NAi
NAi-persbericht, 5 maart 2001
J.J.P. Oud - Philip Johnson, een dialoog
Manifestatie
19 mei 2001 - 9 september 2001
Van 19 mei 2001 tot en met 9 september 2001 staat het hele Nederlands
Architectuurinstituut (NAi) in het teken van J.J.P. Oud (1890-1963),
een van de beroemdste Nederlandse architecten. Het is de eerste keer
dat alle zalen van het NAi gewijd zijn aan één onderwerp. Oud was een
pionier van de internationale moderne architectuur en een van de
oprichters van De Stijl. In vijf thema's wordt het gehele oeuvre van
Oud aan de hand van vele maquettes, foto's en tekeningen uitgelicht in
een overzichtstentoonstelling die alle ruimtes van het NAi beslaat.
Speciaal voor de gelegenheid heeft de Amerikaanse architect Philip
Johnson (1906), vriend en bewonderaar van Oud, een installatie
ontworpen die in de Grote Zaal te zien zal zijn. Deze installatie,
'Welcoming Arms', actualiseert het werk van Oud en versterkt zijn
unieke positie binnen de architectuurgeschiedenis. De manifestatie is
een gezamenlijk initiatief van het NAi en de Rijksuniversiteit
Groningen.
Vreemd genoeg is er nooit een grote overzichtstentoonstelling aan
J.J.P. Oud gewijd. De tentoonstelling en de begeleidende catalogus
vullen daarom een belangrijk hiaat in de architectuurgeschiedenis. Er
is aandacht voor bekende en minder bekende ontwerpen van Oud en voor
zijn positie binnen de Nederlandse architectuurgeschiedenis. Ontwerpen
voor De Stijl, voor woningen in de Rotterdamse Kiefhoek,
Oud-Mathenesse, Blijdorp en Hoek van Holland, kantoren voor De Utrecht
en de Spaarbank (beide in Rotterdam), Shell en het Congresgebouw in
Den Haag, worden aan de hand van tekeningen, foto's en maquettes
toegelicht. Daarnaast komen minder bekende facetten van Ouds oeuvre
uitvoerig aan bod: het vroege Purmerendse werk (woningen) en de
meubelen.
vijf thema's Essentie van de tentoonstelling is het openbreken van het
eenzijdige beeld van de moderne beweging en Ouds plaats daarin. Deze
ambitie heeft geresulteerd in een opzet waarin vijf cruciale momenten
uit Ouds loopbaan centraal staan. Deze vijf thema's zullen in de
tentoonstelling ieder een aparte ruimte en sfeer krijgen.
1. Ouds zoektocht naar een 'new vernacular' is het vroegste thema
(1906-1917). Het 'Vernacular' - waarvoor in het Nederlands geen
equivalent bestaat - werd gezien als een eerlijke manier van
ontwerpen die vrij was van formele regels en die spontaan tot
stand zou komen. Berlage was hier het grote voorbeeld voor Oud,
wat is terug te zien in de ontwerpen voor woonhuizen in Purmerend.
2. De Stijl (1917-1922) is het tweede thema. Oud richtte deze
beweging samen met Theo van Doesburg op. Een radicale breuk met
het verleden was volgens Oud nodig om nieuwe ontwikkelingen in de
architectuur te bewerkstelligen. Ontwerpen voor een fabriek in
Purmerend, de strandboulevard in Scheveningen en Vakantiehuis De
Vonk in Noordwijkerhout laten dit duidelijk zien.
3. Als architect van de Rotterdamse woningdienst (1919-1933) kreeg
Oud door de volkshuisvestingscomplexen internationaal erkenning
als pionier van de moderne architectuur. Dit derde thema is het
meest direct gerelateerd aan het ontwerp van Philip Johnson (en
zal daarom ook in de Grote Zaal worden gepresenteerd). Moderne
architectuur was voor Oud geen stijl, maar een strijd tegen de
beeldtaal van de gevestigde orde. Dat werd ook duidelijk op de
tentoonstelling The International Style, die door Johnson in het
Museum of Modern Art (MOMA) in New York georganiseerd werd in 1932
en waar Oud prominent aanwezig was met ontwerpen voor de Kiefhoek,
Hoek van Holland, Oud-Mathenesse en een villa voor de moeder van
Johnson.
