' (Tweede Kamer, 2000-2001, 27407, nr.
1).
Vraag 2
Op welke wijze dient volgens u invulling te worden gegeven aan een sterkere
rol van de Commissie in het externe beleid? 2)
Antwoord 2
Daarvoor bestaan meerdere mogelijkheden. De Commissie kan bijvoorbeeld een
grotere rol vervullen in de externe vertegenwoordiging op milieugebied.
Vraag 3
Hoe zal dit zich moeten verhouden tot de huidige rol van de Hoge
Vertegenwoordiger voor het Buitenlandse en Veiligheidsbeleid van de Europese
Unie?
Antwoord 3
De Hoge Vertegenwoordiger gaat over het buitenlands- en veiligheidsbeleid.
De samenhang in het externe optreden van de Unie is in hoge mate verbeterd
door de samenwerking tussen de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie op dit
gebied.
Vraag 4
Welke andere uitbreidingen van bevoegdheden van het Europees Parlement staan
u voor ogen naast het genoemde voorbeeld over het budgetrecht over de
volledige begroting?
Antwoord 4
Voor het antwoord op deze vraag zij verwezen naar de standpunten die
Nederland tijdens de laatste IGC terzake heeft ingenomen.
Vraag 5
Kunt u een toelichting geven op het door u genoemde correctief referendum en
een Europees volksinitiatief als vormen van directe democratie, welke
onderwerpen zouden hiervoor bijvoorbeeld in aanmerking kunnen komen?
Antwoord 5
Een correctief referendum over door de wetgever aanvaarde voorstellen is -
onder voorwaarden - een mogelijkheid. Hierbij zullen uitzonderingen moeten
worden vastgelegd. In dit verband zij verwezen naar de 'Staat van de
Europese Unie'.
Vraag 6
Kunt u verduidelijken wat u zich voorstelt bij 'een actievere rol van de
nationale parlementen'?
Vraag 7
Als u spreekt over één gezamenlijke Europese rol van de nationale
parlementen', denkt u dan aan een Europese senaat van nationale
parlementariërs?
Antwoord 6 en 7
Zie hiervoor de 'Staat van de Europese Unie'.
Vraag 8
Wat bedoelt u met uw suggestie om de Raad van ministers terug te brengen van
Raad van Bestuur van de EU tot een Raad van Commissarissen?
Antwoord 8
De Raad van ministers houdt zich op dit moment nog vaak bezig met details
van het besluitvormingsproces. De Raad zou - zeker na de uitbreiding tot 27
of meer leden - meer op hoofdlijnen de besluitvorming moeten sturen.
Vraag 9
Wat vindt u van het idee van Bondskanselier Schröder om de Raad van
ministers om te vormen tot 'einen Europaïschen Staatenkammer'?
Antwoord 9
Ik ben benieuwd naar de uitwerking van dit idee. De inbreng van de
regeringen van de lidstaten in de Europese besluitvorming kan evenwel niet
worden gemist.
Vraag 10
Hoe beoordeelt u de suggestie van Bondskanselier Schröder om te komen tot
een duidelijke taakverdeling tussen het Europese en het nationale niveau?
Antwoord 10
Op zich is dit een positieve suggestie, maar de uiteindelijke beoordeling
zal afhangen van de uitwerking van deze gedachte van de bondskanselier.
Vraag 11
Hoe verhoudt uw bijdrage aan de discussie over een federaal
toekomstperspectief van de Europese Unie zich met de door de minister van
Buitenlandse Zaken recent geplaatste vraagtekens bij een dergelijke
discussie en zijn suggestie dat we eerst eens af moeten maken waar we aan
zijn begonnen? 3)
Antwoord 11
De toekomst van de Europese Unie begint met de handelingsbekwaamheid in het
heden. Het één kan niet zonder het andere.
Zie Leitantrag: Verantwortung für Europa, SPD Bundesparteitag 2001
Zie essay staatssecretaris Benschop 'Paternalisme is er al genoeg' in Vrij
Nederland 9 mei 2001.
Zie toespraak: 'Europa en zijn burgers' van minister Van Aartsen voor het
Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken: Den Haag 13 maart 2001.
Kenmerk
Blad /5
===