Titel: Wijziging Regeling bekendmaking percentage heffingsrente en
Wijziging van de Regeling bekendmaking percentage heffingsrente en invorderingsrente bij belastingen
Directoraat-generaal voor fiscale zaken, directie wetgeving directe belastingen
Besluit van 18 mei 2001, nr. WDB2001/284M, Stcrt. nr. 98
De Staatssecretaris van Financiën,
Gelet op artikel 30f, vijfde lid, van de Algemene wet inzake
rijksbelastingen en op artikel 29 van de Invorderingswet 1990;
Besluit:
Artikel I
In artikel 1 van de Regeling bekendmaking percentage heffingsrente en
invorderingsrente bij belastingen 1) wordt voor het tweede kwartaal
2001: 4,10 vervangen door: voor het derde kwartaal 2001: 4,45.
.....
1) Stcrt. 1992, 189; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling
van 20 februari 2001 (Stcrt. 39).
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2001.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden
geplaatst.
Toelichting
Ingevolge artikel 30f, vijfde lid, van de Algemene wet inzake
rijksbelastingen en artikel 29 van de Invorderingswet 1990 is het
rentepercentage van de heffingsrente, onderscheidenlijk de
invorderingsrente, in een kalenderkwartaal gelijk aan de op de eerste
werkdag van de tweede kalendermaand voorafgaande aan dat kwartaal
gegolden hebbende depositorente van de Europese Centrale Bank (ECB).
Echter, indien dit lager is, geldt het naar de gemiddelde koers van
die dag door de Minister van Financiën berekende, ongewogen gemiddelde
effectieve rendement van de laatste drie uitgegeven, op de
effectenbeurs te Amsterdam genoteerde staatsleningen waarbij dit
effectieve rendement naar beneden wordt afgerond op een vijfvoud van
honderdstenprocenten en vervolgens wordt verminderd met 0,5
procentpunt.
Ingevolge de Wet overgang belastingheffing in euros en de krachtens
deze wet vastgestelde Regeling ophoging depositorente wordt voor de
toepassing van artikel 30f, vijfde lid, van de Algemene wet inzake
rijksbelastingen en artikel 29 van de Invorderingswet 1990 de
depositorente van de ECB die geldt op de eerste werkdag van de tweede
kalendermaand voorafgaande aan een kalenderkwartaal in de periode van
1 april 1999 tot en met 31 december 2001 vermeerderd met 1,25
procentpunt. Die vermeerdering geeft het verschil in percentage aan
tussen de op 22 januari 1999 gegolden hebbende depositorente van de
ECB en het op 31 december 1998 gegolden hebbende promessedisconto van
de Nederlandse Bank.
Gelet op het feit dat de depositorente van de ECB op 1 mei 2001 (de
peildatum voor het kalenderkwartaal dat aanvangt op 1 juli 2001) 3,75%
bedroeg terwijl het hiervoor bedoelde gecorrigeerde rendement van
staatsleningen op die dag 4,45% bedroeg, dient het voor het derde
kwartaal 2001 te hanteren percentage van de heffingsrente en de
invorderingsrente te worden vastgesteld op 4,45.
Uit de onderhavige wijziging vloeien geen informatieverplichtingen
voor het bedrijfsleven voort.