4. In de jaren dertig leek het Europese modernisme een achterhaalde
beweging. Vanwege het opkomend Nazisme zochten veel prominente
modernisten hun heil in Amerika. Oud bleef in Nederland. Hij
concludeerde dat de zakelijke, sobere fase voorbij was en
ontwikkelde een poëtisch functionalisme (1933-1945). Zijn
Shellgebouw in Den Haag is het meest controversiële resultaat van
deze opvatting. Door de ver doorgevoerde detaillering en
monumentaliteit lijkt het te breken met alle regels van het
Modernisme.
5. Het laatste thema is de International Style (1945-1963). Oud
ageerde tegen deze vernieuwde opvatting van het Modernisme, waarin
grootschaligheid en kapitaal een grote rol speelden. Twee zaken
waar idealist Oud zich tegen bleef verzetten. In dezelfde periode
keerde hij terug naar het oorspronkelijk Modernisme en zijn
ontwerpen werden weer strakker, zoals het Bio vakantieoord in
Arnhem, De Spaarbank in Rotterdam en het Nederlands Congrescentrum
in Den Haag.
De opdracht voor het Nationaal Monument op de Dam in samenwerking met
beeldhouwer John Raedecker bevestigde na de Tweede Wereldoorlog zijn
reputatie als boegbeeld van de Nederlandse architectuur, maar Oud
slaagde er niet meer in om zijn positie in de voorhoede van de
internationale moderne beweging te heroveren.
Philip Johnson Oud ontmoette Philip Johnson in 1930, toen deze als
hoofd van de architectuurafdeling van het MOMA door Europa trok om er
de nieuwste ontwikkeling in de moderne architectuur te zien. Samen met
zijn vriend en architectuurhistoricus Henry Russell Hitchcock bezocht
Johnson de beste voorbeelden en sprak met de meest interessante
ontwerpers. Johnson was onder de indruk van Oud, die hem zijn leven
lang is blijven fascineren. Johnson maakte de overstap van historicus
naar ontwerper op het moment dat Oud eind jaren dertig het Shellgebouw
in Den Haag bouwde. Johnson was verwonderd over deze nieuwe koers van
Oud. Hijzelf ontwierp toen onder invloed van het modernisme. Het
tastte echter het wederzijds respect niet aan. Hoe verschillend hun
werk ook was, ze hadden ook veel gemeen. Voor beiden was de essentie
van architectuur het zoeken naar eigentijdse schoonheid en het zich
verzetten tegen architectuur die zich nietszeggend door de hoofdstroom
laat meevoeren.
Nu, in 2001, krijgt Philip Johnson de gelegenheid uiting te geven aan
zijn bewondering voor Oud. Zijn ontwerp, "Welcoming Arms", roept een
dialoog op tussen het oeuvre van beide architecten en onderstreept
tegelijkertijd het gemeenschappelijke van hun streven. Johnsons
installatie accentueert zijn persoonlijke ontwerpopvattingen van dit
moment en de verbazing over Ouds eigenzinnige oeuvre. De installatie
actualiseert het werk van Oud en plaatst dat van Johnson in een
context.
catalogus De manifestatie wordt begeleid door een oeuvre-catalogus
over Oud, met daarin een beschrijving van alle projecten in de
tentoonstelling. Dit 600 pagina's dikke boekwerk bevat ook een
compleet overzicht van alle projecten van Oud, 111 in totaal, en geeft
aan de hand van vele afbeeldingen van originele teksten een uitgebreid
beeld van zijn geschreven oeuvre. Ed Taverne en Cor Wagenaar schreven
een inleidend essay.
De manifestatie J.J.P. Oud - Philip Johnson, een dialoog is van 19 mei tot en met 9 september 2001 in het NAi te zien. De vormgeving is in handen van Bureau Van der Wijst, Amsterdam.
De catalogus, J.J.P. Oud, poëtisch functionalist. 1890-1963/Compleet Werk verschijnt bij NAi Uitgevers (600 p., Nederlandse en Engelse editie, NLG 150,-).
De volgende instanties hebben hun steun aan dit project gegeven: Prins Bernard Cultuurfonds, Rotterdam 2001 Culturele Hoofdstad, Sikkens Foundation, KNAW en NWO
meer informatie NAi publieksinformatie
Voor nadere informatie en beeldmateriaal kunt u zich wenden tot de afdeling communicatie van het NAi (Angeli Poulssen, Martine Heijnen, Astrid Karbaat, Cornelis Krul), tel 010-4401271, fax 010-4366975, e-mail: info@nai.nl.
NAi
Nederlands Architectuurinstituut - Museumpark 25 - 3015 CB Rotterdam tel. 010-4401200 - fax 010-4366975 - info@nai.nl
veranderd: woensdag, 7 maart 2001