Frans Denkers' moreel kompas politie in boekvorm vastgelegd
Bij het nemen van beslissingen blijkt het zogeheten 'moreel kompas' voor de politie vaak meer de doorslag te geven dan wetten, instructies, beroepscodes, integriteitstatuten, opleidingen, beleidsplannen en andere vormen van in- en externe controle van de politie. Dit blijkt een onderzoek dat is verricht door Frans Denkers, de vorig jaar onverwachts overleden Amsterdamse politiepsycholoog. Denkers' bevindingen zijn vastgelegd in een boek dat vandaag tijdens een conferentie van de Stichting Maatschappij Veiligheid en Politie is aangeboden aan mr. M.H. Kamphuis, burgemeester van Amstelveen, tevens waarnemend korpsbeheerder Amsterdam-Amstelland. In het boek - dat wordt gepubliceerd in de reeks Politia Nova* - wordt ingegaan op vragen als: wat is het moreel kompas; welke betekenis heeft het moreel kompas voor politieoptreden en welke mogelijkheden hebben de korpsen om het moreel kompas een juiste plek te geven.
De ethiek van het politieoptreden is in formele zin geregeld in de Wetboeken van Strafrecht en van Strafvordering. In deze wetboeken zijn fatsoensnormen voor de politie gecodificeerd. Op grond van milieu- en antecedentenonderzoek, beroepscodes en integriteitstatuten bewaakt de Nederlandse politie de morele conditie van haar personeel. In de politieopleidingen heeft het vak politiële ethiek zich een plaats verworven.
Gebleken is echter dat leidinggevenden, de wetgever, het bevoegd gezag, de rechtelijke macht, de kritische buitenwacht en de korpsleiding niet de enige bronnen van politiële moraal zijn. Volgens Denkers zijn politiemensen zelf ook morele 'entrepeneurs'. Achter hun uniform gaat een sterke, maar veelal verborgen, persoonlijke oriëntatie op morele waarden schuil, vaak gevoed door de privé-sfeer:
thuis, vrienden, kennissen en collega's.
*Politia Nova wordt uitgegeven door de directie Politie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)
Noot voor de redactie,