Columnist Metro bekritiseert de Bond
Posters van de Bond tegen het vloeken zijn vooral op stations te zien.
Dat niet iedereen daarvan gediend is, wisten we natuurlijk al. Dat
werd onlangs nog eens benadrukt door een column in Metro, een krantje
dat op werkdagen op stations wordt uitgereikt. Op 12 maart jl. begon
de columnist, Maurice Kummer, zijn column met een stevige vloek,
waarna hij uitgebreid uitlegde welke bezwaren hij had tegen de Bond.
Hij schreef onder andere: 'De posters van de Bond tegen het vloeken
zijn stuitend voor ongelovigen en gelovigen. De bond zet zichzelf
immers op de stoel van Hem die zal oordelen. De posters van de bond
lasteren Gods naam dan niet in woordkeus, zij lasteren wel de Geest.
Dat is nog eens ijdel gebruik van Gods naam!'
Zoals te verwachten leverde de column een stroom ingezonden brieven
op. Sommige briefschrijvers lieten weten dat ze het met de columnist
eens waren, maar het overgrote deel nam het op voor de bond. De
volgende dag oefende een andere columnist van Metro forse kritiek op
de heer Kummer.
Gevraagd om een reactie, verklaarde de heer Riethof, waarnemend
hoofdredacteur van Metro, dat in het blad in principe geen vloek- en
scheldwoorden geplaatst worden. Voor een column wilde hij echter een
uitzondering maken, omdat een column nu eenmaal bedoeld is om te
prikkelen. 'Als landgenoten zich gekwetst voelen, dan is dat te
betreuren, maar geen reden om het beleid te veranderen', aldus de heer
Riethof.
Verschillende kranten en tijdschriften gaven hun commentaar op de
kwestie. In een hoofdredactioneel commentaar legde het Reformatorisch
Dagblad nog maar eens uit dat de bond niet oordeelt, maar slechts
waarschuwt en dat dat nu meer dan ooit moet blijven gebeuren. In De
wekker legde J. Jonkman een verband tussen de column en de heersende
geest van autonomie waarin de mens zich zijn eigen normen en waarden
stelt en geen verantwoording af wil leggen.
De hele kwestie heeft in ieder geval niet alleen duidelijk gemaakt hoe
noodzakelijk het werk van de bond is, maar ook dat we door brede lagen
van de bevolking gesteund worden.
Jaarlijkse donateursvergadering
'Helft christen-jongeren vloekt'
'Op een klas van dertig leerlingen vloeken er drie vaak en twaalf
geregeld', zo blijkt uit eigen onderzoek onder 1590 jongeren uit
christelijke gezinnen, aldus C. Hazeleger tijdens de jaarlijkse
donateursvergadering in congrescentrum 'De Eenhoorn' te Amersfoort.
'Jongeren passen hun christen-zijn weinig toe op hun taalgebruik' stelde de scholenwerker van de Bond tegen het vloeken. 10% vloekt vaak en 40% af en toe, terwijl driekwart van de jongeren op school of bij vrienden wel eens een vloek hoort vallen.
Oorzaken voor de taalverruwing zijn de secularisatie, het tolerante
klimaat en de invloed van de media.
Dhr. W.A. Sonneveld, docent aan de Ger. Scholengemeenschap Guido de
Brès te Amersfoort stelde dat jongeren een dermate sterke
profileringsdrang hebben, dat ze hun christelijke achtergrond
uitschakelen. 'Jongeren hebben behoefte aan identificatiefiguren. Vaak
is dat de leraar'. Sonneveld benadrukte het belang van het
persoonlijke gesprek.
'Kinderen moet je opvoeden, dat is wat anders dan dresseren' aldus dhr
N. Belo, directeur van de HGJB. 'Een christelijk leefklimaat, waarin
liefde heerst, kan ruwe taal bij jongeren voorkomen', zo luidde zijn
stelling.
Vier kernachtig geformuleerde stellingen leverden interessante
groepsgesprekken en een levendige forumdiscussie op.
'Het bezoeken van een christelijke school leidt niet automatisch tot
zorgvuldig taalgebruik en christen-jongeren moeten al vroeg leren
tegen de stroom in te zwemmen' waren enkele slotconclusies van een
boeiende jaarvergadering.