Leiden overhandigt Romeinse bronzen hand aan Rijksmuseum van Oudheden
Op donderdag 17 mei aanstaande om 15.30 uur overhandigt wethouder
Alexander Pechtold (Cultuur) de vorig jaar gevonden Romeinse bronzen
hand aan de directeur van het Rijksmuseum van Oudheden, mevrouw J. R.
Magendans. Deze bijzondere gebeurtenis vindt plaats in het vernieuwde
Rijksmuseum van Oudheden.
De gemeente Leiden heeft, gezien het nationale belang van de vondst,
besloten om de hand in bruikleen te geven aan het museum. De hand zal
daar tezamen met het al eerder in de Room- of Meerburgerpolder
gevonden bronzen ruiter-masker (dat 'Gordon' werd genoemd) te zien
zijn in de presentatie 'Nederland in de Romeinse tijd', één van de
vernieuwde presentaties van het Rijksmuseum van Oudheden, die vanaf 18
mei voor het publiek geopend zijn.
Tijdens opgravingen in augustus 2000 werd een grote bronzen hand met
onderarm van ruim 30 cm lang gevonden, daterend uit het midden van de
eerste eeuw na Christus. In de afgelopen maanden is de hand
schoongemaakt en gerestaureerd door de Rijksdienst voor het
Oudheidkundig Bodemonderzoek. De hand is zeer waarschijnlijk afkomstig
van een keizerbeeld dat in het Romeinse fort Matilo bij Roomburg
gestaan heeft.
Resten van dergelijke beelden zijn erg zeldzaam. Slechts tweemaal
eerder werden in Nederland resten van dergelijke bronzen beelden
gevonden. Toch waren beelden van keizers niet ongewoon in het Romeinse
rijk. Keizerbeelden stonden in het hoofdkwartier van de militaire
vestingen langs de grenzen. De gevonden hand is dan ook zeer
waarschijnlijk afkomstig van een keizerbeeld dat in het Romeinse fort
Matilo bij Roomburg gestaan heeft. Dergelijke beelden zijn bedoeld om
te imponeren. De keizer wordt weergegeven als IMPERATOR, d.w.z. als
overwinnaar en vredestichter. De reden dat slechts de hand van het
beeld is gevonden, is vooral gelegen in het feit dat de meeste bronzen
beelden na uiteenvallen van het Romeinse rijk zijn vernietigd. Veelal
werden de beelden in de (vroege) Middeleeuwen omgesmolten.
De hand uit Roomburg komt uit een Laat-Middeleeuwse kuil, behorende
bij het klooster Roomburg. De bronzen hand is met ander afval uit de
Romeinse tijd in deze kuil gedeponeerd.