Ministerie van Financien

Titel: GEMEENTEN BOEKEN VOORUITGANG BIJ VOORBEREIDING OP EURO



Persberichtnr.


01/145


Den Haag

21 mei 2001

Gemeenten boeken vooruitgang bij voorbereiding op euro

Gemeenten hebben de laatste maanden veel vooruitgang geboekt met de eurovoorbereidingen. Ruim 40% ligt op schema. Bijna de helft van de gemeenten heeft een overzienbare achterstand, terwijl voor een groep van 9% vooral kleinere gemeenten een zorgwekkende achterstand is opgetreden.

Dit staat in de Negende Voortgangsrapportage Euro en Overheid (deel 9b: mede-overheden) die vandaag door minister Zalm van Financiën naar de Tweede Kamer is gestuurd. In deze rapportage wordt ingegaan op de voortgang van de euro voorbereidingen van gemeenten (in het bijzonder ook sociale diensten en uitvoeringsorganisaties), provincies en waterschappen. In een bijlage bij de rapportage is een voortgangsindicator per gemeente opgenomen.

Resterende risico's liggen vooral bij de nu nog achterlopende gemeenten en sociale diensten, bij de huursubsidie, bij het testen en de conversie en bij de volledigheid en de kwaliteit van de eurovoorbereidingen. Voldoende bestuurlijke betrokkenheid en daarmee ook de doorwerking in de gehele gemeentelijke organisatie blijven daarbij van groot belang.

De meeste gemeenten volgen de afgesproken lijn om tarieven technisch om te zetten zonder nadelige financiële gevolgen voor de burger. De vrees dat de invoering van de euro ook door gemeenten zal worden misbruikt om de gemeentelijke tarieven extra te verhogen lijkt derhalve ongegrond.

De sociale diensten hebben sinds de laatste monitor in oktober 2000 een flinke progressie gemaakt. Veel sociale diensten hebben na de intensieve voorbereidingen op de belastingherziening de euro serieus opgepakt. Het percentage sociale diensten met een zorgwekkende score is nog hoog (38%), maar wel aanzienlijk gedaald ten opzichte van de vorige meting. Deze scores betreffen vooral kleine sociale diensten met weinig bijstandsclienten.

De resultaten bij waterschappen en provincies bieden in de meeste gevallen nog geen reden tot tevredenheid.

In de komende periode staat het testen van vooral geautomatiseerde systemen centraal. De werking van de verschillende applicaties zal in hun onderlinge samenhang en in de specifieke omgeving van de gemeenten moeten worden bezien. Ook zullen continuïteitsmaatregelen moeten worden voorbereid voor het geval er bij de kritische processen toch systemen niet naar behoren functioneren.